Uitspraak
1.Procesverloop
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- mevrouw M. Rozendal, psychiater;
- de heer H.C. Boon, ambulant psychiater.
.
Rechtbank Amsterdam
Op 15 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1964, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, en twee psychiaters zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere motivering van het verzoek nodig achtte.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor verplichte zorg was voldaan. Dit houdt in dat het gedrag van de betrokkene als gevolg van zijn psychische stoornis ernstig nadeel moet veroorzaken, en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn. De rechtbank concludeerde dat het gestelde ernstige nadeel, zoals maatschappelijke en financiële teloorgang en zelfverwaarlozing, onvoldoende was onderbouwd. Er waren geen meldingen of andere bewijsstukken die het risico op ernstig nadeel konden bevestigen. Bovendien was het onduidelijk waarom niet eerder was overgegaan tot minder ingrijpende maatregelen zoals beschermingsbewind of curatele.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen, omdat niet was aangetoond dat aan de vereisten van de Wvggz was voldaan. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L. van der Heijden en is op 22 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.