In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 3 juni 2020, wordt het klaagschrift behandeld dat is ingediend door [naam klager] met betrekking tot de teruggave van in beslag genomen geldbedragen en een simkaart. Het klaagschrift is op 17 september 2019 ter griffie ontvangen, maar de behandeling is door de coronacrisis uitgesteld. De officier van justitie en de raadsman van klager hebben aangegeven dat de zaak zonder zitting kan worden behandeld, wat heeft geleid tot een schriftelijke uitwisseling van standpunten.
Het klaagschrift betreft de teruggave van in beslag genomen geldbedragen van in totaal € 4.795,- en een Vodafone simkaart. Klager stelt dat hij de rechtmatige eigenaar is van deze goederen en dat hij deze niet heeft verkregen door middel van een strafbaar feit. De raadsman heeft betoogd dat er geen gerechtvaardigd belang is om het beslag te handhaven, aangezien klager geen verdachte is in de strafzaak die aanleiding gaf tot de doorzoeking.
De officier van justitie heeft per e-mail bevestigd dat er een beslissing tot teruggave van de geldbedragen is genomen, maar deze is nog niet op schrift gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie geen bezwaar heeft tegen de teruggave van de simkaart. Gezien het feit dat klager nog niet over zijn geld kan beschikken, heeft de rechtbank het klaagschrift gegrond verklaard en gelast tot teruggave van de in beslag genomen goederen.