ECLI:NL:RBAMS:2020:2492

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
6 mei 2020
Zaaknummer
C/13/662206 / HA ZA 19-216
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van renteswapovereenkomsten en schadevergoeding wegens dwaling en schending zorgplicht

In deze zaak vorderen IGM Real Estate B.V. en JoeJoe Holding B.V. de vernietiging van renteswapovereenkomsten die zij met Rabobank zijn aangegaan, alsook schadevergoeding. De renteswaps zijn afgesloten ter afdekking van het renterisico van een investeringskrediet voor nieuwbouw. De eisers stellen dat zij door de bank onvoldoende zijn geïnformeerd over de risico's van de renteswaps en dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen, oordelend dat de bank aan haar informatieplicht heeft voldaan en dat de eisers niet hebben aangetoond dat zij schade hebben geleden door de afgesloten renteswaps. De rechtbank concludeert dat de eisers, beide universitair opgeleid en ervaren in financiële zaken, niet voldoende hebben aangetoond dat de bank tekort is geschoten in haar advisering. De rechtbank wijst de vorderingen af en veroordeelt de eisers in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/662206 / HA ZA 19-216
Vonnis van 6 mei 2020
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IGM REAL ESTATE B.V.,
gevestigd te Waalwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOEJOE HOLDING B.V.,
gevestigd te Waalwijk,
eiseressen,
advocaat mr. M.N. van Dam te Amsterdam,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam.
Partijen zullen hierna IGM RE, JoeJoe Holding en Rabobank genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 februari 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 23 oktober 2019;
  • het proces-verbaal van comparitie van 28 januari 2020 en de daarin vermelde stukken;
  • de brief van 11 februari 2020 van mr. Van Dam voornoemd;
  • de brief van 12 februari 2020 van mr. L.C.J.M. de Kort, advocaat te Utrecht, namens mr. Van Hees voornoemd;
  • de verzoeken ter rolle van 12 februari 2020 om vonnis te wijzen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 1999 heeft [naam 1] IGM Resins B.V. (hierna: IGM Resins) opgericht.
2.2.
IGM Resins produceert (grondstoffen voor) lakken en coatings.
2.3.
[naam 1] is enig aandeelhouder en statutair bestuurder van JoeJoe Holding.
2.4.
[naam 1] , die bedrijfskunde heeft gestudeerd, was statutair bestuurder (
[functie]) en, via onder andere JoeJoe Holding, indirect grootaandeelhouder van IGM Resins.
2.5.
[naam 2] is enig aandeelhouder en statutair bestuurder van Stratco B.V. (hierna: Stratco).
2.6.
[naam 2] , die economie heeft gestudeerd, was
[functie]en, via onder andere Stratco, indirect aandeelhouder van IGM Resins.
2.7.
Op 14 mei 2007 heeft [naam 1] met accountmanager Zakelijke Relaties [accountmanager] en treasury adviseur [adviseur] van Rabobank gesproken over nieuwbouw in Waalwijk (“Nieuwbouw Haven VII”). Het interne verslag van dat gesprek van [accountmanager] luidt, voor zover hier van belang:
Nav mijn advies met [naam 1] afspraak ingepland inzake mogelijkheden om rente alvast te fixen middels treasury.
Kort stilgestaan bij de huidige ontwikkelingen binnen IGM-groep. Het jaar 2006 is goed afgesloten (...). Voor 2007 is het devies consolideren, bestaande omzet zien vast te houden, maar het lijkt erop dat er toch weer groei plaats vindt. Stand-alone zat de IGM-groep op een omzet van EUR 35 mln; dit jaar wordt dit waarschijnlijk EUR 40 mln. De groep incl. deelnemingen komt op een omzet van zo’n EUR 55 mln.
Er zijn dit jaar weer een aantal werkmijen aan de groep toegevoegd, kleinere overnames gedaan en nieuwe activiteiten opgestart. (…). Verder zijn er nieuwe activiteiten opgericht welke niet helemaal onder de IGM vlag passen. Derhalve onder andere naam opgericht: ICG Chemicals (…) en MOTU Chemicals (…).
Al het al gaat het de IGM groep nog steeds voor de wind.
In de groepsstructuur is qua eigendom (boven IGM Holding) ook het eea veranderd. Voorheen waren de AH’s Joe Joe Holding en Invest4All (…). (…) Naast Invest4All is een nieuwe tussenholding opgericht MGI genaamd. CFO [naam 2] heeft via zijn eigen PH Stratco een belang gekregen van 16,2% in deze tussenholding (…). (…). (...). [naam 1] ziet [naam 2] ook als partner. Verdere uitbreiding van aandelen ten koste van Joe Joe zal niet gebeuren. Bij evt nieuwe activiteiten een klein rechtstreeks belang kan wel. Om het partnership te bekrachtigen heeft [naam 1] aan [naam 2] gevraagd of hij wil participeren in de nieuwbouw. Wordt een 50%-50% eigendomsverhouding tussen Joe Joe Holding en Stratco.
Investeringsplan:
(…)
Totale investering circa EUR 2.500.000.
Financiering 100%, aflossing nog nader vast te stellen. Men wil een marktconforme huur kunnen doorberekenen aan de huurders (IGM Resins 80%, ICG en MOTU 20%). (…). Aangegeven dat beperking van aflossing bespreekbaar is. Was nog geen noodzaak toe. Een aflossing van 25 jaar (100/m per jaar) lijkt [naam 1] acceptabel. (...).
[adviseur] ligt kort de toegevoegde waarde van een te sluiten renteswap toe. Rente is nog steeds stijgende; [naam 1] verwacht dat dit nog niet snel zal keren. Hij geeft aan geïnteresseerd te zijn om op korte termijn de 10 jaars rente te fixen. Daarna nog te bezien wie de financiering doet. Aangegeven graag eea te combineren. Onze aanbieding direct naast de swapaanbieding te leggen, zodat het tegen het totaalplaatje ja kan zeggen. [naam 1] geeft aan dat hij ABN ook zal benaderen om te offreren als huisbankier zijnde.
Deze week verwacht hij van de gemeente te horen dat er definitieve contracten gemaakt kunnen worden (na aanpassing eisen in raadsvergadering 16-5). (...).
Verwachting is eind 2007 / begin 2008 te kunnen starten met de bouw en dat de oplevering eind 2008 zal plaats vinden.
[adviseur] vraagt nog kort naar de hedging en valutarisico binnen IGM groep. [naam 1] geeft aan dat er aardige constructies bedacht worden omtrent RMB/USD afdekken en resultaat laten vallen in Hong-Kong.
Afgesproken dat er afzonderlijk nog een keer een afspraak met [naam 2] (vandaag helaas verhinderd) omtrent treasury plaats zal vinden (vergelijk maken qua pricing).
Termsheet aanvraag voor EUR 2,5 mln uitwerken, te bespreken voor medio juni.
2.8.
Bij brief van 15 mei 2007 heeft Rabobank ( [adviseur] ), voor zover hier van belang, aan JoeJoe Holding ( [naam 1] ) geschreven:
Op (…) 14 mei jl. hebben we uitgebreid gesproken over het indekken van het renterisico van uw huidige en toekomstige financieringen.
In de bijlage zal een treasurymogelijkheid hiertoe worden besproken. Alvorens de oplossingsrichting te presenteren worden uw uitgangspunten weergegeven.
Uitgangspunten van dit voorstel:
• U geeft aan rentezekerheid belangrijk te vinden,
• U verwacht een stijging van zowel de geld (euribor) als kapitaalmarktrente,
• U wenst zekerheid te verkrijgen over het renterisico voor een bedrag van eur 2.500.000,- rekening houdend met een aflossing van eur 25.000,- per kwartaal,
• De looptijd waarvoor u zekerheid zoekt is 10 jaar.
In de bijlage heb ik voor u het volgende scenario uitgewerkt:
U legt de rente vast middels een (uitgestelde) renteruil (…). U maakt per heden een bindende afspraak tegen welk rentepercentage uw rentelasten (in de toekomst) voor een bepaalde periode gefixeerd zullen zijn. U betaalt hiervoor geen premie.
Hiermee bent u ervan verzekerd dat bij een stijgende rente uw rentelasten niet toenemen. Het voordeel van het vastleggen van de rente is, dat u zekerheid heeft over de uitgaven. Nadeel is dat de rentelasten op dit moment hoger zijn dan bij het financieren op basis van Euribor.
Wij vertrouwen erop u hiermee enige duidelijkheid te hebben verschaft over de mogelijkheden om uw renterisico te beschermen. Wij wijzen erop dat de in de bijlage genoemde tarieven indicatietarieven zijn. Aan deze indicatieve tarieven kan dan ook geen enkel recht worden ontleend. Op het moment dat er vervolgens tussen ons overeenstemming wordt bereikt over het afsluiten van een bepaalde transactie, zullen de voor deze betreffende transactie geldende tarieven op basis van de alsdan geldende omstandigheden door ons worden vastgesteld.
Mocht u naar aanleiding van de inhoud van dit voorstel nog vragen hebben dan ben ik graag bereid voor een nadere toelichting.
Bladzijde 1 van de bijlage van deze brief luidt:
Uitgestelde Renteruil Joe Joe Holding B.V.
Leg nu vast welke rente u in de toekomst zult betalen
Voor de realisering van uw investeringsplannen trekt u een financiering aan. Hoewel de middelen op korte termijn niet nodig zijn, kunt nog profiteren van de lage vaste rente. Zoals immers in grafiek 1 is te zien heeft deze rente historisch lage niveaus bereikt maar is ze inmiddels weer sterk aan het stijgen.
Het voordeel van een vaste rente is dat u beschermd bent tegen een verdere rente stijging. Bovendien weet u wat uw rentelasten voor een langere periode zullen zijn.
Met een (uitgestelde) renteruil kunt u los van uw financiering en zelfs zonder dat u de middelen al tot uw beschikking heeft, een afspraak maken over een vaste rente. Deze afspraak gaat in de toekomst in.
De renteruil geeft u zo de flexibiliteit om het rentetype van uw (toekomstige) lening(en) te beheren zonder de kenmerken van de lening zelf aan te passen.
De renteruil loopt los van een variabelrentende financiering. De combinatie vormt een vastrentende positie. Voordeel hiervan is dat de karakteristieken van de renteruil geheel naar uw eigen wensen worden ingericht. Eén renteruil kan exact op één lening worden afgestemd of juist op meerdere onderliggende leningen. Hiermee kunt u met behulp van slechts één transactie het gehele renteprofiel van meerdere leningen beheren.
Tenslotte kan de transactie altijd aangepast of beëindigd worden. Afhankelijk van marktomstandigheden ontvangt of betaalt u hiervoor een premie. Bij algehele aflossing van de onderliggende financiering(en) kan uit hoofde van de renteruil een verplichting resteren.
Rechts naast deze tekst staat op bladzijde 1 een grafiek “Rente ontwikkeling” (“Bron: Reuters”).
Onder deze grafiek staat in een afzonderlijk kader:
Kenmerken van de renteruil:
• U heeft uw rente vastgelegd en ondervindt geen nadeel van een opgaande rente.
• Er wordt geen premie betaald.
• De transactie wordt los van een lening(portefeuille) afgesloten. Alle karakteristieken kunnen exact op uw wensen worden afgestemd.
• Het is een bindende overeenkomst met de bank. Hiervoor kunnen zekerheden worden gevraagd.
• Bij voortijdige aflossing van de onderliggende financiering resteert een verplichting uit hoofde van de renteruil.
Bladzijde 2 van de bijlage luidt:
Transactie
Handelsdag: 15 mei 2007
Hoofdsom: EUR 2.500.000,-
Hoofdsomschema: EUR 25.000,- per kwartaal, zie hoofdsomschema op pagina 3
Tabel 1
Hoofdsom
Ingangsdatum
Einddatum
Door u te betalen rente
Door u te ontvangen rente
EUR 2.500.000,-
1 jan 2009
1 jan 2019
4,71%
3 maands Euribor
Bron: Rabobank
Omdat de renteruil separaat van de onderliggende financiering wordt afgesloten ontstaan de rentestromen zoals hiernaast weergegeven. Per saldo bent u ervan verzekerd dat uw rentelasten vanaf 01 januari 2009 gedurende 10 jaar 4,71% zullen bedragen, exclusief debiteurenopslag.
Rechts naast deze laatste tekst zijn de rentestromen grafisch weergegeven.
Bladzijde 2 van de bijlage vervolgt:
De in dit voorstel genoemde tarieven zijn indicatietarieven van 15 mei 2007. Aan deze indicatieve tarieven kan dan ook geen enkel recht worden ontleend. Alvorens u een transactie wilt aangaan, dient u een Overeenkomst Financiële Derivaten of Voorwaarden Gekochte Opties af te sluiten. Op het moment dat er vervolgens tussen ons overeenstemming wordt bereikt over het afsluiten van een bepaalde transactie, zullen de voor deze betreffende transactie geldende tarieven op basis van de als dan geldende omstandigheden door ons worden vastgesteld.
Bladzijde 3 van de bijlage luidt, voor zover hier van belang:
Hoofdsomschema:
start
eind
Lening 1
1-Jan-09
1-Apr-09
2,500,000.00
(...)
(...)
(...)
1-Oct-18
1-Jan-19
1,525,000.00
Bovenaan bladzijden 2 en 3 van de bijlage staat (net als bijna bovenaan bladzijde 1 van de bijlage):
Leg nu vast welke rente u in de toekomst zult betalen
Onderaan alle bladzijden van de bijlage staat:
Wij wijzen u erop dat wij in deze niet optreden als uw adviseur en/of bemiddelaar en dat dit voorstel derhalve niet mag worden aangemerkt als een advies om de daarin beschreven transactie aan te gaan. Alvorens u besluit een of meer van de omschreven transacties met ons aan te gaan dient u zich zelfstandig een oordeel de vormen over deze transacties alsmede over de daaraan verbonden risico’s. Wij raden u aan om u zonodig terzake te laten bijstaan door uw adviseurs.
2.9.
Bij brief van 4 juni 2007 heeft Rabobank ( [accountmanager] en adjunct-directeur [naam 3] ) aan JoeJoe Holding ( [naam 1] ) en Stratco ( [naam 2] ) een aan JoeJoe Holding en Stracto gerichte indicatieve term sheet gezonden die, voor zover hier van belang, luidt:
Investerings- en financieringsopzet:
Zakelijk investeringsplan
Stichtingskosten en inrichting nieuwbouw op bedrijventerrein ‘Haven VII’ te Waalwijk
EUR 2.500.000,--
Zakelijke financieringsconstructie
Rabobank Waalwijk-Loon op Zand
Investeringskrediet EUR 2.500.000,--
Zakelijke financierings- en zekerheidsopzet:
Hoofdpunten Investeringskrediet van EUR 2.500.000,--
Debiteur
JoeJoe Holding B.V.
(…)
Stratco B.V.
(…)
Debetrente
het gemiddelde van het 1-maands Euribortarief (de referentierente) verhoogd met een opslag van 0,7%-punt. Over de kalendermaand mei 2007 bedroeg de debetrente 4,614% op jaarbasis inclusief opslag. Dit rentepercentage is indicatief
(…)
(…)
Opname faciliteit
Het investeringskrediet kan worden benut om de bouwtermijnen te voldoen. In nader overleg met u zal worden afgestemd bij welke hoofdsom er een deel, danwel het uiteindelijk totaal opgenomen bedrag gefixeerd zal worden
Spreiding renterisico
Het bedrag van de bancaire financiering kan over meerdere leningen gesplitst worden, zodat u kunt kiezen voor verschillende rentetypes. Hierdoor vindt er spreiding van het renterisico plaats
Tevens is het mogelijk de rente van de geldlening (gedeeltelijk) te fixeren middels een van onze treasury produkten. Wij hebben u hierover reeds nader geïnformeerd in bijzijn van de heer [adviseur] van Rabobank Nederland afdeling Treasury
Aflossing
Het bedrag van de bancaire financiering kan uiteindelijk over meerdere leningen gesplitst worden, zodat er verschillende aflossingsvarianten aan gekoppeld kunnen worden (waaronder aflossingsvrij)
(…)
(…)
Nadere bepalingen:
(…)
(…)
Bijzondere bepalingen
Indien u ervoor kiest de rente (gedeeltelijk) te fixeren middels een treasury product en besluit de financiering niet bij onze bank onder te brengen, dient de treasury transactie tegengesloten te worden of dienen er de bank conveniërende zekerheden gesteld te worden
2.10.
Eveneens op 4 juni 2007 heeft Rabobank aan JoeJoe Holding een geactualiseerde versie van de bijlage van de brief van 15 mei 2007 gezonden. Daarin is de handelsdag gewijzigd in 4 juni 2007 en is de door JoeJoe Holding te betalen rente gewijzigd in 4,83%.
2.11.
Ook op 4 juni 2007 zijn JoeJoe Holding en Rabobank een Overeenkomst Financiële Derivaten met elkaar aangegaan. Artikel 3 (“Contractuele verhoudingen”) van deze overeenkomst luidt, voor zover hier van belang:
3.1
De Overeenkomst Financiële Derivaten vormt één geheel met alle Bevestigingen en alle afzonderlijke Transacties en de Overeenkomst Financiële Derivaten en alle Bevestigingen en alle Transacties vormen één enkele contract tussen partijen.
3.2
Op deze Overeenkomst Financiële Derivaten zijn (...) van toepassing en de Klant verklaart te hebben ontvangen, daarvan kennis te hebben genomen en te aanvaarden:
I) de Algemene Voorwaarden;
II) de Algemene Bankvoorrwaarden, geldende in het verkeer tussen de Coöperatieve Centrale Raiffeisen – Boerenleenbank B.A. (...), c.q. de bij haar aangesloten banken, en haar klanten.
3.3
Bij deze Overeenkomst Financiële Derivaten behoren verder de navolgende documenten en de Klant verklaart daarvan een afschrift te hebbemn ontvangen:
I) Bijlage Informatie Financiële Derivaten;
II) Bijlage Verschaffing van Dekking.
2.12.
Opnieuw op 4 juni 2007 heeft [naam 1] namens JoeJoe Holding een Treasury Inventarisatie Formulier ondertekend.
Daarop is in de rubriek Risicometing Algemeen achter “Heeft u een intern vastgelegd treasurybeleid (treasurystatuut)?” aangekruist “Nee”, achter “Met welk doel wilt u de instrumenten gebruiken?” “Zo volledig mogelijk afdekken van rente- en valutarisico’s” en achter “Uw huidige ervaring/gebruik van de van toepassing zijnde treasuryproducten?” “Geen/weinig”.
In de rubriek Treasurybehoefte is achter “Renteproducten” aangekruist “Interest rate swap”.
De rubriek Bepalingen luidt, voor zover hier van belang:
- U bent erop gewezen dat het aangaan van transacties, afhankelijk van het type transactie, aanzienlijke financiële risico’s voor u met zich mee kan brengen, met name als transacties niet dienen ter afdekking van risico’s voortvloeiende uit bedrijfsvoering.
- U bent erop gewezen dat alvorens u de documentatie ondertekent en/of transacties sluit, u de documentatie respectievelijk de transacties volledig dient te begrijpen.
- U bent erop gewezen dat informatie over treasury producten en de risico’s en mogelijkheden van deze producten uitgebreid beschreven staan op
www.rabotreasuryweb.nlen dat u door het aanvragen van een user-id en password daar toegang toe kan krijgen.
- U bent erop gewezen dat u bij het afsluiten van een treasury product (welk valt onder de Overeenkomst Financiële Derivaten) dagelijks de marktwaarde van deze transactie kunt raadplegen op uw portefeuille overzicht via
www.rabotreasuryweb.nl.
- U bent erop gewezen dat de bank altijd wederpartij is met een eigen belang dat tegengesteld kan zijn aan het belang van u en dat u zonodig informatie bij onafhankelijke derden dient in te winnen.
- Het tussen u en de Bank Afgesproken Bedrag, zoals bedoeld in de Bijlage Verschaffing van Dekking, bedraagt EUR 390.000,--.
2.13.
Bij brief van 5 juni 2007 heeft Rabobank, voor zover hier van belang, aan JoeJoe Holding geschreven:
Rabobank (…) (de “Bank”) heeft het genoegen JoeJoe Holding B.V. (…) (de “Klant”) een Bevestiging te sturen van de hieronder beschreven Transactie (de “Transactie”).
Op deze Bevestiging zijn de bepalingen van de Overeenkomst Financiële Derivaten en de Algemene Voorwaarden voor Financiële Derivaten van de Rabobank (“Algemene Voorwaarden”) van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze Bevestiging wordt afgeweken. Deze brief vormt een Bevestiging als bedoeld in de Algemene Voorwaarden.
Gedefinieerde begrippen die in deze Bevestiging worden gebruikt hebben de betekenis die daaraan in de Algemene Voorwaarden is toegekend, tenzij in deze Bevestiging anders wordt bepaald.
Deze Bevestiging vormt één geheel met alle tussen de Klant en de Bank van kracht zijnde Bevestigingen, alle afzonderlijke Transacties en de Overeenkomst Financiële Derivaten. Alle Bevestigingen, alle Transacties en de Overeenkomst Financiële Derivaten vormen één enkel contract tussen de Klant en de Bank.
De Klant verklaart dat hij een Overeenkomst Financiële Derivaten met de Bank heeft afgesloten en een exemplaar van de Algemene Voorwaarden heeft ontvangen.
Werking van de Transactie
Door middel van deze Transactie wordt, op de hierin nader aangegeven wijze, het renteprofiel met betrekking tot het Nominaal Bedrag gewijzigd van een vaste rente naar een variabele rente (of omgekeerd, al naar gelang u de Betaler Vaste Rente of de Betaler Variabele Rente bent). Indien u de Betaler Vaste Rente bent loopt u het risico dat de Variabele Rente lager is dan de Vaste Rente en indien u de Betaler Variabele Rente bent loopt u het risico dat de Vaste Rente lager is dan de Variabele Rente. Indien dit risico zich manifesteert ontvangt u minder uit deze Transactie dan u moet betalen. Dit risico loopt u op ieder van de Herzieningsdata Variabele Rente en over de periode gelegen tussen de Ingangsdatum en de Einddatum. De hoogte van het Nominaal Bedrag is eveneens van belang voor uw risico; hoe hoger het Nominaal Bedrag des te groter de omvang van uw mogelijke verlies. Het Nominaal Bedrag wordt niet uitgewisseld, maar wordt alleen gebruikt voor de berekening van het Vaste Rente Bedrag en het Variabele Rente Bedrag.
Voorwaarden
De kenmerken van de Transactie waarop deze Bevestiging van toepassing is zijn als volgt en voor deze Transactie hebben de onderstaande begrippen de hieronder beschreven betekenis:
Referentienummer:
9429030
Transactiedatum:
5 juni 2007
Totstandkoming:
Onderhands
Ingangsdatum:
1 januari 2009, Aangepast Volgend
Einddatum:
1 januari 2019, Aangepast Volgend
Nominaal Bedrag:
EUR 2.500.000,00
(indien het Nominaal Bedrag variabel is, zie bijgesloten schema)
vaste rente
Betaler Vaste Rente:
de Klant
Vaste Rente Vervaldagen:
Iedere 3 maanden, op de 1ste dag van de maand, beginnend op 1 april 2009 en eindigend op de Einddatum, Aangepast Volgend. Op iedere Vaste Rente Vervaldag is het Vaste Rente Bedrag verschuldigd
Vaste Rente:
4,86000%
Eerste periode Vaste Rente Bedrag:
EUR 30.037,50
Vaste Rente Bedrag Berekening:
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Vaste Rente x ACT/360
variabele rente
Betaler Variabele Rente:
de Bank
Variabele Rente Vervaldagen:
Iedere 3 maanden, op de 1ste dag van de maand, beginnend op 1 april 2009 en eindigend op de Einddatum, Aangepast Volgend. Op iedere Variabele Rente Vervaldag is het Variabele Rente Bedrag verschuldigd.
Variabele Rente voor de eerste
periode:
Nog vast te stellen
Eerste periode Variabele Rente
Bedrag:
Nog vast te stellen
Variabele Rente:
EUR-EURIBOR-TELERATE (inclusief Spread)
Rente Looptijd:
3 maanden
Spread:
0,00000%
Herzieningsdata Variabele Rente:
De dag gelegen 2 Werkdag(en) voor de Ingangsdatum en de dag gelegen 2 Werkdag(en) voor iedere Variabele Rente Vervaldag, met uitzondering van de Einddatum
Variabele Rente Bedrag
Berekening:
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Variabele Rente x ACT/360
(…)
Schema
Startdatum periode
Einddatum periode
Nominaal Bedrag
2 januari 2009
1 april 2009
EUR 2.500.000,00
(...)
(...)
(...)
1 oktober 2018
2 januari 2019
EUR 1.525.000,00
Aangepast Volgend
Risico’s
De Klant bevestigt dat:
1. hij door de Bank uitdrukkelijk is gewezen op de risico’s en gevolgen van het aangaan van (transacties soortgelijk aan) deze Transactie;
2. hij zich derhalve bewust is van de risico’s en de gevolgen waaronder, doch daartoe niet beperkt, fiscale, administratieve, juridische en financiële risico’s en gevolgen die verbonden zijn aan deze Transactie;
3. hij zelfstandig deze Transactie en de gevolgen en risico’s daarvan voor hem heeft geanalyseerd en in staat is eventuele daaruit voortvloeiende verliezen te dragen;
4. de Bank bij het aangaan van deze Transactie handelt als wederpartij en niet als agent of (financieel) adviseur van de Klant;
5. indien hij een rechtspersoon is: de Transactie zal strekken ter verwezenlijking van het doel van de rechtspersoon.
Indien de gegevens, zoals opgenomen in deze Bevestiging juist en volledig zijn, verzoekt de Bank de Klant ervoor zorg te dragen dat de Bank binnen vijf Werkdagen na het versturen door de Bank van deze Bevestiging, een getekend exemplaar van deze Bevestiging (of een kopie daarvan), rechtsgeldig voor akkoord getekend of anderszins door of namens de Klant geautoriseerd retour heeft ontvangen.
Indien de gegevens, zoals opgenomen in deze Bevestiging niet correct zijn, dient de Klant binnen 24 uur na ontvangst, doch in ieder geval zo spoedig mogelijk, de Bank hiervan schriftelijk of elektronisch in kennis te stellen. Indien de Klant niet binnen de hierboven gestelde termijn heeft gereclameerd, wordt de Bevestiging geacht een juiste weergave van de Transactie te zijn, behoudens door de Klant te leveren tegenbewijs.
Aan het niet of niet tijdig reageren op een door de Bank toegestuurde Bevestiging kunnen bepaalde gevolgen, zoals beschreven in artikel 3 van de Algemene Voorwaarden worden verbonden.
[naam 1] heeft deze brief op 11 juli 2007 voor akkoord getekend en aan Rabobank
geretourneerd.
2.14.
Op 21 september 2007 zijn IGM Resins en de gemeente Waalwijk een optie-overeenkomst met betrekking tot de grond met elkaar aangegaan.
2.15.
Op 15 februari 2008 zijn IGM Resins en de gemeente Waalwijk de koopovereenkomst met betrekking tot de grond met elkaar aangegaan.
2.16.
Het interne verslag van [accountmanager] van diens gesprek van 15 februari 2008 met [naam 4] ,
[functie]van een of meer van de IGM-groepsvennootschappen, luidt, voor zover hier van belang:
Nav het eindelijk ondertekenen van de koopovk met de gemeente een afspraak gepland met [naam 4] die het proces vwb de nieuwbouw uit handen heeft genomen van [naam 1] .
Kort stilgestaan bij de huidige ontwikkelingen binnen IGM-groep. Het jaar 2007 is goed geweest (resultaat nog onbekend). Voor 2008 is het devies consolideren, bestaande omzet zien vast te houden, maar in januari is er maar liefst 60% omzetgroei plaatsgevonden. Deels door nieuwe produkten die eindelijk geleverd kunnen worden, bestaande klanten die meer afnemen en het aanboren van nieuwe afzetgebieden.
