Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.In het incident
3.In de hoofdzaak
voor een beoordeling van de ingestelde vorderingen op individueel niveau nodig [is] dat voor elk van de lastgevers feiten worden gesteld over wat er in hun individuele geval precies aan de hand is geweest”. Dit staat er echter niet aan in de weg dat Swapschade B.V. dit in de onderhavige zaak alsnog doet. Het staat een partij in beginsel immers vrij om in een lopende procedure (ook in hoger beroep) zijn koers te wijzigen en nieuwe stellingen te betrekken. Dit recht kan echter door de eisen van een goede procesorde worden begrensd. In dit geval bestaat evenwel geen aanleiding dit recht met het oog daarop te begrenzen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat het hier om reeds ingenomen stellingen gaat die Swapschade B.V. van een (nadere, feitelijke) onderbouwing wenst te voorzien in een stand van de procedure, waarin dat nog goed mogelijk is. Er heeft immers nog geen comparitie of re- en dupliek plaatsgevonden; er moet zelfs nog van antwoord worden gediend. Er bestaat in dit geval dan ook geen aanleiding om Swapschade B.V. het recht om al ingenomen stellingen nader met feiten en omstandigheden te onderbouwen, (reeds nu) te ontzeggen.
4.De beslissing
SWAPSCHADE B.V.(namens Exploitatie-Maatschappij Sint Joris B.V.) /
ABN AMRO BANK N.V.met zaak- en rolnummer C/13/670630 / HA ZA 19-871;
SWAPSCHADE B.V.(namens [naam BV] ) /
ABN AMRO BANK N.V.met zaak- en rolnummer C/13/678660 / HA ZA 20-108;
SWAPSCHADE B.V.(namens [naam CV] en haar beherend vennoten [vennoot CV 1] en [vennoot CV 2] ) /
ABN AMRO BANK N.V.met zaak- en rolnummer C/13/678661 / HA ZA 20-109;