In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2019 uitspraak gedaan in een jeugdzaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren in 2003. De zaak betreft een verzoek van de Jeugd- & Gezinbeschermers, handelend namens de gemeente Amstelveen, om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een kortere duur dan verzocht, namelijk voor twee maanden, tot 31 december 2019. Dit besluit is genomen na het horen van de minderjarige, haar moeder, en de vertegenwoordiger van de GI, alsook na het inzien van relevante stukken, waaronder een instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper.
De minderjarige verblijft momenteel in De Koppeling te Amsterdam, waar zij sinds 30 juli 2019 een machtiging heeft om in een gesloten accommodatie te verblijven. De GI heeft verzocht om de machtiging te verlengen, omdat het traject langer duurt dan gepland. De moeder van de minderjarige stemt in met het verzoek, maar de minderjarige zelf heeft aangegeven niet opnieuw voor drie maanden in gesloten jeugdhulp te willen verblijven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die haar ontwikkeling ernstig belemmeren.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper, die pleit voor een kortere verlenging van de machtiging. De kinderrechter concludeert dat, hoewel de minderjarige stappen heeft gemaakt, de situatie nog niet zodanig is dat zij zonder verdere hulp bij haar moeder kan wonen. De machtiging is daarom verleend voor een periode van twee maanden, met de hoop dat de minderjarige met een stevige basis weer bij haar moeder kan gaan wonen.