Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek op de zitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIbewezen dat verdachte:
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
verdachte toestemming dient te geven om te overleggen met de Jeugdbescherming en het opvolgen van aanwijzingen van de Jeugdbescherming’. De rechtbank kan deze voorwaarde niet plaatsen en ziet geen reden deze aan een voorwaardelijk strafdeel te verbinden.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maandenvan deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jaarvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.