In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 25 mei 2020, is het klaagschrift van klager, een beroepschauffeur, behandeld. Klager had zijn rijbewijs verloren na een snelheidsovertreding van 87 km/u boven de toegestane snelheid van 100 km/u op de Rijksweg A1 in Muiden op 14 april 2020. Klager had eerder, in 2019, een veroordeling voor het doorrijden na een aanrijding. Het Openbaar Ministerie had het rijbewijs voor vier maanden ingehouden, tot 12 augustus 2020. Klager stelde dat hij zijn rijbewijs nodig had voor zijn werk en dat hij zonder rijbewijs geen inkomen had. De officier van justitie verzette zich tegen de teruggave van het rijbewijs, verwijzend naar de verkeersveiligheid en de recidive van klager.
De rechtbank overwoog dat de inhouding van het rijbewijs rechtmatig was, gezien de ernst van de overtreding en de eerdere veroordeling van klager. Echter, de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van klager, die afhankelijk was van zijn rijbewijs voor zijn werk. De rechtbank besloot dat het beklag gegrond was voor zover de inhouding van het rijbewijs voortduurde na 14 juni 2020. Klager kreeg zijn rijbewijs terug met ingang van deze datum. De beslissing werd genomen door rechter M.A.E. Somsen, in aanwezigheid van griffier G. Onnink, en werd openbaar uitgesproken op 25 mei 2020. Klager heeft de mogelijkheid om beroep in cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.