ECLI:NL:RBAMS:2020:2410

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/13/680211 / KG ZA 20-179
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op handelsnaam door gelijkaardige bedrijfsnamen in recreatieve sector

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 april 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eenmanszaak, die opereert onder de naam 'Holyboot', en de besloten vennootschap 'Holy Boat B.V.'. De eiser, die sinds 2013 actief is in de verhuur van kano's en fluisterboten, vorderde dat Holy Boat B.V. zou worden verboden om de naam '(The) Holy Boat' te gebruiken, omdat dit zou leiden tot verwarring bij het publiek. De eiser stelde dat beide ondernemingen zich in dezelfde branche bevinden en zich richten op een vergelijkbaar publiek, wat het risico op verwarring vergroot.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de handelsnamen 'Holyboot' en '(The) Holy Boat' in hoge mate op elkaar lijken en dat er voldoende overlap is in de doelgroepen van beide ondernemingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een reëel risico op verwarring bestaat, vooral gezien de geografische nabijheid van de ondernemingen en de aard van hun activiteiten. De rechter heeft de vordering van de eiser toegewezen en Holy Boat B.V. bevolen om het gebruik van de naam '(The) Holy Boat' te staken en gestaakt te houden. Tevens is Holy Boat B.V. veroordeeld in de proceskosten van de eiser.

De uitspraak benadrukt het belang van het beschermen van handelsnamen en het voorkomen van verwarring in de markt, vooral in sectoren waar bedrijven zich op een vergelijkbaar publiek richten. De voorzieningenrechter heeft een termijn van zes weken gegeven voor het staken van het gebruik van de naam en een dwangsom opgelegd voor het geval van niet-naleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/680211 / KG ZA 20-179 CdK/MB
Vonnis in kort geding van 24 april 2020
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij conceptdagvaarding,
advocaat mr. B.P.R. Milar te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOLY BOAT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde, vrijwillig verschenen,
advocaat mr. V.S. Bouman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Holy Boat B.V. worden genoemd.

1.De procedure

Partijen hebben een verkorte schriftelijke procedure gevoerd, overeenkomstig de tijdelijk afwijkende regeling voor kort gedingen rechtbanken handel/familie vanwege de bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis. [eiser] heeft bij dagvaarding gevorderd als onder 3.1 vermeld. Op 30 maart 2020 heeft Holy Boat B.V. een conclusie van antwoord (met producties) ingediend. Na een schriftelijke instructie van de voorzieningenrechter hebben partijen, bij e-mails van hun advocaten, op 8 en 10 april 2020, hun opmerkingen in re- en dupliek ingediend.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] voert sinds 1 januari 2013 een eenmanszaak onder de naam Holyboot, gericht op recreatieve activiteiten op het water. Concreet bestaan de activiteiten van de onderneming uit de verhuur van kano’s en fluisterboten, voor (per boot) maximaal zes personen, waarmee kan worden gevaren in het veenweidegebied van de Gemeente Amsterdam. Het opstappunt voor de boten is aan de Dorpsstraat te Holysloot (gemeente Amsterdam). Vanaf 2 mei 2012 heeft [eiser] de domeinnaam ‘holyboot.nl’ in gebruik en sinds 2014 heeft [eiser] op Facebook ook de naam Holyboat gehanteerd.
2.2.
Op 23 mei 2019 is Holy Boat B.V. opgericht. Vanaf mei 2019 gebruikt Holy Boat B.V. de handelsnaam The Holyboat (of The Holy Boat) en de domeinnaam ‘theholyboat.com’. De onderneming houdt zich bezig met de exploitatie van rondvaartboten, geschikt voor maximaal 40 personen, in het bijzonder van de boot genaamd ‘Holy Boat’ op de grachten van Amsterdam. Tijdens de rondvaart mogen klanten zelf meegebrachte cannabis roken en er is een waterpijp beschikbaar op de boot.
