ECLI:NL:RBAMS:2020:3638

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 juni 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
19/5301
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave van in beslag genomen geldbedragen en simkaart

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 3 juni 2020, wordt het klaagschrift behandeld dat is ingediend door [naam klager] met betrekking tot de teruggave van in beslag genomen geldbedragen en een simkaart. Het klaagschrift is op 17 september 2019 ter griffie ontvangen, maar de behandeling is door de coronacrisis uitgesteld. De officier van justitie en de raadsman van klager hebben aangegeven dat de zaak zonder zitting kan worden behandeld, wat heeft geleid tot een schriftelijke uitwisseling van standpunten.

Het klaagschrift betreft de teruggave van in beslag genomen geldbedragen van in totaal € 4.795,- en een Vodafone simkaart. Klager stelt dat hij de rechtmatige eigenaar is van deze goederen en dat hij deze niet heeft verkregen door middel van een strafbaar feit. De raadsman heeft betoogd dat er geen gerechtvaardigd belang is om het beslag te handhaven, aangezien klager geen verdachte is in de strafzaak die aanleiding gaf tot de doorzoeking.

De officier van justitie heeft per e-mail bevestigd dat er een beslissing tot teruggave van de geldbedragen is genomen, maar deze is nog niet op schrift gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie geen bezwaar heeft tegen de teruggave van de simkaart. Gezien het feit dat klager nog niet over zijn geld kan beschikken, heeft de rechtbank het klaagschrift gegrond verklaard en gelast tot teruggave van de in beslag genomen goederen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 19/5301
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[naam klager] ,
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman,
mr. R.H. Bouwman,
[kantooradres] ,
klager, tevens beslagene.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 17 september 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
In verband met de coronacrisis heeft de geplande zitting op 28 april 2020 niet plaatsgevonden. Zowel de officier van justitie als de raadsman van klager hebben per e-mail aangegeven dat een behandeling van het bezwaarschrift zonder zitting kan plaatsvinden en dat volstaan kan worden met een uitwisseling van schriftelijke standpunten.
De rechtbank heeft op 30 april en 4 mei 2020 per e-mail de standpunten van de officier van justitie en de raadsman van klager ontvangen. Op 13, 18 en 20 mei 2020 heeft de rechtbank een nadere toelichting op de standpunten van de officier van justitie en de raadsman van klager ontvangen.

2.Inhoud klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave aan klager van de bij hem in beslag genomen geldbedragen:
  • € 245,- (goednummer: [goednummer 1] );
  • € 1.800,- (goednummer: [goednummer 2] );
  • € 2.750,- (goednummer: [goednummer 3] ); en
  • Vodafone simkaart (goednummer: [goednummer 4] ).
De raadsman heeft het volgende in zijn klaagschrift opgenomen. Op 4 september 2019 heeft er in de woning van klager een doorzoeking plaatsgevonden. De doorzoeking was niet gericht tegen klager. In de slaapkamer van klager zijn echter geldbedragen aangetroffen ter waarde van in totaal € 4.795,-, welke in beslag zijn genomen, alsmede een simkaart. Klager is de rechtmatige eigenaar van het geldbedrag en de in beslag genomen simkaart. Klager heeft het geldbedrag noch de simkaart door enig strafbaar feit verkregen of onttrokken aan een rechthebbende. Ook is klager geen verdachte in de strafzaak waarvoor de doorzoeking plaatsvond.
Volgens klager wordt hij bezwaard door de inbeslagneming en het voortduren daarvan. De raadsman stelt zich op het standpunt dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen de gevraagde teruggave, nu er immers geen gerechtvaardigd onderzoeksbelang is om beslaglegging te laten voortduren.
Op 4 en 13 mei 2020 heeft de raadsman van klager aangegeven dat de officier van justitie heeft beslist tot teruggave van de in beslag genomen geldbedragen, maar dat deze beslissing niet op papier is gesteld. Derhalve kan klager nog niet over zijn geld beschikken. Op 20 mei 2020 heeft de raadsman van klager aangegeven dat hij verder persisteert bij zijn ingenomen standpunt ten aanzien van de in beslag genomen simkaart.

3.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft per mail aangegeven dat er ten aanzien van de in beslag genomen geldbedragen een beslissing tot teruggave is genomen. Het klaagschrift moet ten aanzien van de geldbedragen ongegrond worden verklaard. Verder heeft de officier van justitie aangegeven dat zij geen bezwaar heeft tegen het retourneren van de in beslag genomen simkaart.

4.Beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op
4 september 2019zijn op de voet van artikel 94 Sv voornoemde geldbedragen en simkaart in beslag genomen.
Op 11 september 2019 heeft klager een klaagschrift ingediend.
De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen geldbedragen en simkaart aan klager. Nu de beslissing tot teruggave ten aanzien van de geldbedragen nog niet op schrift is gesteld en klager daarom nog niet over zijn geld kan beschikken, zal het beklag geheel gegrond worden verklaard.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag
gegronden
gelast de teruggavevan:
  • € 245,- (goednummer: [goednummer 1] );
  • € 1.800,- (goednummer: [goednummer 2] );
  • € 2.750,- (goednummer: [goednummer 3] ); en
  • Vodafone simkaart (goednummer: [goednummer 4] ),
aan klager
[naam klager] .
Deze beslissing is gegeven op 3 juni 2020 door
mr. L. Dolfing, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose griffier.