Al met al gaat het de IGM groep nog steeds voor de wind. Financieel directeur [naam 2] is eind december getroffen door een alvleesklierontsteking, maar verwacht eind februari voorzichtig (…) zijn comeback te zullen maken. IGM heeft echter al wel een interim financieel manager aangetrokken die ook bij zijn terugkeer nog even aanblijft.
(...).
Nieuwbouwplan:
Eindelijk worden zaken wat meer concreet.
  • Grond: koopovk 14-2 met de gemeente getekend. Er wordt een ontbindende clausule in opgenomen dat wanneer IGM de milieuvergunning niet rond zal krijgen de gemeente de betaalde bouwrente etc terug vergoed. Het traject voor de milieuvergunning wordt volgende week ingezet maar kent een aantal stappen waarbij het volgens de gemeente maximaal 6 mnd kan duren!
  • Bouw: (…). Totale begroting ligt nu op 3.700k. Met een uitloop van 300k komt de totale begroting op 4.000k. (...) Verwachting is na de bouwvak 2008 te kunnen starten met de bouw en dat de oplevering uiterlijk juni 2009 zal plaats vinden (…).
  • Financiering 100%, aflossing nog nader vast te stellen. Men wil een marktconforme huur kunnnen doorberekenen aan de huurders (IGM Resins 80%, ICG en IGM Pharma 20%??). (...).
  • (...).
  • Met [naam 1] al telefonisch gesproken over een 2e rentederivaat. Er is al 2,5 mln gefixed per 1-1-2009. Gezien de uitloop nu bij de start van heel het proces, zal deze wellicht doorgerold moeten worden naar juni? Met [adviseur] bespreken en later bij de klant op terugkomen.
2.17.
Bij brief van 28 april 2008 heeft Rabobank ( [adviseur] ), voor zover hier van belang, aan JoeJoe Holding ( [naam 1] ) geschreven:
Zoals besproken stuur ik u bijgaand een uitwerking indien de huidige renteruil per 01 juli 2009 wordt verhoogd met eur 1.500.000,- of eur 750.000,-.
Uitgangspunten van dit voorstel:
• U geeft aan rentezekerheid belangrijk te vinden,
• U verwacht een stijging van zowel de geld (euribor) als kapitaalmarktrente,
• U wenst zekerheid te verkrijgen over het renterisico voor een bedrag van eur 4.000.000,- of 3.250.000 rekening houdend met een aflossing van eur 25.000,- per kwartaal,
• De looptijd waarvoor u zekerheid zoekt is 10 jaar.
In de bijlage heb ik voor u het volgende scenario uitgewerkt:
U legt de rente vast middels een (uitgestelde) renteruil (zie bijlage 1 voor beschrijving). U maakt per heden een bindende afspraak tegen welk rentepercentage uw rentelasten (in de toekomst) voor een bepaalde periode gefixeerd zullen zijn. U betaalt hiervoor geen premie.
Hiermee bent u ervan verzekerd dat bij een stijgende rente uw rentelasten niet toenemen. Het voordeel van het vastleggen van de rente is, dat u zekerheid heeft over de uitgaven.
Ik vertrouw erop u hiermee enige duidelijkheid te hebben verschaft over de mogelijkheden om uw renterisico te beschermen. Ik wijs u erop dat de in de bijlage genoemde tarieven indicatietarieven zijn. Aan deze indicatieve tarieven kan dan ook geen enkel recht worden ontleend. Op het moment dat er vervolgens tussen ons overeenstemming wordt bereikt over het afsluiten van een bepaalde transactie, zullen de voor deze betreffende transactie geldende tarieven op basis van de alsdan geldende omstandigheden door ons worden vastgesteld.
Mocht u naar aanleiding van de inhoud van dit voorstel nog vragen hebben dan ben ik graag bereid voor een nadere toelichting.
Bladzijde 2 van de bijlage van deze brief luidt:
Lopende swap:
Hoofdsom: EUR 2.500.000,-
Hoofdsomschema: EUR 25.000,- per kwartaal, zie hoofdsomschema op pagina 3
Rentepercentage: 4,8600%
Tabel 1: lopende swap verhogen per 01 juli 2009
Hoofdsom
Ingangsdatum
Einddatum
Door u te betalen rente
Door u te ontvangen rente
EUR 4.000.000
1 juli 2009
1 jan 2019
4,82%
3 maands Euribor
EUR 3.250.000
1 juli 2009
1 jan 2019
4,88%
3 maands Euribor
Bron: Rabobank
Bladzijde 1 en 2 van de bijlage luiden (voor het overige) hetzelfde als bladzijden 1 en 2 van de bijlage van de brief van 15 mei 2007.
2.18.
Het interne verslag van [accountmanager] van diens gesprekken van 26 mei 2008 en 16 juni 2008 met [naam 1] luidt, voor zover hier van belang:
Nieuwbouw Haven Zeven
[naam 1] gaf aan dat (…) toch gekozen gaat worden voor een afzonderlijke vastgoed BV. Naam zal worden IGM Real Estate BV. Conceptstatuten worden door [naam 2] naar ons toegezonden. Aangegeven bij beide personen dat bij ons de gehele financieringsaanvraag opnieuw het traject zal dienen te doorlopen. (…) Het idee is op dezelfde dag op te richten en de aankoop van de grond te laten plaatsvinden. Mocht dit niet mogelijk zijn dan terug koppelen naar beide heren. De partnershipagreement zal in de aandeelhoudersovereenkomst verwerkt worden. Gevraagd een kopie hiervan naar ons toe te sturen (is nog niet helemaal gereed).
Treasury: gevraagd naar ons eerdere voorstel om de volledige faciliteit van 4 mln af te dekken (er is al 2,5 mln afgedekt). [naam 2] bevestigt dat dit akkoord is. Afgesproken dat [adviseur] de deal telefonisch gaat afronden met [naam 1] . Ik zal hem daar nog verder opdracht toe geven.
2.19.
IGM RE is opgericht op 25 juli 2008.
2.20.
Op dezelfde dag heeft [naam 1] namens JoeJoe Holding, heeft [naam 2] namens Stratco en hebben beiden namens IGM RE een aan JoeJoe Holding, Stratco en IGM gericht financieringsvoorstel voor een geldlening van EUR 528.431,00 en een krediet in rekening-courant van EUR 4.000.000,00 ondertekend.
2.21.
Eveneens op 25 juli 2008 zijn [naam 1] en [naam 2] namens IGM RE een Overeenkomst Financiële Derivaten met Rabobank aangegaan.
2.22.
Bij brief van 28 juli 2008 heeft Rabobank, voor zover hier van belang, aan IGM RE geschreven:
Voorwaarden
De kenmerken van de Transactie waarop deze Bevestiging van toepassing is zijn als volgt en voor deze Transactie hebben de onderstaande begrippen de hieronder beschreven betekenis:
Referentienummer:
4016264
Transactiedatum:
28 juli 2008
Totstandkoming:
Onderhands
Ingangsdatum:
1 januari 2010, Aangepast Volgend
Einddatum:
1 januari 2020, Aangepast Volgend
Nominaal Bedrag:
Het Nominaal Bedrag variabel is variabel, zie bijgesloten schema
vaste rente
Betaler Vaste Rente:
de Klant
Vaste Rente Vervaldagen:
Iedere 3 maanden, op de 1ste dag van de maand, beginnend op 1 april 2010 en eindigend op de Einddatum, Aangepast Volgend. Op iedere Vaste Rente Vervaldag is het Vaste Rente Bedrag verschuldigd
Vaste Rente:
4,97000%
Eerste periode Vaste Rente Bedrag:
EUR 48.043,33
Vaste Rente Bedrag Berekening:
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Vaste Rente x Actual/360
variabele rente
Betaler Variabele Rente:
de Bank
Variabele Rente Vervaldagen:
Iedere 3 maanden, op de 1ste dag van de maand, beginnend op 1 april 2010 en eindigend op de Einddatum, Aangepast Volgend. Op iedere Variabele Rente Vervaldag is het Variabele Rente Bedrag verschuldigd.
Variabele Rente voor de eerste
periode:
Nog vast te stellen
Eerste periode Variabele Rente
Bedrag:
Nog vast te stellen
Variabele Rente:
EUR-EURIBOR-Reuters (inclusief Spread)
Rente Looptijd:
3 maanden
Spread:
geen
Herzieningsdata Variabele Rente:
De dag gelegen 2 Werkdagen voor de Ingangsdatum en de dag gelegen 2 Werkdagen voor iedere Variabele Rente Vervaldag, met uitzondering van de Einddatum
Variabele Rente Bedrag
Berekening:
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Variabele Rente x Actual/360
(…)
Schema
Startdatum periode
Einddatum periode
Nominaal Bedrag
4 januari 2010
1 april 2010
EUR 4.000.000,00
(...)
(...)
(...)
1 oktober 2019
2 januari 2020
EUR 3.025.000,00
Aangepast Volgend
[naam 2] heeft deze brief op 15 augustus 2008 voor akkoord getekend en aan Rabobank
geretourneerd.
2.23.
Het interne verslag van [accountmanager] van diens gesprek van 29 juli 2008 met [naam 1] luidt, voor zover hier van belang:
Ihkv de afwikkeling van de vastgoeddeal van IGM Real Estate afspraak gehad op kantoor van IGM Resins. De ontwikkelingen van het bedrijf kwamen ter sprake.
Hieronder een korte samenvatting:
  • Allereerst: IGM is verkozen door Deloitte tot “1 vd 50 best managed companies 2008”
  • IGM-groep ontwikkelt zich stormachtig: dit jaar een groei van circa 40%! De marge zal echter niet gehandhaafd kunnen worden. De groei zorgt voor behoefte aan extra werkkapitaal.
2.24.
Bij aan IGM RE gerichte brief van 11 augustus 2008 heeft Rabobank de beëindiging van de transactie van 5 juni 2007 met JoeJoe Holding bevestigd. [naam 1] en [naam 2] hebben deze brief op 15 augustus 2008 voor akkoord getekend en aan Rabobank geretourneerd.
2.25.
Eveneens op 15 augustus 2008 hebben [naam 1] en [naam 2] namens IGM RE een Treasury Inventarisatie Formulier ondertekend.
Daarop is in de rubriek Klantgegevens achter “MiFID Categorie” aangekruist “Niet-Professioneel”.
In de rubriek Risicometing Algemeen is achter “Heeft u een intern vastgelegd treasurybeleid (treasurystatuut)?” aangekruist “Nee”, achter “Uw huidige kennis van de van toepassing zijnde treasuryproducten” en achter “Uw huidige ervaring/gebruik van de van toepassing zijnde treasuryproducten” “Geen / Weinig”, achter “Risicoacceptatie” “Laag (standaard)” en achter “Risicoprofiel” “Defensief (standaard)”.
In de rubriek Behoefte aan Treasury Producten is achter “Renteproducten” aangekruist “Interest rate swap”.
In de rubriek Bepalingen staat dat het Afgesproken Bedrag EUR 480.000,00 bedraagt.
2.26.
[naam 2] is in 2009 teruggetreden bij IGM RE en IGM Resins.
2.27.
Het investeringskrediet van EUR 4 miljoen is per 1 april 2009 omgezet in twee leningen van elk EUR 2.000.000,00.
2.28.
Het interne verslag van [accountmanager] van diens gesprek van 16 juli 2010 met [naam 1] luidt, voor zover hier van belang:
Aanleiding:
Ivm oplevering pand en ontvangst voorlopige cijfers wordt een revisie gedraaid van Joe Joe Holding / IGM Real Estate. Daarom afspraak gepland ter bespreking van acutele performance IGM en te ondernemen acties inz financiering (taxatie, huurcontracten en bespreken overdekking renteswap in IGM Real Estate).
Financieringen IGM Real Estate / Joe Joe
(...)
- De nieuwbouw valt binnen budget 3.750k. (…) De rente is echter afgedekt voor het gehele aanvankelijke obligo van 4.000k. Afkoop van de overdekking ad 250k zou 55k kosten. Oplossing wordt gevonden in een gedeeltelijke overdracht van de renteswap (250k) aan JoeJoe Holding welke de lening ad proresto 493k tbv Vredesplein ongedekt heeft lopen.
2.29.
Bij brief van 22 juli 2010 heeft Rabobank, voor zover hier van belang, aan IGM RE geschreven:
Voorwaarden Transactie:
De kenmerken van de Transactie waarop deze Bevestiging van toepassing is zijn als volgt en voor deze Transactie hebben de onderstaande begrippen de hieronder beschreven betekenis:
Referentienummer:
12984017
Transactiedatum:
22 juli 2010
Totstandkoming:
onderhands
Ingangsdatum:
1 juli 2010, Aangepast Volgend
Einddatum:
1 januari 2020, Aangepast Volgend
Nominaal Bedrag:
Het Nominaal Bedrag is variabel (zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie)
Vaste Rente
Betaler Vaste Rente:
de Klant
Vaste Rente Vervaldagen:
zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie
Vaste Rente:
4,97000%
Eerste periode Vaste Rente Bedrag:
EUR 46.994,11
Vaste Rente Bedrag Berekening
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Vaste Rente x Actual/360
Variabele Rente
Betaler Variabele Rente:
de Bank
Variabele Rente Vervaldagen:
zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie
Variabele Rente voor de eerste
periode:
0,7610%
Eerste periode Variabele Rente
Bedrag:
EUR 7.195,68
Variabele Rente:
EUR-EURIBOR-Reuters
Rente Looptijd:
3 maanden
Herzieningsdata Variabele Rente:
zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie
Variabele Rente Bedrag
Berekening:
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Variabele Rente x Actual/360
Bijlage: Overzicht verloop Transactie (indien het Nominaal Bedrag variabel is).
De bijlage van deze brief luidt, voor zover hier van belang:
Vaste Renteperioden:
Begin Periode
Eind Periode
Vaste Rente (%)
Nominaal Bedrag
Rente Vervaldag
01-jul-2010
01-okt-2010
4,97000
3.700.000,00
01-okt-2010
(...)
(...)
(...)
(...)
(...)
01-okt-2019
02-jan-2020
4,97000
2.775.000,00
02-jan-2020
Variabele Renteperioden:
Begin Periode
Eind Periode
Herzieningsdata
Nominaal Bedrag
Rente Vervaldag
01-jul-2010
01-okt-2010
29-jun-2010
3.700.000,00
01-okt-2010
(...)
(...)
(...)
(...)
(...)
01-okt-2019
02-jan-2020
27-sep-2019
2.775.000,00
02-jan-2020
[naam 1] heeft deze brief op 18 augustus 2010 voor akkoord getekend en aan Rabobank
geretourneerd.
2.30.
Bij brief van dezelfde datum heeft Rabobank, voor zover hier van belang, aan JoeJoe Holding geschreven:
Voorwaarden Transactie:
De kenmerken van de Transactie waarop deze Bevestiging van toepassing is zijn als volgt en voor deze Transactie hebben de onderstaande begrippen de hieronder beschreven betekenis:
Referentienummer:
12984018
Transactiedatum:
22 juli 2010
Totstandkoming:
onderhands
Ingangsdatum:
1 juli 2010, Aangepast Volgend
Einddatum:
1 januari 2020, Aangepast Volgend
Nominaal Bedrag:
EUR 250.000,00 (zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie)
Vaste Rente
Betaler Vaste Rente:
de Klant
Vaste Rente Vervaldagen:
zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie
Vaste Rente:
4,97000%
Eerste periode Vaste Rente Bedrag:
EUR 3.175,28
Vaste Rente Bedrag Berekening
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Vaste Rente x Actual/360
Variabele Rente
Betaler Variabele Rente:
de Bank
Variabele Rente Vervaldagen:
zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie
Variabele Rente voor de eerste
periode:
0,7610%
Eerste periode Variabele Rente
Bedrag:
EUR 486,19
Variabele Rente:
EUR-EURIBOR-Reuters
Rente Looptijd:
3 maanden
Herzieningsdata Variabele Rente:
zie bijgesloten Overzicht verloop Transactie
Variabele Rente Bedrag
Berekening:
Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Variabele Rente x Actual/360
Bijlage: Overzicht verloop Transactie (indien het Nominaal Bedrag variabel is).
De bijlage van deze brief luidt, voor zover hier van belang:
Vaste Renteperioden:
Begin Periode
Eind Periode
Vaste Rente (%)
Nominaal Bedrag
Rente Vervaldag
01-jul-2010
01-okt-2010
4,97000
250.000,00
01-okt-2010
(...)
(...)
(...)
(...)
(...)
01-okt-2019
02-jan-2020
4,97000
250.000,00
02-jan-2020
Variabele Renteperioden:
Begin Periode
Eind Periode
Herzieningsdata
Nominaal Bedrag
Rente Vervaldag
01-jul-2010
01-okt-2010
29-jun-2010
250.000,00
01-okt-2010
(...)
(...)
(...)
(...)
(...)
01-okt-2019
02-jan-2020
27-sep-2019
250.000,00
02-jan-2020
[naam 1] heeft deze brief op 18 augustus 2010 voor akkoord getekend en aan Rabobank
geretourneerd.
2.31.
Bij brief van opnieuw 22 juli 2010 aan IGM RE heeft Rabobank de beëindiging van de transactie van 28 juli 2008 bevestigd. [naam 1] heeft deze brief op 18 augustus 2010 voor akkoord getekend en aan Rabobank geretourneerd.
2.32.
Op 6 september 2010 heeft [naam 1] namens IGM RE (wederom) een Treasury Inventarisatie Formulier ondertekend.
Daarop is in de rubriek Klantgegevens achter “MiFID Categorie” (wederom) aangekruist “Niet-Professioneel”.
In de rubriek Bepalingen staat dat het Afgesproken Bedrag EUR 1.265.000,00 bedraagt.
2.33.
Op 21 juni 2011 zijn JoeJoe Holding en Rabobank (wederom) een Overeenkomst Financiële Derivaten met elkaar aangegaan.
2.34.
Op 2 juli 2013 heeft [naam 1] namens JoeJoe Holding (wederom) een Treasury Inventarisatie Formulier ondertekend.
2.35.
Bij brief van 18 december 2014 heeft de toenmalige advocaat van IGM RE en JoeJoe Holding aan Rabobank geschreven dat zijn cliënten ten gevolge van haar advisering circa EUR 1.500.000,00 schade lijden en heeft hij haar voorgesteld “een serieuze poging te doen om een zakelijke oplossing buiten de rechtszaal te bereiken”.
De bij deze brief gevoegde notitie luidt, voor zover hier van belang:
Rabobank heeft IGM (...) voorafgaand en bij het aangaan van de renteswap overeenkomst, transactiedatum 28 juli 2008 geen alternatief daarvoor aangeboden, zoals bijvoorbeeld een rentecap.
