ECLI:NL:RBAMS:2020:2212
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering wegens tegenstrijdige stellingen in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 20 april 2020 een vonnis gewezen in de zaak tussen Tele2 Nederland B.V. (eisende partij) en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij had in de dagvaarding gesteld dat zij driemaal heraansluitingskosten in rekening had gebracht op basis van een beding in de algemene voorwaarden en dat zij haar dienstverlening had opgeschort. Echter, in een later ingediende akte stelde de eisende partij dat de vordering niet was gebaseerd op de algemene voorwaarden en dat er geen opschorting van de dienstverlening had plaatsgevonden. Dit leidde tot tegenstrijdige stellingen van de eisende partij, wat de kantonrechter niet verenigbaar achtte.
De kantonrechter benadrukte dat op grond van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de dagvaarding de eis en de gronden daarvan moet vermelden, en dat artikel 21 Rv vereist dat de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid worden aangevoerd. De verschillende stellingen van de eisende partij waren niet consistent en de kantonrechter weigerde om aan de hand van de overgelegde producties te reconstrueren wat de gang van zaken was geweest. Hierdoor concludeerde de kantonrechter dat de eisende partij niet had voldaan aan de wettelijke vereisten, waardoor de vordering niet voor toewijzing in aanmerking kwam.
In de beslissing werd de vordering afgewezen en werd de eisende partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.