Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering als bedoeld in artikel 843a Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv.),
- de conclusie van antwoord in het incident,
- het proces verbaal van de op 3 maart 2020 gehouden pleidooien in het incident en de daarin genoemde stukken,
- de brief van ATRH c.s. van 9 maart 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
In artikel 1.1 van de Geheimhoudingsovereenkomst is het volgende bepaald:
“21 uur zei ik (…)Check je inbox”
“Check je email
“Hij is begonnen in een tijd dat de grenzen begonnen open te gaan.”
Aan de e-mail onder de naam GABME was een document gehecht, getiteld “International Security and Fraud Alert - Iranian Fraud” (hierna het GABME-rapport). Diezelfde dag is het GABME-rapport gepubliceerd op een website. In het GABME-rapport worden [eiser sub 2] en zijn broer [broer eiser sub 2] en de ondernemingen Solid Nature, RevealRox en ATRH beschuldigd van fraude, oplichting, witwassen en/of nauwe banden met de Iraanse overheid. In het rapport zijn portretfoto’s van [eiser sub 2] en werknemers van Solid Nature en RevealRox en ATRH afgebeeld. Verder wordt in het GABME-rapport gesteld dat [eiser sub 2] vanwege frauduleuze activiteiten een zeer luxe leven leidt. In dat kader worden onder meer privéadressen genoemd en foto’s afgebeeld van de appartementen waar hij woont of verblijft en de luxe auto’s die hij zou rijden.
(ii) die in de periode vanaf 1 september 2017 tot en met maart 2018 door enig e-mailadres van [gedaagde] zijn verzonden of ontvangen aan/van de aan ATRH c.s. bekende e-mailadressen van [medewerker ATRH] , [medewerker Revealrox] en [betrokkene 19] ;
(iii) die in de periode vanaf 1 september 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden door enig e-mailadres van [gedaagde] en waarin e-mails die oorspronkelijk afkomstig zijn van de aan haar als personal assistant van [eiser sub 2] ter beschikking gestelde e-mailadressen aan enig ander e-mailadres zijn doorgestuurd;
(iv) die in de periode vanaf 1 november 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden of ontvangen door enig e-mailadres van [gedaagde] en waar een specifiek in het verzoekschrift omschreven zoekterm in voorkomt.
(ii) die in de periode vanaf 1 juli 2017 tot datum bewijsbeslag zijn verzonden of ontvangen van enig telefoonnummer van [gedaagde] en waar een specifiek in het verzoekschrift omschreven zoekterm in voorkomt.
3.De vorderingen en de standpunten van partijen
b. te bepalen dat indien [gedaagde] niet binnen drie dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis voldoet aan de veroordeling tot het verlenen van schriftelijke toestemming zoals gevorderd onder a, eisers conform artikel 3:299 BW gemachtigd zijn om Groot & Evers en DigiJuris te instrueren om afschriften van de Beslagen Bescheiden aan Eisers te verstrekken;
(ii) Subsidiair:
een in goede justitie te bepalen veroordeling uitspreekt die ertoe strekt dat aan Eisers afschrift van de Beslagen Bescheiden wordt verstrekt;
(iii) zowel primair als subsidiair:
veroordeelt in de kosten van het bewijsbeslag en de kosten van dit incident, te vermeerderen met de nakosten een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
ATRHdat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(i) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van EUR 600.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2017 tot de dag van algehele voldoening, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2017 tot de dag van algehele voldoening;
(ii) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de door ATRH gemaakte beslagkosten.
(i) voor recht verklaart dat [gedaagde] onrechtmatig jegens hem gehandeld heeft en dat zij aansprakelijk is voor de dientengevolge door hem geleden schade;
(ii) [gedaagde] veroordeelt tot een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding;
(iii) [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de door [eiser sub 2] geleden schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
[medewerker Revealrox] heeft zich jegens haar gepresenteerd als een medewerker van de Nederlandse en Amerikaanse geheime dienst en heeft haar verteld dat [eiser sub 2] aan het hoofd staat van een internationale criminele organisatie met als doel zoveel mogelijk geld van Nederlandse zakenlieden te verkrijgen. Volgens [medewerker Revealrox] zou [eiser sub 2] door de Islamitische Republiek Iran zijn getraind en zijn operatie door hen en de Iraanse Ambassade in Nederland (door het verstrekken van vervalste documenten) worden ondersteund.
4.De beoordeling in het incident
(i) op maandag 27 november 2017 de namen van investeerders van SolidNature;
(i) De Whatsapp Correspondentie bevat aanwijzingen dat [gedaagde] ook per e-mail informatie aan [medewerker Revealrox] heeft verstrekt.
(ii) De Whatsapp Correspondentie zoals bij [medewerker Revealrox] aangetroffen lijkt op sommige delen niet volledig te zijn. ATRH c.s heeft gegronde redenen om aan te nemen dat [gedaagde] in deze verwijderde delen ook vertrouwelijke informatie aan [medewerker Revealrox] heeft verstrekt en/of dat daaruit haar verdere betrokkenheid blijkt.
(iii) Gelet op het feit dat [gedaagde] vertrouwelijke informatie aan [medewerker Revealrox] heeft verstrekt, heeft ATRH.c.s. gegronde redenen om aan te nemen dat [gedaagde] voorafgaand aan het aflopen van haar dienstverband dergelijke vertrouwelijke informatie naar zichzelf heeft gestuurd en heeft bewaard.
(iv) Uit de Whatsapp Correspondentie blijkt dat [gedaagde] gedurende de gestelde lastercampagne contact onderhield met bepaalde werknemers van [eiser sub 2] c.s. en heeft geprobeerd hen ertoe te bewegen om te stoppen met werken voor [eiser sub 2] c.s., zodat Eisers gegronde redenen hebben om aan te nemen dat zij dat ook met andere dan uit de Whatsapp Correspondentie blijkende werknemers heeft geprobeerd.
(v) Uit de Whatsapp Correspondentie en de verschillende ontmoetingen blijkt dat [gedaagde] en [medewerker Revealrox] en [gedaagde] , [medewerker Revealrox] en [medewerker ATRH] nauw contact onderhielden gedurende de lastercampagne, zodat ATRH c.s. gegronde redenen heeft om aan te nemen dat [gedaagde] ook contact onderhield met eventuele andere personen die betrokken waren bij de gestelde lastercampagne.
(vi) Gelet op het feit dat [gedaagde] aan [medewerker Revealrox] heeft gevraagd of ‘ [eiser sub 2] zijn opdracht is’ en dat uit de Whatsapp Correspondentie en de verschillende ontmoetingen blijkt dat [gedaagde] en [medewerker Revealrox] in de relevante periode nauw contact onderhielden, hebben Eisers gegronde redenen om aan te nemen dat [gedaagde] mogelijk op de hoogte is van wie de opdrachtgever van [medewerker Revealrox] is.
Het is aannemelijk dat eisers het voorgaande aan de hand van de Beslagen Bescheiden kunnen bewijzen, zodat het rechtmatig belang bij afschrift daarvan gegeven is, aldus ATRH.c.s..
(“Deze geheimhoudingsplicht omvat tevens alle gegevens ….
- dat het ging om geheime informatie in de zin van de geheimhoudingsovereenkomst,
5.De beslissing
27 mei 2020voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak,