In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 20 mei 2020, is een kort geding aan de orde waarin de eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. el Mhassani, verzoekt om voorlopige toevertrouwing van haar minderjarige kinderen aan haarzelf. De eiseres heeft een relatie met de gedaagde, die tijdelijk een huisverbod heeft gekregen vanwege huiselijk geweld. De eiseres vordert ook het uitsluitend gebruik van de huurwoning, die op naam van de gedaagde staat, voor een periode van negen maanden. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M. Dorgelo, verzet zich tegen de vorderingen en stelt dat de woning niet geschikt is voor een gezin met drie kinderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 mei 2020 is gebleken dat de partijen al vijf jaar een affectieve relatie hebben en dat er twee minderjarige kinderen zijn geboren uit deze relatie. De eiseres is momenteel zwanger van een derde kind. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eiseres in de toekomst beter in staat zal zijn om voor de kinderen te zorgen, gezien haar huidige situatie en de zwangerschap. De rechter heeft besloten dat de minderjarige 2 voorlopig aan de eiseres wordt toevertrouwd, terwijl de gedaagde de woning moet verlaten.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseres om het uitsluitend gebruik van de woning voor negen maanden toegekend, maar heeft dit beperkt tot drie maanden. De rechter heeft ook bepaald dat de gedaagde de afspraken moet naleven en dat er geen noodzaak is voor afdwinging met de sterke arm. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 20 mei 2020.