ECLI:NL:RBAMS:2020:1012

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
AMS 20/770
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in beroep tegen de Centrale Raad van Toezicht NVM

Op 20 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, wonende te Amsterdam, en de Centrale Raad van Toezicht van de Nederlandse Coöperatieve Vereniging van makelaars o.g. en taxateurs in onroerende goederen NVM u.a. Eiseres had op 31 januari 2020 een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Toezicht van 6 december 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Centrale Raad van Toezicht geen bestuursorgaan is, omdat deze onafhankelijk en zonder tussenkomst van de overheid is ingesteld. Dit betekent dat de bestuursrechter niet bevoegd is om van het beroep kennis te nemen.

De rechtbank heeft het onderzoek in de zaak gesloten, omdat voortzetting niet nodig was. De uitspraak is gedaan zonder zitting, aangezien de rechtbank zich onbevoegd verklaarde. Eiseres had eerder een klacht ingediend tegen een bedrijf, welke door de Raad van Toezicht West ongegrond was verklaard. Eiseres had hoger beroep ingesteld, maar dit werd door de voorzitter van de Centrale Raad van Toezicht in overweging gegeven om in te trekken, wat eiseres niet heeft gedaan. De rechtbank concludeert dat de tuchtrechtspraak van de NVM geheel buiten de overheid tot stand is gekomen en dus niet onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt.

De rechtbank heeft geen griffierecht geheven en er is geen reden voor een proceskostenvergoeding. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift indienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/770

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , wonende te Amsterdam, eiseres,

en
de Centrale Raad van Toezicht van de Nederlandse Coöperatieve Vereniging van makelaars o.g. en taxateurs in onroerende goederen NVM u.a.,
(hierna: de Centrale Raad van Toezicht), verweerder.

Procesverloop

De rechtbank heeft op 31 januari 2020 een beroepschrift van eiseres ontvangen, gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Toezicht van 6 december 2019 (de bestreden uitspraak).

Overwegingen

Wat is er aan het beroep voorafgegaan?
1. Eiseres heeft op 22 maart 2018 een klacht ingediend tegen een [bedrijf] gevestigd in [plaats] . De Raad van Toezicht West heeft op 30 oktober 2018 de klacht ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft eiseres hoger beroep ingesteld. De voorzitter van de Centrale Raad van Toezicht heeft eiseres bij uitspraak van 21 december 2018 in overweging gegeven het hoger beroep in te trekken. Eiseres heeft het hoger beroep niet ingetrokken. Bij de bestreden uitspraak heeft verweerder het hoger beroep verworpen.
Wettelijk kader
2. De rechtbank sluit het onderzoek in de zaak omdat voortzetting van het onderzoek niet nodig is. De rechtbank doet uitspraak zonder dat een zitting wordt gehouden, omdat de bestuursrechter kennelijk onbevoegd is. [1]
3. In de wet is bepaald, voor zover hier van toepassing, dat onder een bestuursorgaan wordt verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Niet als bestuursorgaan worden onder andere aangemerkt onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast. [2]
4. Onder een besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. [3]
5. Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. [4]
Beoordeling
6. De bestuursrechter van de rechtbank moet in de eerste plaats onderzoeken of zij bevoegd is van het onderhavige beroep kennis te nemen.
7.1
Het beroep van eiseres is gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Toezicht. Dit is een onafhankelijk, door het Algemeen Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM, ingesteld orgaan dat met tuchtrechtspraak in hoger beroep is belast. De rechtbank is niet gebleken dat de Centrale Raad van Toezicht bij wet is ingesteld. De tuchtrechtspraak bij de NVM en de organisatie van de tuchtrechtspraak is gebaseerd op de Statuten NVM. [5] Het Reglement Tuchtrechtspraak NVM, waarin de werkwijze van de tuchtrechtspraak nader is uitgewerkt, vindt haar grondslag in de Statuten NVM. [6] De tuchtrechtspraak van de NVM is alleen van toepassing op leden van de NVM. [7]
7.2
Op grond van het voorgaande wordt vastgesteld dat het tuchtrecht van de NVM geheel buiten de overheid tot stand is gekomen. Tuchtrechtspraak dat geheel buiten de overheid tot stand is gekomen valt buiten de Awb. [8]
8. De Centrale Raad van Toezicht kan dus niet als een bestuursorgaan worden aangemerkt.
9. Dit betekent dat de bestuursrechter niet bevoegd is om van het beroep van eiseres kennis te nemen.
10. Van eiseres is geen griffierecht geheven. Er is geen reden voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd van het beroep kennis te nemen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen, rechter, in aanwezigheid van M.P. Osinga Sanders, de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2020
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Bent u het niet eens met deze uitspraak, dan kunt u een verzetschrift opsturen naar deze rechtbank. U kunt een verzetschrift opsturen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. In het verzetschrift kunt u vragen om te worden gehoord. In dat geval vindt alsnog een zitting plaats.
Coll: M.P.O.
D: B

Voetnoten

1.artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
2.artikel 1:1 van de Awb
3.artikel 1:3 van de Awb
4.artikel 8:1 van de Awb
5.de artikelen 79 tot en met 82 van de Statuten NVM
6.op artikel 82 van de Statuten NVM
7.artikel 79, eerste lid, van de Statuten NVM
8.zie de toelichting in Awb T&C, 10e druk, bij artikel 1:1, tweede lid, van de Awb, aantekening 5c