In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] en [gedaagde]. De procedure betreft een vordering van [eiseres] tot terugbetaling van een bedrag van € 12.183,34, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en kosten van juridische bijstand. [eiseres] stelt dat zij [gedaagde] een bedrag van € 20.000,00 heeft kwijtgescholden, maar dat deze kwijtschelding onder bedreiging tot stand is gekomen, waardoor zij alsnog recht heeft op terugbetaling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kwijtschelding rechtsgeldig is en dat er geen bewijs is geleverd voor de gestelde bedreiging. De rechter oordeelt dat de kwijtschelding niet kan worden vernietigd en dat [gedaagde] niet gehouden is tot terugbetaling van de bedragen die [eiseres] heeft voorgeschoten. De vorderingen van [eiseres] worden afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].