Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[verzoeker]
[verzoekster]
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak hebben verzoekers, de ouders van een minderjarige, een deelgeschil aanhangig gemaakt tegen de besloten vennootschap Mascot Europe B.V. naar aanleiding van een incident met een waterballonpomp die gebarsten is tijdens gebruik door hun zevenjarige zoon. De ouders stellen dat de producent aansprakelijk is voor de schade die hun zoon heeft opgelopen, waaronder blijvend oogletsel, als gevolg van een gebrek in het product. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waterballonpomp niet de veiligheid bood die men ervan mocht verwachten, en dat het gebruik door de minderjarige als normaal kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat Mascot als producent aansprakelijk is op grond van artikel 6:185 BW van het Burgerlijk Wetboek, omdat de waterballonpomp gebrekkig was en het letsel van de minderjarige het gevolg is van dat gebrek. De rechtbank heeft de kosten van de deelgeschilprocedure begroot en Mascot veroordeeld tot betaling van deze kosten aan de verzoekers. De beschikking is gegeven op 9 april 2020.