Nadat Rabobank IGM de forward renteswap had geadviseerd, is in het najaar van 2008 de Euribor rente exorbitant gedaald. Aangezien de startdatum voor de renteswap veel later lag, namelijk 1 januari 2010, had Rabobank IGM in de tussenliggende tijd moeten adviseren over het eventueel wijzigen van de renteswapvoorwaarden of het in het geheel niet in werking laten treden, dan wel het voortijdig beëindigen van de renteswap. (...).
De renteswap is per 22 juli 2010 opgesplitst tussen IGM Real Estate B.V. en Joe Joe Holding B.V., te weten € 3.700.000,- voor IGM Real Estate B.V. en € 250.000,- voor Joe Joe Holding. Dit lijkt gedaan te zijn om de overhedge te camoufleren. Die overhedge is kennelijk ontstaan door aflossing van € 250.000,-. Een en ander houdt in, dat IGM voor een renteswap van € 250.000,- heeft betaald, terwijl zij die helemaal niet nodig heeft gehad. Uit bijgaand overzicht (...) blijkt, dat IGM daardoor € 51.535,- onnodige rente heeft betaald aan Rabobank.
Indien Rabobank IGM een rentecap zou hebben geadviseerd, dan zou IGM de premie voor de rentecap én de vaste rente hebben moeten betalen. Zoals in de bijlage vermeld, zou IGM dan aan premie voor de rentecap circa € 200.000,- en aan variabele rente circa € 125.000,- hebben betaald.
Indien IGM een rentecap zou hebben afgesloten en variabele rente zou hebben betaald, zou IGM in totaal ruim € 576.000,- minder hebben betaald dan thans het geval is. Daarbij komt nog, dat de negatieve waarden van de lopende renteswaps voor IGM en Joe Joe Holding in totaal circa € 797.000,- bedragen.
De totale schade van IGM bedraagt op dit moment ruim € 1.372.000,- (zie bijlage).
(...)
Aangezien (...) Rabobank (...) IGM niet over die cap heeft geïnformeerd en niet voldoende voor de risico’s van de renteswap heeft gewaarschuwd, ben ik voorshands van mening, dat Rabobank jegens IGM aansprakelijk is voor de hier boven omschreven schade.
2.36.
Bij brief van 13 maart 2015 heeft Rabobank, voor zover hier van belang, aan de toenmalige advocaat van IGM RE en JoeJoe Holding geschreven:
Wij hebben het dossier voorgelegd aan het Expertiseteam Derivaten van Rabobank Nederland.
Het centrale Expertiseteam heeft naar aanleiding van de klacht het dossier opnieuw beoordeeld en daarbij gekeken naar de advisering door de bank, de door de klanten afgesloten producten en de situatie van de klanten. Op 4 maart 2015 heeft de bank de heer [naam 1] mondeling geïnformeerd dat het Expertiseteam de klachten deels gegrond heeft bevonden. Hierbij ontvangt u een schriftelijke bevestiging, alsmede een onderbouwing gan dit oordeel.
De renteswap
In 2008 ging IGM een uitgestelde renteswap (...) aan ter afdekking van het renterisico van een investeringskrediet van maximaal EUR 4.000.000 voor een nieuw bedrijfspand. Het krediet werd per 1 april 2009 omgezet in twee geldleningen, beide van EUR 2.000.000.
De ingangsdatum van de renteswap was 1 januari 2010. De looptijd was 10 jaar. Na een extra aflossing door IGM van EUR 250.000 op een van de geldleningen in juni 2009, was sprake van een
overhedge. In overleg met de klant werd in juli 2010 besloten om de renteswap op naam van IGM gedeeltelijk over te hevelen naar JoeJoe. Het rentepercentage bleef gehandhaafd op 4,97%. De lopende renteswap (...) werd beëindigd, en vervangen voor twee nieuwe renteswaps. Eén op naam van IGM met een initiële hoofdsom van EUR 3.700.000 (...) en één op naam van JoeJoe met een hoofdsom van EUR 250.000 (...). De ingangsdatum van beide nieuwe renteswaps was 1 juli 2010.
Uw klacht
De klacht van IGM en JoeJoe komt er in de kern op neer dat: (i) de bank tekort zou zijn geschoten bij de advisering over de kenmerken en risico’s van de renteswap, met name het risico dat de renteswap een negatieve marktwaarde kan krijgen en, (ii) de wijze waarop de bank de ontstane overhedge heeft opgelost niet passend was voor JoeJoe.
Oordeel Expertiseteam Rentederivaten
Het Expertiseteam is van oordeel dat de bank in de gesprekken met en met de ter beschikking gestelde documentatie voldoende informatie heeft gegeven over de kenmerken en risico’s van de renteswap. De bank heeft in het bijzonder gewezen op het risico dat een renteswap door veranderingen van de marktrente een positieve dan wel negatieve marktwaarde ontwikkelt. Deze marktwaarde moet bij tussentijdse (gedeeltelijke) beëindiging van de renteswap worden afgerekend. Ook bij wijziging of beëindiging van de uitgestelde renteswap tussen de datum waarop de renteswap wordt gesloten (transactiedatum) en de ingangsdatum, een mogelijkheid waarnaar u verwijst in de notitie bij uw brief van 18 december 2014, dient te worden afgerekend tegen de marktwaarde. Bij de advisering zijn alternatieven voor de renteswap aan de orde geweest.
Ten aanzien van de overhedge die ontstond door de extra aflossing van EUR 250.000 in juni 2009, is het Expertiseteam van oordeel dat de klacht gegrond is. Het overhevelen van de renteswap was gezien de financiële positie van JoeJoe niet passend. Het naar JoeJoe overgehevelde deel van de renteswap dient met ingang van 1 januari 2010 (ingangsdatum) op onze kosten geheel geherstructureerd te worden. IGM dient gecompenseerd te worden voor de rente die zij in de periode van 1 januari 2010 tot 1 juli 2010 door de overhedge teveel betaalde. Het betreft een bedrag van EUR 5.319,27 (...). Voort dient JoeJoe Holding gecompenseerd te worden voor het geleden nadeel als gevolg van het gedeeltelijk overhevelen van de renteswap. Het nadeel bestaat uit de door JoeJoe uit hoofde van haar renteswap betaalde rente. Het betreft een bedrag van EUR 49.358,91 (...).
2.37.
Bij brief van 28 april 2015 heeft Rabobank, voor zover hier van belang, aan JoeJoe Holding geschreven:
In onze brief van 13 maart 2015 hebben wij u geïnformeerd naar aanleiding van uw klacht over de renteswap die door IGM Real Estate B.V. is aangegaan met onze bank, en later is overgegaan naar JoeJoe Holding B.V.
Het Expertiseteam Derivaten van Rabobank Nederland heeft besloten dat de bank de renteswap van JoeJoe op kosten van de bank dient te herstructureren. (...).
Eveneens als gevolg van het oordeel van het Expertiseteam, zal de Bank IGM compenseren vor de ten gevolge van de overhedge teveel betaalde rente, en JoeJoe voor het geleden nadeel als gevolg van het gedeeltelijk overhevelen van de renteswap, alles zoals aangegeven in onze brief van 13 maart 2015.
Het betreft in totaal een bedrag van EUR 57.701,71 (tot en met 1 april 2015). Wij zullen dit bedrag aan u vergoeden (...).
2.38.
Rabobank heeft dat laatste bedrag aan IGM RE en JoeJoe Holding voldaan.
2.39.
Bij brief van 15 september 2016 van hun advocaat hebben IGM RE en JoeJoe Holding Rabobank aansprakelijk gesteld voor hun overige (gestelde) schade.
2.40.
Bij brief van 15 augustus 2018 heeft Rabobank daarop afwijzend gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
IGM RE en JoeJoe Holding vorderen dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair
de Derivaten vernietigt en Rabobank veroordeelt tot betaling aan hen van EUR 1.365.925,00 plus p.m., een en ander te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair
Rabobank veroordeelt tot betaling aan hen van EUR 1.014.051,00 plus p.m., een en ander te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
primair en subsidiair met veroordeling van Rabobank in de proceskosten en de nakosten met wettelijke rente.
3.2.
IGM RE en JoeJoe Holding leggen hieraan, kort samengevat, het volgende ten grondslag.
Rabobank heeft IGM RE en JoeJoe Holding in totaal vier renteswaps (“de Derivaten”) geadviseerd en verstrekt: die van 5 juni 2007, die van 28 juli 2008 en de twee van 22 juli 2010. Rabobank is daarbij haar verplichtingen tegenover IGM RE en JoeJoe Holding niet, althans niet voldoende, nagekomen. De eerste twee (
forward starting) renteswaps pasten niet bij de destijds nog bestaande onzekerheden ten aanzien van de nieuwbouw. Voor alle renteswaps geldt dat Rabobank IGM RE en JoeJoe Holding onvoldoende heeft geïnformeerd over de kenmerken en gewaarschuwd voor de risico’s. Als Rabobank dat wel had gedaan, zouden IGM RE en JoeJoe Holding de renteswaps niet, althans niet in deze vorm, hebben afgesloten. De tekortkomingen van Rabobank zijn eens te meer ernstig omdat er met het oog op de na te streven doelen adequate en in diverse opzichten gunstiger alternatieven beschikbaar waren in de vorm van
swaptions(opties op renteswaps) en rentecaps. Die alternatieven heeft Rabobank niet in haar advisering betrokken, zodat IGM RE en JoeJoe Holding daarvan destijds onwetend zijn gebleven.
