ECLI:NL:RBAMS:2020:1532

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2020
Publicatiedatum
6 maart 2020
Zaaknummer
679312 / FA RK 20-510
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1979 in Bulgarije, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De officier van justitie had op 5 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 4 februari 2020 opgelegde crisismaatregel, welke was gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2020, die plaatsvond op de locatie Arkin in Amsterdam, zijn zowel de betrokkene als zijn advocaat en de behandelend arts gehoord. De betrokkene verklaarde dat hij zo snel mogelijk terug naar Londen wilde, waar hij een woning en een eigen bedrijf heeft. Zijn advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, stellende dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was.

De behandelend arts verklaarde echter dat de betrokkene leed aan een chronisch psychotisch beeld, mogelijk geluxeerd door cannabisgebruik, en dat er risico's waren voor zijn gezondheid en veiligheid. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat de crisismaatregel noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur had van drie weken, en bepaalde dat deze machtiging ook betrekking had op verplichte zorg, zoals het toedienen van vocht, voeding en medicatie. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter R.M. Troost en schriftelijk uitgewerkt op 12 februari 2020.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 679312 / FA RK 20-510
kenmerk: OMZ399877
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 6 februari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] (Bulgarije),
zonder vaste woon of verblijfplaats hier te lande,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.C.J. Willemsen te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 4 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 4 februari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 4 februari 2020;
-een uittreksel uit het curateleregister;
- een episodejournaal, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 5 februari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 februari 2020, op de locatie Arkin, locatie [adres] (SPOR) te Amsterdam.
1.3.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat en door de heer K.A. Wildev,
tolk in de Bulgaarse taal;
- mevrouw M. de Wit, behandelend arts.
1.4.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is
.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard zo snel mogelijk terug naar huis te willen in Londen. De psychose is volgens hem ontstaan door de plotselinge aanhouding van de politie. Als hij naar huis mag, wil hij daar in behandeling bij zijn eigen huisarts.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de crisismaatregel. Zij legt hier aan ten grondslag dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voortvloeit uit de mogelijke stoornis van betrokkene. Hij is bereid zijn medicatie in te nemen en wil graag terug naar Londen. Hier heeft hij een woning en een eigen bedrijf. Daarnaast heeft betrokkene daar een huisarts waar hij in behandeling is. De behandeling wil hij continueren. Er is dus geen sprake van teloorgang of ernstig lichamelijk letsel, zoals het verzoek stelt.
Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg bepleit de advocaat van betrokkene afwijzing van het verplicht toedienen van vocht, voeding en medicatie, nu betrokkene normaal eet en drinkt en zich niet verzet tegen medicatie inname. Betrokkene zegt de HIV medicatie slechts één week niet te hebben genomen.
2.2.
Door de behandelend arts is verklaard dat bij betrokkene sprake is van een chronisch psychotisch beeld, dat mogelijk geluxeerd is door cannabisgebruik. Er was sprake van achterdocht van waaruit betrokkene agressief kon reageren. In het verleden heeft betrokkene olanzapine gebruikt en dit werkte goed. Het is het doel van de opname hem hier opnieuw op in te stellen. Daarnaast wordt gewerkt aan repatriëring van betrokkene naar Bulgarije. Een terugkeer naar Londen is niet de eerste optie, aldus de behandelend arts. Betrokkene kan op dit moment nog erg impulsief zijn, zo gaf hij bij behandelaars aan terug te willen keren naar Rotterdam in plaats van Londen. Ook wordt de verwaarlozing van de behandeling van zijn HIV besmetting als risico gezien. Het is daarom noodzakelijk dat betrokkene zijn medicatie blijft innemen.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, acute maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.4.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een paranoïde psychose waarschijnlijk in het kader van schizofrenie en mogelijk als gevolg van medicatie ontrouw en cannabis gebruik. Tevens wordt vermoed dat sprake is van antisociale en narcistische persoonlijkheidsproblematiek. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie;
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat de zorg zich ook dient uit te strekken tot het toedienen van vocht, voeding en medicatie gezien de verklaring van de arts. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De overige verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] (Bulgarije), voor zover het de in rechtsoverweging 2.5. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 februari 2020;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is op 6 februari 2020 mondeling gegeven door mr. R.M. Troost, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door J.M. Vos als griffier, en op 12 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.