In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 april 2020 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen Tele2 Nederland B.V. (eisende partij) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij had bij dagvaarding van 6 november 2019 gevorderd dat de gedaagde partij zou worden veroordeeld tot betaling van € 959,56 aan hoofdsom, met nevenvorderingen. Aangezien de gedaagde partij niet tijdig heeft geantwoord, is er verstek verleend.
De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of de vordering van de eisende partij gebaseerd was op onredelijk bezwarende bedingen, en of voldaan was aan de informatieverplichtingen die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, specifiek artikel 6:230m BW. De rechter concludeerde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat zij aan haar informatieverplichtingen had voldaan, waardoor de vordering niet volledig kon worden toegewezen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de hoofdsom gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 479,78, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de eisende partij toegewezen en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.