Het primair gevorderde bedrag van EUR 1.365.925,00 is gebaseerd op dwaling en bestaat uit het verschil tussen de door IGM RE en JoeJoe Holding betaalde swaprente en de door hen ontvangen euriborrente. Het subsidiair gevorderde bedrag van EUR 1.014.051,00 is gebaseerd op schending van de zorgplicht en bestaat uit het verschil tussen de door IGM RE en JoeJoe Holding betaalde swaprente en de kosten die zij in de hypothetische situatie (waarin de schending van de zorgplicht wordt weggedacht) zouden hebben gemaakt.
Aldus steeds IGM RE en JoeJoe Holding, die hun stellingen mede toelichten aan de hand van een analyse, gedateerd 26 oktober 2018, van ICC Consultants (Partners in Finance & Risk Management).
3.3.
Rabobank voert verweer.
3.4.
Op de (nadere) stellingen over en weer zal hierna, in het kader van de beoordeling, worden ingegaan.

4.De beoordeling

Inleiding en achtergrond
4.1.
IGM Resins, destijds de werkmaatschappij van de IGM-groep, heeft het in de eerste jaren van haar bestaan goed gedaan. Daarvan getuigt ook het interne verslag van 14 mei 2007 van [accountmanager] . IGM RE en JoeJoe Holding hebben ter gelegenheid van de comparitie weliswaar gesteld dat IGM Resins “ten tijde van de financiering en de verstrekking van het rentederivaat aan het infuus hing van ABN AMRO en werd ondergebracht bij bijzonder beheer” (aantekeningen mr. Van Dam, nummer 2.5 onder (iii)), maar hebben deze (nieuwe) stelling niet toegelicht en hebben er ook geen rechtsgevolgen aan verbonden. Aan deze stelling zal daarom worden voorbijgegaan. Overigens was ABN AMRO destijds de huisbankier van IGM Resins; vergelijk hiervoor onder 2.7.
4.2.
Het succes van IGM Resins was ongetwijfeld mede de verdienste van [naam 1] en diens financiële rechterhand [naam 2] . Uit het interne verslag van 29 juli 2008 van [accountmanager] blijkt dat hun kwaliteiten destijds ook door onafhankelijke deskundigen zijn opgemerkt.
4.3.
In 2007 stond voor de IGM-groep de voorgenomen nieuwbouw prominent op de agenda. Dat gold uiteraard ook voor de financiële aspecten daarvan, dat wil zeggen het te investeren bedrag, de financiering van dat bedrag en de voorwaarden van die financiering.
4.4.
Zowel [naam 1] als [naam 2] waren intensief bij de nieuwbouw betrokken. Niet alleen als leidinggevenden bij de IGM-groep, maar ook in meer persoonlijke zin. Zoals uit het interne verslag van 14 mei 2007 van [accountmanager] blijkt, waren [naam 1] en [naam 2] het erover eens dat zij ieder voor de helft in de nieuwbouw zouden deelnemen. Dat heeft later geleid tot de oprichting van IGM RE; zie ook hiervoor onder 2.18. Volgens Rabobank behoorde [naam 2] , althans Stratco, tot de eerste aandeelhouders en bestuurders van IGM RE. IGM RE en JoeJoe Holding bestrijden dat met een enkele zin: “ [naam 2] heeft nooit aandelen in IGM RE (...) gehouden en is geen bestuurder geweest” (aantekeningen mr. Van Dam, nummer 2.5 onder (i)). IGM RE en JoeJoe Holding bestrijden echter niet de zo-even geschetste betrokkenheid van [naam 2] bij de nieuwbouw. Zij bestrijden ook niet diens betrokkenheid, van meet af aan (derhalve ook in de fase waarin JoeJoe Holding de formele gesprekspartner van Rabobank was), bij de financiële aspecten daarvan. Zij wijden voorts geen woord aan diens wezenlijke rol bij de hiervoor onder 2.20, 2.21, 2.22, 2.24 en 2.25 vermelde feiten. Tegen deze achtergrond moet aan de enkele, niet nader toegelichte stelling van IGM RE en JoeJoe Holding dat “onduidelijk (is) waarop Rabobank de bevoegdheid van [naam 2] baseerde om namens IGM RE te bevestigen de afdekking van het renterisico te verhogen” (aantekeningen mr. Van Dam, nummer 2.5 onder (i); zie ook hiervoor onder 2.18) worden voorbijgegaan. Tegen deze achtergrond moeten voorts zowel de kennis en ervaring van [naam 1] als die van [naam 2] worden toegerekend aan zowel IGM RE als JoeJoe Holding.
4.5.
[naam 1] en [naam 2] zijn beiden universitair opgeleid in te dezen relevante disciplines. Uit de processtukken blijkt dat zij en hun vennootschappen in de jaren vóór 2007 nadere kennis en ervaring hebben opgedaan van en met financieringen in diverse soorten en maten en van en met derivaten in diverse vormen (waaronder enkele rentederivaten).
4.6.
Rabobank had derhalve in [naam 1] en [naam 2] (en daarmee in IGM RE en JoeJoe Holding) gesprekspartners van niveau. Dat neemt niet weg dat Rabobank tegenover hen en hun vennootschappen (zorg)verplichtingen had. Rabobank bestrijdt dat ook niet. Zij voert echter aan dat zij aan al haar verplichtingen heeft voldaan.
Verjaring
4.7.
Rabobank beroept zich echter allereerst op verjaring en op schending van de klachtplicht in de zin van artikel 6:89 Burgerlijk Wetboek (BW).
4.8.
In het kader van de primaire vordering dient het beroep op verjaring te worden beoordeeld aan de hand van artikel 3:52 lid 1 aanhef en onder c BW: “Rechtsvorderingen tot vernietiging van een rechtshandeling verjaren (...) in geval van (...) dwaling: drie jaren nadat (...) de dwaling (...) is ontdekt”.
In het kader van de subsidiaire vordering dient het beroep op verjaring te worden beoordeeld aan de hand van artikel 3:310 lid 1 BW: “Een rechtsvordering tot vergoeding van schade (...) verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade (...) als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden (...)”.
Artikel 3:316 lid 1 BW bepaalt dat de verjaring van een rechtsvordering wordt gestuit door het instellen van een eis, alsmede door iedere andere daad van rechtsvervolging van de zijde van de gerechtigde, die in de vereiste vorm geschiedt. Artikel 3:317 lid 1 BW bepaalt dat de verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Artikel 3:317 lid 2 BW bepaalt dat de verjaring van andere rechtsvorderingen wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning, indien deze binnen zes maanden wordt gevolgd door een stuitingshandeling als omschreven in artikel 3:316 BW. Artikel 3:318 BW bepaalt dat erkenning van het recht tot welks bescherming een rechtsvordering dient de verjaring stuit van de rechtsvordering tegen hem die het recht erkent.
4.9.
Het verjaringsverweer van Rabobank gaat uit van de in nummer 178 van de conclusie van antwoord opgenomen – door IGM RE en JoeJoe Holding op zichzelf niet bestreden – samenvatting van de verwijten aan haar adres. Het laat zich schematisch als volgt samenvatten:
Onderwerp
Aanvang verjaringstermijn
1.Werking Afgesproken Bedrag en mogelijke impact van rentefluctuaties
2 januari 2008, althans 1 januari 2009, althans 9 september 2010
2.Mogelijke omvang negatieve marktwaarde
25 juli 2008, althans 1 januari 2009, althans 16 juli 2010, althans 28 januari 2011, althans 12 januari 2012, althans 18 december 2014
3.Niet mede vastzetten van de opslag van de leningen met de renteswaps
25 juli 2008, althans 31 maart 2009, althans 16 juli 2010, althans 10 maart 2013, althans 4 december 2014, althans 18 december 2014
4.Kosten overdekking
16 juli 2010
5.Meer passende alternatieven
18 december 2014
Rabobank voert aan dat op 18 december 2014 (zie hiervoor onder 2.35) de op dwaling gebaseerde (primaire) vordering was verjaard en dat hetzelfde geldt voor de op schending van de zorgplicht gebaseerde (subsidiaire) vordering, voor zover deze de eerste drie hiervoor vermelde onderwerpen betreft. Dit verweer impliceert dat de verjaring van beide vorderingen (in zoverre) niet tijdig is gestuit.
4.10.
IGM RE en JoeJoe Holding gaan op dit verjaringsverweer van Rabobank niet of nauwelijks in, terwijl dit wel op hun weg had gelegen. Zij hebben dit verweer dan ook niet voldoende betwist.
4.11.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank met Rabobank van oordeel dat de op dwaling gebaseerde (primaire) vordering is verjaard en dat hetzelfde geldt voor de op schending van de zorgplicht gebaseerde (subsidiaire) vordering, voor zover deze de eerste drie hiervoor onder 4.9 vermelde onderwerpen betreft.
4.12.
Resteert de op schending van de zorgplicht gebaseerde (subsidiaire) vordering, voor zover deze de laatste twee hiervoor onder 4.9 vermelde onderwerpen betreft. Artikel 6:89 BW staat aan beoordeling hiervan niet in de weg. Rabobank voert aan dat zij door de late klachten van IGM Resins en JoeJoe Holding in haar bewijspositie is geschaad. Partijen zijn echter vanaf 2007 enkele overeenkomsten met lange looptijden met elkaar aangegaan. Zij hebben vervolgens regelmatig contact met elkaar gehad. Rabobank is daarbij in het merendeel van de gevallen vertegenwoordigd door [accountmanager] en/of [adviseur] . Beiden zijn ook aan de zijde van Rabobank verschenen ter comparitie.
