ECLI:NL:RBAMS:2020:3672

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
27 juli 2020
Zaaknummer
C/13/667748 / FA RK 19.3587
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1964, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, en twee psychiaters zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere motivering van het verzoek nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor verplichte zorg was voldaan. Dit houdt in dat het gedrag van de betrokkene als gevolg van zijn psychische stoornis ernstig nadeel moet veroorzaken, en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn. De rechtbank concludeerde dat het gestelde ernstige nadeel, zoals maatschappelijke en financiële teloorgang en zelfverwaarlozing, onvoldoende was onderbouwd. Er waren geen meldingen of andere bewijsstukken die het risico op ernstig nadeel konden bevestigen. Bovendien was het onduidelijk waarom niet eerder was overgegaan tot minder ingrijpende maatregelen zoals beschermingsbewind of curatele.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen, omdat niet was aangetoond dat aan de vereisten van de Wvggz was voldaan. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L. van der Heijden en is op 22 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM.
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/683935 / 20-2824
kenmerk: OMZ399730
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 15 juli 2020van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te Amsterdam, [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. W.A.L. de Boer.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 11 mei 2020.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 juli 2020, in het gerechtsgebouw te Amsterdam. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene;
  • bovengenoemde advocaat;
  • mevrouw M. Rozendal, psychiater;
  • de heer H.C. Boon, ambulant psychiater.
1.3
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen
.

2.Beoordeling

2.1
De rechtbank kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.2
Uit de overgelegde stukken het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type.
2.3
Het ernstig nadeel dat wordt omschreven in het verzoek en overige stukken ziet met name op maatschappelijke en financiële teloorgang, zelfverwaarlozing en het oproepen van agressie over zichzelf. Betrokkene heeft ontkend dat er sprake is van overlast en agressie en bij gebreke van nadere onderbouwing hiervan, zoals bijvoorbeeld meldingen of politiemutaties, is dit (risico op) ernstig nadeel niet komen vast te staan.
De dreigende maatschappelijke en financiële teloorgang ziet met name op de financiële huishouding door betrokkene en dan in het bijzonder het niet betalen van de huur gedurende enige maanden waardoor uitzetting dreigt. Verplichte zorg op grond van de Wvggz is een inbreuk op een mensenrecht en dient derhalve een uiterst middel te zijn dat bij toepassing moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. In het onderhavige geval is onduidelijk gebleven waarom niet meteen, dat wil zeggen vele maanden geleden, is overgegaan tot het aanvragen van beschermingsbewind dan wel curatele. Deze maatregelen zijn minder ingrijpend dan verplichte geestelijke gezondheidszorg en kunnen het gestelde ernstige nadeel voorkomen, dan wel bestrijden.
Hiermee is het gestelde ernstig nadeel in de zin van de Wvggz onvoldoende vast komen te staan. De rechtbank het verzoek daarom afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 15 juli 2020 mondeling gegeven door mr. L. van der Heijden, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 22 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.