Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
“Al een paar keer heb ik aangegeven toe te willen werken naar de nieuwe fase zoals opgenomen in het ouderschapsplan, te weten vanaf zijn eerste verjaardag een overnachting in [woonplaats] . Jij hebt dit tegen gehouden met als reden dat [minderjarige] last heeft van allergie. (…) Deze winter is hij naar jouw zeggen vaak verkouden en ziek geweest, waardoor ik het iets meer tijd heb willen geven. Er is door mij aangegeven dat ik in het begin van de zomer 2020 wil toewerken naar een omgangsregeling, waarbij [minderjarige] meer met mij alleen is in mijn eigen omgeving. (…)”
“(…) De omgangsregeling zoals opgenomen in het ouderschapsplan ten tijde van onze scheiding en voordat [minderjarige] zelfs nog geboren was, houdt geenszins rekening met de huidige stand van zaken. Daarom is het ook goed dat erin opgenomen staat dat we het plan ieder jaar horen te evalueren. Hetgeen we naar mijn weten ook hebben gedaan en geconcludeerd dat [minderjarige] nog veel te klein/ jong is om heen en weer gesleept te worden naar [woonplaats] .”
De gevaren van de corona crisis zijn een realiteit, maar je negeert de adviezen van de overheid en hebt toch nog steeds veel contacten, in o.a. je werk. Dat is de reden waarom je een groot risico bent voor mijn ouders, die (…) tot een kwetsbare groep behoren.
Daarnaast vind ik het net zo goed een heel naar idee dat je [minderjarige] blootstelt aan dat risico. (…)
Ik zal (vooralsnog) akkoord gaan met je voorstel om de bezoeken te beperken tot buitenwandelingen, onder de voorwaarden dat:
- je niet binnenkomt bij mijn ouders;
- gepaste afstand van 1,5 meter aanhoudt;
- de wandelingen weer-afhankelijk zijn. Indien, het weer het niet toelaat zal er een andere dag afgesproken worden tussen ons (dus niet met mijn ouders);
- Bovenstaande geldt uiteraard enkel zolang je geen symptomen vertoont. Ik hoop op je eerlijkheid wat dat betreft.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
6.De beoordeling in reconventie
7.De beslissing
- de eerste vier zaterdagen na heden verblijft [minderjarige] bij [eiser] van 11.00 tot 15.00 uur, waarbij [gedaagde] met hem meegaat en hem weer mee terugneemt;
- daarna verblijft [minderjarige] op zaterdagen van 10.00 tot 17.00 bij [eiser] , waarbij [gedaagde] [minderjarige] bij [eiser] brengt en [eiser] hem om 17.00 uur weer terugbrengt;
- naast de zaterdagen heeft [minderjarige] contact met [eiser] op de woensdagen, waarbij [eiser] naar [minderjarige] toe gaat en waarbij de tijden tussen partijen onderling worden afgesproken,