4.13.
Partijen zijn ter zake van de post “Kosten overdekking” buiten rechte tot een minnelijke regeling gekomen; zie hiervoor onder 2.37 en 2.38. Deze post behoeft daarom geen behandeling.
Zorgplicht / meer passende alternatieven
4.14.
De post “Meer passende alternatieven” betreft volgens IGM RE en JoeJoe Holding de kern van de zaak.
4.15.
Vooropgesteld wordt dat de beoordeling van deze post dient te geschieden op basis van de toenmalige feiten en omstandigheden (en niet (mede) op basis van ontwikkelingen sedertdien).
4.16.
Vooropgesteld wordt voorts dat de vordering slechts kan slagen als Rabobank tegenover IGM RE en JoeJoe Holding zogezegd iets fout heeft gedaan (en niet reeds als Rabobank het ook anders of zelfs beter had kunnen doen).
4.17.
Zoals hiervoor onder 4.3 reeds is overwogen, stond in 2007 voor de IGM-groep de voorgenomen nieuwbouw prominent op de agenda. Deze had diverse aspecten. Rabobank was bij de meeste aspecten niet betrokken. Met betrekking tot de aspecten waarbij zij niet betrokken was, was zij aangewezen op informatie van de IGM-groep.
4.18.
Bij de financiële aspecten springen, naast het te investeren bedrag, de modaliteiten van de te verkrijgen financiering(en) in het oog. Dit betreft onder meer de aan de financier(s) te betalen rente. Niet in geschil is dat de IGM-groep de nieuwbouw niet uit eigen middelen kon of wilde financieren. Ook is niet in geschil dat Rabobank aan financiering niet de voorwaarde verbond dat het renterisico zou worden afgedekt.
4.19.
IGM RE en JoeJoe Holding verwijten Rabobank dat zij hen de eerste (
forward starting) renteswap (die van 5 juni 2007) heeft geadviseerd, terwijl nog niet definitief vaststond dat de nieuwbouw zou plaatsvinden en dus ook niet dat er een financiering (met een daaraan gekoppeld renterisico) zou komen.
Aan IGM RE en JoeJoe Holding kan worden toegegeven dat onder de gegeven omstandigheden enige voorzichtigheid geboden was. Elk voorschot op de toekomst is nu eenmaal onzeker. Niettemin worden IGM RE en JoeJoe Holding niet gevolgd. Redengevend is het volgende.
Zoals hiervoor onder 4.17 reeds is overwogen, was Rabobank met betrekking tot diverse aspecten van de nieuwbouw aangewezen op de informatie van de IGM-groep. IGM RE en JoeJoe Holding stellen niet dat in het interne verslag van 14 mei 2017 van [accountmanager] ten onrechte is vermeld dat [naam 1] toen de verwachting heeft uitgesproken dat de oplevering eind 2008 zou plaatsvinden. Zij stellen ook niet dat [naam 1] bij het uitspreken van zijn verwachting enig voorbehoud heeft gemaakt (bijvoorbeeld met betrekking tot de benodigde milieuvergunningen voor de beoogde opslag van chemische stoffen). Zij stellen voorts niet dat Rabobank aanleiding had om de verwachting van [naam 1] te temperen en daarnaar had moeten handelen. Uit het interne verslag van [accountmanager] blijkt dat de IGM-groep het stadium van plannen maken ruimschoots voorbij was. De onderhandelingen met de gemeente waren vergevorderd, het te investeren bedrag was bekend. De IGM-groep was actief op zoek naar een financiering voor dat bedrag. Nieuwbouw, vergunningen en financiering zijn er later daadwerkelijk gekomen.
IGM RE en JoeJoe Holding stellen dat [naam 1] in mei 2007 niet om een renteswap heeft gevraagd. Zij bestrijden echter niet het verweer van Rabobank dat de rente destijds laag was, maar naar verwachting zou (blijven) stijgen. Zij bestrijden ook niet het verweer van Rabobank dat JoeJoe Holding hechtte aan rentezekerheid. Rabobank wijst erop dat de ingangsdatum van de renteswap (en daarmee van de voor JoeJoe Holding daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen) min of meer samenvalt met de geplande opleveringsdatum van de nieuwbouw (en de geplande datum van omzetting van het niet afgedekte investeringskrediet in de geldlening met het af te dekken renterisico). Rabobank wijst er voorts op dat het nieuwe gebouw langdurig zou worden verhuurd (onder andere aan IGM Resins) en dat de daaruit voortvloeiende, in beginsel bestendige inkomsten bij voorkeur dienden te worden gecombineerd met in beginsel bestendige uitgaven (waarvan de financieringsrente een wezenlijk onderdeel is). Met de renteswap van 5 juni 2007 was JoeJoe Holding met ingang van de door haarzelf gekozen datum op voorhand verzekerd van een vaste rente over een nominaal bedrag dat gelijke tred hield met de (aflossing van de) onderliggende financiering. Op 5 juni 2007 kostte haar dat nog niets. Voor bijvoorbeeld een
swaptionlag dat anders; Rabobank noemt een premie van om en nabij EUR 50.000,00.
Met de door IGM RE en JoeJoe Holding gesuggereerde druk van de zijde van Rabobank om een renteswap af te sluiten heeft dit alles niets te maken. Het gaat om een in alle vrijheid door JoeJoe Holding te maken zakelijke afweging.
Gesteld noch gebleken is dat JoeJoe Holding destijds de in de brief van 15 mei 2007 van Rabobank vastgelegde uitgangspunten bij Rabobank ter discussie heeft gesteld. [naam 1] heeft de brief van 5 juni 2007 van Rabobank zonder voorbehoud getekend en geretourneerd.
4.20.
De tweede (eveneens (
forward starting) renteswap (die van 28 juli 2008) is in wezen slechts een aanpassing aan de inmiddels gewijzigde omstandigheden: de vervanging van JoeJoe Holding door IGM RE, de verhoging van het in de nieuwbouw te investeren bedrag van EUR 2.500.000,00 naar EUR 4.000.000,00 en de verschuiving van de opleveringsdatum van eind 2008 naar medio 2009. Zie ook de interne verslagen van [accountmanager] van 15 februari 2008 en 26 mei 2008/16 juni 2008. [naam 2] heeft de brief van 28 juli 2008 van Rabobank dan ook zonder voorbehoud getekend en geretourneerd. IGM RE en JoeJoe Holding maken niet voldoende duidelijk waarom enkel deze gewijzigde omstandigheden voor Rabobank aanleiding hadden moeten zijn haar eerdere advies te herzien. De toekomst was inmiddels wat minder onzeker dan in juni 2007.
4.21.
De derde en de vierde renteswap (die van 22 juli 2010) zijn in wezen slechts aanpassingen aan (onder meer) de in het interne verslag van 16 juli 2010 van [accountmanager] beschreven omstandigheden. De toen door JoeJoe Holding afgesloten renteswap is hiervoor onder 4.13 reeds behandeld. IGM RE zette in wezen slechts de lopende tweede renteswap (die van 28 juli 2008) voort. IGM RE en JoeJoe Holding maken niet voldoende duidelijk welk verwijt Rabobank in dit laatste verband treft.
4.22.
Uit het voorgaande vloeit voort dat niet kan worden geoordeeld dat Rabobank ter zake van de post “Meer passende alternatieven” haar zorgplicht heeft geschonden.
Ten overvloede
4.23.
Aan dit alles wordt, ten overvloede, het volgende toegevoegd. Uit de processtukken komt naar voren dat Rabobank IGM RE en JoeJoe Holding uitvoerig heeft geïnformeerd over de kenmerken en risico’s van renteswaps. Dat heeft Rabobank gedaan met algemene informatie en met op IGM RE en JoeJoe Holding toegespitste informatie. Aangenomen moet worden dat [naam 1] en [naam 2] al deze informatie zorgvuldig tot zich hebben genomen. Met eventuele vragen konden zij terecht bij [accountmanager] en [adviseur] . Niet voldoende gesteld of gebleken is dat IGM RE en JoeJoe Holding in geval van nog uitvoeriger informatie door Rabobank andere keuzes zouden hebben gemaakt. Ook niet voldoende gesteld of gebleken is dat zich een of meer risico’s van renteswaps hebben verwezenlijkt en dat IGM RE en JoeJoe Holding daardoor schade hebben geleden.
Conclusie en kostenveroordeling
4.24.
Uit al het voorgaande vloeit voort dat het gevorderde dient te worden afgewezen. De overige stellingen behoeven geen behandeling.
4.25.
IGM RE en JoeJoe Holding zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de aan de zijde van Rabobank gevallen proceskosten. Deze worden begroot op EUR 4.030,00 aan griffierecht en EUR 7.712,00 aan salaris advocaat (twee punten, tarief VIII), in totaal 11.742,00. De gevorderde nakosten en de gevorderde wettelijke rente zijn toewijsbaar op de in de beslissing vermelde wijze.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt IGM RE en JoeJoe Holding in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van Rabobank begroot op EUR 11.742,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na heden;
5.3.
veroordeelt IGM RE en JoeJoe Holding in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op EUR 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na heden, en voorts te vermeerderen, onder de voorwaarde dat IGM RE en JoeJoe Holding niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met EUR 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening;
5.4.
verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van Eekeren en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2020.