Uitspraak
1.Procesverloop
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 8 februari 2020;
- de medische verklaring d.d. 8 februari 2020.
2.Beoordeling
3.3. Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 11 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 10 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 8 februari 2020 opgelegde crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1965. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2020, die plaatsvond in een kliniek, waren de betrokkene, haar raadsvrouw mr. J.G.L. Dorrestein, psychiater mevrouw E. Suk en arts mevrouw M. Sno aanwezig. De psychiater verklaarde dat de ernstige nadelen, zoals beschreven in de medische verklaring, niet meer van toepassing waren en dat betrokkene bereid was om haar verblijf in de kliniek op vrijwillige basis voort te zetten. De raadsvrouw concludeerde, in lijn met de psychiater, tot afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel.
De rechtbank oordeelde dat er op dat moment geen sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Bovendien was er een alternatief beschikbaar in de vorm van ambulante behandeling op vrijwillige basis, waar betrokkene achter stond. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. H.L.L. Briët en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, met G.P. Menkveld als griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.