Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2013, en
Uit uw mail maak ik op dat uw cliënt ook niet instemt met een tijdelijk verblijf bij familie in de Achterhoek. Waarom niet? En waarom acht hij het noodzakelijk een tijdelijke verhuizing te voorkomen? Wat is de noodzaak precies? Welk kindbelang wordt met dit verbod gediend?
Ik wil als vanzelfsprekend graag rekening houden met uw cliënts bezwaren maar dat gaat niet als hij zijn bezwaren niet uit en zich onbereikbaar houdt voor overleg. Zijn starre attitude en continue wisselende voorwaarden zijn geenszins in het belang van de kinderen.
“Ik denk dat 2x 4 dagen beter past bij wat de jongens aankunnen. (…) Sta je daarvoor open? (…)”. De man heeft om 15:52 uur geantwoord dat hij daarmee niet akkoord gaat en dat hij akkoord is met de eerdere afspraak van 1 week op, 1 week af.
“(…) Ik verhuis naar de [adres] en niet naar de Achterhoek. (…)”.
“Ik zal het dan met cliënt bespreken.Anders dan u schrijft hebt u mij niet meerdere malen schriftelijk bevestigd niet te zullen verhuizen uit [woonplaats] eo. (…)
“Ik heb de rechtbank reeds geïnformeerd over het gebrek aan spoedeisendheid. Ik heb geen dagvaarding ontvangen en ik verhuis niet naar de Achterhoek. Daar laat ik het bij.”
3.Het geschil
primair:
primairals
subsidiair:veroordeling van de vrouw in de nakosten.
4.De beoordeling
De verhuizing
“er de komende maanden als volgt uit[ziet]: wij verhuizen begin mei naar de [adres] . Op 600 m loopafstand van school en voorschool.”Dat heeft zij op 17 maart 2020 nog tweemaal stellig bevestigd, ook richting de rechtbank.