In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Direct Pay Services B.V. (eisende partij) en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van twee facturen, die voortvloeiden uit overeenkomsten die de gedaagde partij met T-Mobile had gesloten. De gedaagde partij had niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, wat leidde tot de ontbinding van de overeenkomst door T-Mobile. De kantonrechter had eerder, op 15 oktober 2019, de eisende partij in de gelegenheid gesteld om aanvullende informatie te verstrekken, maar de gedaagde partij had hierop niet gereageerd.
De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of de vordering van de eisende partij gebaseerd was op onredelijk bezwarende bedingen. De eisende partij beroept zich op artikel 5.3 van de algemene voorwaarden van T-Mobile, waarin staat dat T-Mobile gerechtigd is de overeenkomst te ontbinden bij niet-betaling. De kantonrechter oordeelde echter dat het onbetaald laten van één factuur niet voldoende was om de overeenkomst te ontbinden, zowel op basis van de algemene voorwaarden als op basis van de wet. De bepaling uit de algemene voorwaarden werd als oneerlijk beschouwd en buiten toepassing gelaten.
Uiteindelijk werd de vordering van de eisende partij met betrekking tot de resterende termijnen van de telecommunicatiediensten afgewezen, maar werd de onbetaald gelaten factuur van € 47,19 en een deel van de factuur van € 232,30 dat betrekking had op de resterende termijnen van het toestel toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van in totaal € 225,31, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde partij werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.W.J. Ros in het openbaar.