Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
Zoals eergisteren telefonisch besproken is bij de overdracht van mijn appartement [nummer 1] aan de heer [naam schoonzoon] in maart 1999 abusievelijk de parkeerplaats behorend bij appartement [nummer 2] (mijn huidige woning) in plaats van de parkeerplek behorend bij [nummer 1] overgedragen. Op het moment van overdracht aan [naam schoonzoon] was ik eigenaar van 2 appartementen [nummer 1] en [nummer 2] en dus ook van de 2 parkeerplekken die aan deze appartementen verbonden zijn (kadastraal was aan app. [nummer 2] parkeerplek [parkeerplaats 2] verbonden en aan app. [nummer 1] parkeerplaats [parkeerplaats 1] , zie de desbetreffende leveringsakten) Hoe dit heeft kunnen gebeuren is helaas niet meer vast te stellen.
Op 17 november 1999 heb ik appartement [nummer 1] op het [adres 1] gekocht van de heer [gedaagde sub 1] met de daarbij behorende parkeerplek in de onder de appartementen liggende parkeergarage. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- € 297,-- aan griffierecht en
- € 980,-- aan salaris advocaat,