In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 20 april 2020 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen Tele2 Nederland B.V. als eisende partij en een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft een duurovereenkomst waarbij de eisende partij niet volledig heeft voldaan aan de informatieverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v lid 7 van het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij had de gedaagde partij in de gelegenheid gesteld om te reageren op een informatieformulier, maar de gedaagde partij heeft hierop niet gereageerd. De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of de vordering gebaseerd is op onredelijk bezwarende bedingen en of de eisende partij aan haar precontractuele informatieverplichtingen heeft voldaan.
De kantonrechter concludeert dat de eisende partij niet voldoende informatie heeft verstrekt aan de gedaagde partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. Dit betreft onder andere de ingangsdatum van de overeenkomst en andere contractuele informatieverplichtingen. Gezien de jurisprudentie van het Hof van Justitie en de Hoge Raad, is de kantonrechter van mening dat de vordering niet zonder meer kan worden toegewezen, maar dat een gedeeltelijke toewijzing van de hoofdsom van 25% als een doeltreffende en evenredige sanctie kan worden beschouwd. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 157,31 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.