In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 april 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eenmanszaak, die opereert onder de naam 'Holyboot', en de besloten vennootschap 'Holy Boat B.V.'. De eiser, die sinds 2013 actief is in de verhuur van kano's en fluisterboten, vorderde dat Holy Boat B.V. zou worden verboden om de naam '(The) Holy Boat' te gebruiken, omdat dit zou leiden tot verwarring bij het publiek. De eiser stelde dat beide ondernemingen zich in dezelfde branche bevinden en zich richten op een vergelijkbaar publiek, wat het risico op verwarring vergroot.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de handelsnamen 'Holyboot' en '(The) Holy Boat' in hoge mate op elkaar lijken en dat er voldoende overlap is in de doelgroepen van beide ondernemingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een reëel risico op verwarring bestaat, vooral gezien de geografische nabijheid van de ondernemingen en de aard van hun activiteiten. De rechter heeft de vordering van de eiser toegewezen en Holy Boat B.V. bevolen om het gebruik van de naam '(The) Holy Boat' te staken en gestaakt te houden. Tevens is Holy Boat B.V. veroordeeld in de proceskosten van de eiser.
De uitspraak benadrukt het belang van het beschermen van handelsnamen en het voorkomen van verwarring in de markt, vooral in sectoren waar bedrijven zich op een vergelijkbaar publiek richten. De voorzieningenrechter heeft een termijn van zes weken gegeven voor het staken van het gebruik van de naam en een dwangsom opgelegd voor het geval van niet-naleving.