Hierna wordt de vordering beoordeeld voor zover deze is gegrond op onrechtmatig handelen van Dexia jegens Leaseproces (eiseres sub 1). Voorop gesteld wordt dat Leaseproces een voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vordering aangezien gesprekken tussen Dexia en de klanten blijven doorgaan. Aan de orde is of Dexia onrechtmatig handelt jegens Leaseproces door de klanten te benaderen zonder Leaseproces daarbij te betrekken.
Met Dexia wordt geoordeeld dat de regels die gelden voor de advocatuur, hoe dan ook niet van toepassing zijn op de verhouding tussen Dexia en Leaseproces. Leaseproces is immers niet als advocaat betrokken bij het geschil tussen de klanten en Dexia.
Verder wordt overwogen dat Leaseproces niet heeft betwist dat, zoals Dexia heeft aangevoerd, de klanten die door Dexia worden benaderd, steeds de mogelijkheid hebben om geen gesprek aan te gaan, een gesprek af te breken of om Leaseproces daarbij te betrekken terwijl niets eraan in de weg staat dat Leaseproces zelf haar klanten benadert met de mededeling dat zij bij een eventueel gesprek met Dexia aanwezig kan zijn.
Leaseproces stelt dat de werkwijze van Dexia haar belet om haar werk, het behartigen van de belangen van haar klanten, efficiënt te doen en dat zij daardoor de belangen van haar klanten niet effectief kan behartigen. Leaseproces heeft er, zo stelt zij, belang bij dat zij niet wordt belemmerd in haar taak om de klanten bij te staan. Dexia heeft hiertegenover gesteld dat haar belang erin is gelegen dat de afwikkeling van de effectenlease affaire wordt bespoedigd. Overwogen wordt dat Dexia, mede gelet op het tijdsverloop sinds Leaseproces in 2006 en 2007 door het sturen van de vele standaardbrieven (zie 2.4) met haar werkzaamheden is gestart, niet onrechtmatig handelt door haar belang zwaarder te laten wegen dan dat van Leaseproces. Van onrechtmatig handelen aan de zijde van Dexia door haar werkwijze is onder alle naar voren gebrachte omstandigheden dan ook geen sprake.
Daarbij wordt overwogen dat Leaseproces niet concreet heeft onderbouwd dat Dexia de klanten tegen Leaseproces opzet. Iets dergelijks is in geen van de verklaringen van klanten (zie hiervoor onder 2.7) terug te vinden. Tenslotte heeft Leaseproces aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het onrechtmatig is om verplichtingen jegens de klanten aan te gaan waarvan vooraf bekend is dat zij niet zullen worden nagekomen, zoals de garanties van Dexia. Overwogen wordt dat, zelfs als Dexia hiermee onrechtmatig jegens de klanten zou handelen, dit geen onrechtmatig handelen jegens Leaseproces kan opleveren, zodat ook deze grondslag de vordering in dit geding – waarbij de klanten geen partij zijn - niet kan dragen. Hetzelfde geldt voor de stelling dat Dexia misbruik maakt van een gebrek aan juridische kennis van de klanten.