In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 maart 2020 een beschikking gegeven over de weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand om een geboorteakte op te maken voor de minderjarige [dochter], geboren op [geboortedatum] in het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam. De verzoekster, een vrouw zonder vaste woon- of verblijfplaats, heeft de rechtbank verzocht om het besluit van de ambtenaar te vernietigen en de ambtenaar te gelasten alsnog een geboorteakte op te maken. De ambtenaar weigerde dit omdat er onvoldoende bewijs was dat het kind uit de vrouw was geboren, en omdat het Openbaar Ministerie geen toestemming had verleend voor het opmaken van de akte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en de man, die de Braziliaanse nationaliteit hebben, de biologische ouders zijn van [dochter]. De vrouw had geprobeerd om een geboorteakte op te laten maken, maar door het verlies van haar paspoort en de faillissement van het ziekenhuis was dit niet gelukt. De rechtbank heeft de verklaringen van de vrouw en de man, alsook de overgelegde documenten, in overweging genomen en geconcludeerd dat er voldoende bewijs was dat [dochter] uit de vrouw is geboren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van [dochter] in het geding zijn, aangezien zij staatloos is en geen juridische relatie met de vrouw heeft.
De rechtbank heeft het beroep van de vrouw gegrond verklaard, het besluit van de ambtenaar vernietigd en de ambtenaar gelast om alsnog een geboorteakte op te maken. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de geslachtsnaam van [dochter] naar Nederlands recht de volledige geslachtsnaam van de moeder zal zijn, tenzij er andere stappen worden ondernomen voor een andere geslachtsnaam.