ECLI:NL:RBAMS:2020:2741

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 april 2020
Publicatiedatum
28 mei 2020
Zaaknummer
C/13 / 682426 / FA RK 20-2015
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en alcoholproblemen

Op 16 april 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en ernstige alcoholproblemen. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging toegewezen, waarbij de noodzaak van verplichte zorg werd onderbouwd door de medische verklaring van de onafhankelijk psychiater, de heer T.J.M. Ingenhoven. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege coronamaatregelen, werd duidelijk dat de betrokkene in het verleden gevaarlijk gedrag vertoonde, wat de noodzaak voor opname in een accommodatie onderstreepte. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel, zoals levensgevaar en maatschappelijke teloorgang, te voorkomen. De rechtbank heeft verschillende vormen van zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 18 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 682426 / FA RK 20-2015
kenmerk: OMZ400131
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 16 april 2020van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
Betrokkene: [betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] (Libië),
verblijvende te Arkin kliniek, locatie [adres] , Amsterdam.
Raadsman: mr. J.G. Schmidt te Schagen.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 9 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 24 maart 2020;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen d.d. 23 maart 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur, bedoeld in artikel 5:15;
  • de gegevens, bedoeld in artikel 5:4, eerste lid, onderdelen b en c;
  • het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging;
  • een uittreksel uit het in artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde curateleregister.
Voor aanvang van de mondelinge behandeling heeft de behandelend psychiater nog de volgende stukken overgelegd:
  • het aangepaste zorgplan d.d. 10 april 2020;
  • een door betrokkene en de zorgverantwoordelijke opgestelde zorgkaart d.d. 10 april 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 april 2020. Vanwege de getroffen maatregelen rond het coronavirus, heeft de rechtspraak besloten alle rechtbanken te sluiten. Urgente zaken zoals de onderhavige gaan wel door met dien verstande dat, ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus, de rechtbank zich niet naar de instelling begeeft om betrokkene daar te horen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling daarom telefonisch laten plaatsvinden. Door of namens betrokkene is geen bezwaar gemaakt tegen deze manier van horen. De volgende personen zijn gelijktijdig telefonisch door de rechtbank gehoord:
- betrokkene;
- raadsman van betrokkene, mr. J.G. Schmidt;
- arts, mevrouw S. Aidit;
- psychiater, de heer R. Bronsema;
- begeleider, de heer [naam] ;
- curator, mevrouw D.C.S.N.L. van der Wal.
Ook is de heer T.J.M. Ingenhoven gehoord, de onafhankelijk psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte, is die niet gehoord
.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en ernstige problemen in alcoholgebruik.
2.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële en immateriële schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg wijst de rechtbank de volgende vormen van zorg toe, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, en
  • opnemen in een accommodatie.
2.5
Ten aanzien van het ‘opnemen in een accommodatie’ heeft de rechtbank geconstateerd dat deze vorm van verplichte zorg niet in de medische verklaring is opgenomen, maar wel in het zorgplan, het voorstel van de geneesheer-directeur en in het verzoek. De onafhankelijk psychiater, de heer T.J.M. Ingenhoven, is daarom tijdens de mondelinge behandeling gehoord. Hij heeft toegelicht dat hij nog in mindere mate bekend is met het nieuwe kader van de Wvggz. Ten tijde van het onderzoek van betrokkene zag hij onvoldoende aanleiding om deze vorm in de zorgmachtiging op te nemen omdat het beter gaat met betrokkene en er op dat moment geen noodzaak bestond voor het opnemen in een accommodatie. De geschiedenis van betrokkene leert echter dat als betrokkene psychotisch wordt, hij zeer gevaarlijk wordt, met name voor andere mensen. Een opname in een accommodatie is dan noodzakelijk om betrokkene weer goed in te stellen op medicatie. De onafhankelijk psychiater dacht ten tijde van het opstellen van de medische verklaring dat een dergelijke situatie zou kunnen worden ondervangen door een crisismaatregel te laten nemen, maar is bij nader inzien van mening dat het de voorkeur heeft om het opnemen in een accommodatie wel in de zorgmachtiging op te nemen.
2.6
De rechtbank overweegt dat betrokkene thans voor de duur van een jaar opgenomen is geweest in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht, nadat hij onder invloed van een psychose en alcohol een willekeurige voorbijganger met een mes had mishandeld. Inmiddels gaat het beter met betrokkene en zal hij - zodra dit verzoek wordt toegewezen - uitstromen naar een begeleid wonen plek. Om betrokkene psychiatrisch stabiel te houden, is het belangrijk dat hij geen alcohol consumeert en zijn antipsychotica blijft gebruiken. Mocht betrokkene decompenseren, dan is het belangrijk dat er tijdig kan worden ingegrepen met een opname, omdat er ander ernstig nadeel voor de veiligheid van anderen kan ontstaan. Opnemen in een accommodatie op basis van een crisismaatregel kan alleen wanneer er sprake is van een crisissituatie (onmiddellijk dreigend ernstig nadeel), terwijl de zorgmachtiging een dergelijke situatie nu juist beoogt te voorkomen. Het geheel overwegende ziet de rechtbank dan ook aanleiding om deze vorm van zorg op te nemen in de zorgmachtiging, waarbij geldt dat een opname alleen kan worden ingezet indien het ernstig nadeel ambulant niet langer kan worden afgewend.
2.7
De rechtbank zal het ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ en het ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ eveneens toewijzen nu de behandelend psychiater de noodzaak ervan voldoende heeft gemotiveerd. De raadsman van betrokkene heeft zich gerefereerd naar het oordeel van de rechtbank.
2.8
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.1
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleenteen zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] (Libië), inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie voor de duur van zes maanden;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van zes maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van zes maanden;
  • insluiten voor de duur van zes maanden;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van zes maanden;
  • onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van zes maanden;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van zes maanden;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van zes maanden;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van zes maanden;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek voor de duur van zes maanden, en
  • opnemen in een accommodatie voor de duur van zes maanden.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 16 oktober 2020.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Beunk, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2020, bijgestaan door mei G.P. Menkveld als griffier. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 18 mei 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.