ECLI:NL:RBAMS:2020:1077
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 14 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De eiser had een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen, opgelegd door de heffingsambtenaar op 9 november 2018. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar dit bezwaar werd op 20 juni 2019 niet-ontvankelijk verklaard door de heffingsambtenaar. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 14 februari 2020 was eiser aanwezig, evenals de heffingsambtenaar, vertegenwoordigd door mr. B. Brekveld. De rechtbank heeft aan het eind van de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat zij alleen kan oordelen over schriftelijke beslissingen van de gemeente. De beslissing waar eiser naar verwees, betrof een uitspraak op bezwaar die betrekking had op een naheffingsaanslag in een specifieke straat. De rechtbank concludeerde dat eiser met zijn beroep niets kon bereiken, aangezien de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat andere punten die eiser naar voren bracht, zoals het stoppen van naheffingsaanslagen voor een specifiek terrein en het intrekken van oude naheffingsaanslagen, niet aan de orde konden komen in deze procedure, omdat er geen schriftelijke beslissingen over deze punten waren. Eiser werd aangeraden om contact op te nemen met Parkeren Amsterdam voor verdere vragen. Tegen de uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij het gerechtshof Amsterdam.