2.3.
Bij brief van 23 oktober 2019 heeft [eiser] , zich beroepend op de handelsnaam van zijn onderneming, Holy Boat B.V. gesommeerd het gebruik van (onder meer) de (domein)naam ‘theholyboat.com) te staken en gestaakt te houden.
2.4.
Bij brief van 13 november 2019 heeft Holy Boat B.V. aan [eiser] meegedeeld niet aan de sommatie te zullen voldoen, omdat volgens haar van inbreuk op de handelsnaam van [eiser] geen sprake is.
2.5.
Partijen hebben verder gecorrespondeerd, maar dat heeft niet geleid tot oplossing van hun geschil.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, samengevat:
Holy Boat B.V. te bevelen, op straffe van dwangsommen, om met onmiddellijke ingang zich te onthouden van het gebruik van de naam “(The) Holy Boat”, dan wel van een handelsnaam die identiek is aan, dan wel slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnamen ‘Holyboat’ en ‘Holyboot’. Verder vordert [eiser] , onder verwijzing naar artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) veroordeling van Holy Boat B.V. in de (reële) proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en om de termijn voor het instellen van een bodemprocedure (artikel 1019i Rv) te stellen op zes maanden.
3.2.
[eiser] stelt daartoe, samengevat, het volgende. Holy Boat B.V. maakt inbreuk op de handelsnamen van [eiser] , holyboot en holyboat, die [eiser] al jarenlang hanteert. De handelsnamen die Holy Boat B.V. sinds vorig jaar gebruikt verschilt nauwelijks van die van [eiser] , partijen zijn actief in dezelfde branche
– recreatievaart voor toeristen en dagjesmensen – en werken in eenzelfde geografisch gebied. [eiser] richt zich evenals Holy Boat B.V. actief (mede) op buitenlandse toeristen (ook jongeren) en voorziet daartoe tal van hotels en andere locaties in de binnenstad van flyers. Verwarring bij het publiek is te duchten en heeft zich in de praktijk al voorgedaan. Verder wil [eiser] niet geassocieerd worden met een onderneming die gebruik van cannabis propageert, al is dat ook op zijn bootjes niet verboden. [eiser] opereert op dit moment weliswaar alleen vanuit Holysloot, maar uitbreiding van het aantal opstappunten valt zeker niet uit te sluiten.
3.3.
Holy Boat B.V. voert verweer en heeft daartoe, samengevat, het volgende aangevoerd. De namen van partijen zijn verschillend. The Holy Boat is heel wat anders dan Holyboot. [eiser] gebruikt de aanduiding Holyboat niet als handelsnaam, het is een toevallige vertaling op de Engelse versie van haar website. Partijen opereren vanuit verschillende plekken. Holy Boat B.V. in de binnenstad van Amsterdam en [eiser] in een dorp ten noorden van de stad, Holysloot, waarop de naam Holyboot is geïnspireerd. De aard van de ondernemingen is verschillend: Holy Boat B.V. organiseert rondvaarten met een schipper, op een boot voor maximaal 40 (in de praktijk 30) personen op basis van een vergunning voor commerciële rondvaarten van de Gemeente Amsterdam en [eiser] verhuurt kano’s en fluisterbootjes waar maximaal zes personen zelf mee kunnen varen; de doelgroepen zijn verschillend; [eiser] is vooral aantrekkelijk voor natuurliefhebbers, ouders en gezinnen, terwijl Holy Boat B.V. met name is gericht op groepen jongeren, die willen genieten van het tolerante Amsterdam. De logo’s, websites en huisstijlen verschillen. Er is geen verwarringsgevaar. Holy Boat B.V. betwist dat verwarring zich al heeft voorgedaan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van [eiser] bij de gevraagde voorzieningen vloeit voort uit de aard van de vorderingen en is door Holy Boat B.V. niet betwist.
4.2.
Artikel 5 van de Handelsnaamwet luidt als volgt:

Het is verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.” [eiser] stelt dat Holy Boat B.V. dit verbod overtreedt, Holy Boat B.V. betwist dat.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser] de handelsnaam ‘Holyboot’ sinds 2012 rechtmatig voert, (veel) eerder dus dan Holy Boat B.V. de benaming ‘the Holy Boat’ hanteert.
4.4.
Anders dan Holy Boat B.V. heeft aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat [eiser] niet alleen die handelsnaam – Holyboot – maar ook de aanduiding Holyboat daadwerkelijk als handelsnaam gebruikt. [eiser] gebruikt op haar Facebookpagina/website sinds 2014 een tweetalige presentatie. In de Engelstalige versie is haar naam Holyboat. Verder heeft [eiser] gesteld dat zij brochures neerlegt bij tal van hotels, restaurants, fietsverhuur en VVV in Amsterdam. Tegenover de gedetailleerde opgave van [eiser] welke locaties dit betreft, is de enkele betwisting door Holy Boat B.V. van deze stelling onvoldoende om de onjuistheid daarvan aan te nemen. Gelet op de Engelstalige presentatie van [eiser] op haar website/Facebookpagina is voldoende aannemelijk dat [eiser] zich ook in (papieren)brochures met de naam Holyboat richt tot het Engelstalige publiek. Dat dit slechts een toevallige vertaling is, zoals Holy Boat B.V. heeft aangevoerd is onvoldoende aannemelijk. De benamingen ‘Saint Bateau’ of ‘Santa Barco’ – de Franse en Spaanse benaming die opduikt als de vertaalmachine op (de teksten van) ‘Holyboot’ wordt losgelaten, aan de hand waarvan Holy Boat B.V. haar verweer op dit punt illustreert – hanteert [eiser] niet. Er is geen enkele aanleiding om aan te nemen dat [eiser] die namen zou gebruiken als hij Frans- of Spaanstalige folders zou verspreiden. [eiser] stelt verder terecht dat de benaming ‘Holyboot’ bij een Engelstalig publiek niet voor de hand ligt, aangezien die associaties opwekt met een heilige laars.
4.5.
De handelsnaam ‘(The) Holy Boat’ verschilt slechts in zeer geringe mate van ‘Holyboot’ en ‘Holyboat’, althans is daaraan, afgezien van een spatie, identiek. [eiser] stelt terecht dat de toevoeging ‘The’ verwaarloosbaar is en dat het woord Boot/Boat een algemene aanduiding is die niet onderscheidend is voor een aanbieder van boottochtjes. Het meest onderscheidend in beide handelsnamen is het woord ‘holy’. Dat de visuele weergave van de benamingen op de websites en/of het advertentiemateriaal verschillend is doet aan de grote mate van overeenstemming daarvan niet af.
4.6.
De belangrijkste vraag die partijen verdeeld houdt is of door het gebruik van de benaming ‘(The) Holy Boat’ verwarring te duchten is tussen beide ondernemingen. Daarbij gaat het niet alleen om direct verwarringsgevaar, in die zin dat het publiek de ene onderneming voor de andere zal houden, maar ook om indirect verwarringsgevaar: dat het publiek denkt dat de ondernemingen iets met elkaar te maken hebben.
4.7.
Anders dan Holy Boat B.V. heeft betoogd, verschilt de aard van de ondernemingen van partijen niet zodanig dat op grond daarvan verwarringsgevaar valt uit te sluiten. Beide zijn immers werkzaam in dezelfde branche: het aanbieden van recreatieve bezigheden op het water, al geven zij daaraan elk een andere invulling.
4.8.
Beide partijen zijn gevestigd in de gemeente Amsterdam. De opstappunten van de ondernemingen liggen op fietsafstand (9,9 km.) van elkaar. Weliswaar is de onderneming van [eiser] gericht op landelijk gebied ten noorden van de stad, maar beide partijen bieden hun diensten aan vanuit de binnenstad. [eiser] heeft ter illustratie de locaties genoemd waar zijn flyers worden aangeboden, onder meer bij Fietsverhuurbedrijven in het centrum en in Noord, in tal van in de binnenstad gevestigde (jeugd)hotels en bij de VVV op het Centraal Station. Het verschil in geografische vestiging is dus gering en niet van zwaarwegend belang.
4.9.
[eiser] heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat de doelgroepen waarop beide ondernemingen zich richten een substantiële overlap hebben. Anders dan Holy Boat B.V. heeft aangevoerd wijzen de locaties waar de flyers worden aangeboden, en de door [eiser] overgelegde foto’s erop dat ook jeugdige (binnen-
en buitenlandse) toeristen bij haar boeken, ook in groepjes, waarbij verschillende bootjes tegelijkertijd kunnen worden gehuurd.
4.10.
Ook bieden beide partijen hun diensten aan op internet, via hun websites. Publiek dat op het woord ‘holyboot’ of ‘holyboat’ googelt voor recreatie op het water, komt direct bij beide ondernemingen uit. Weliswaar kan bij nadere bestuderen van de websites worden geconcludeerd dat het om verschillende activiteiten gaat, en bij nadere beschouwing ook om twee ondernemingen, maar dat neemt niet weg dat bij het relevante publiek de gedachte kan postvatten dat het om dezelfde of aan elkaar gelieerde bedrijven gaat. [eiser] heeft gesteld dat verwarring in de praktijk zich al heeft voorgedaan, met name met betrekking tot de opstappunten en ook aan de telefoon. Weliswaar heeft [eiser] geen stukken overgelegd ter nadere onderbouwing van deze stelling, maar zijn opmerkingen hierover zijn wel relevant, nu het gaat om de vraag of verwarring
te duchtenvalt.
4.11.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden leiden tot het voorlopig oordeel dat Holy Boat B.V. met het gebruik van de naam ‘(The) Holy Boat’ inbreuk maakt op de handelsnamen van [eiser] . Zij zal daarom worden verboden die naam nog te hanteren. Na te noemen termijn wordt daarvoor redelijk geacht, aangezien Holy Boat B.V. haar bedrijfsvoering zal moeten aanpassen. Een verdergaand verbod zou tot executiegeschillen kunnen leiden en ook overigens bestaat daarvoor vooralsnog geen aanleiding, nu de bedrijfsvoering van Holy Boat B.V. door de corona-crisis stil ligt. De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd, zoals hierna in het dictum vermeld.
4.12.
Holy Boat B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, waarbij het salaris advocaat zoals gevorderd wordt gesteld op
€ 6.000,-, aangezien dat bedrag redelijk en evenredig voorkomt.
4.13.
De termijn ex artikel 1019i wordt bepaald op zes maanden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt Holy Boat B.V. ieder gebruik van de namen ‘Holy Boat’ en ‘The Holy Boat’, binnen zes weken na de betekening van dit vonnis, te staken en vervolgens gestaakt te houden,
5.2.
bepaalt dat Holy Boat B.V. een dwangsom verbeurt van € 5.000,- voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder 5.1 genoemde bevel, met een maximum van € 50.000,-,
5.3.
veroordeelt Holy Boat B.V. in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
– € 304,- € 304,- aan griffierecht en
– € 304,- € 6.000,- aan salaris advocaat,
5.4.
bepaalt de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak op zes maanden na heden,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2020