Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
JAN heeft producties en een pleitnota in het geding gebracht. [gedaagde] heeft een conclusie van antwoord met producties in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig A.F. van der Weiden (kantoormanager van JAN ), mr. M. Teunissen (kantoorgenoot van mr. Sprey) en [gedaagde] .
Na verder debat is vonnis bepaald op 29 juli 2020.
2.De feiten
www.jan.nl. Volgens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel voert JAN onder meer de volgende handelsnamen:
- JAN ©
- Jan ©
- JAN © Accountants & Belastingadviseurs
- het woordmerk JAN uit 2005 voor de klassen 35, 36 en 42;
- het woordmerk JAN uit 2018 voor de klassen 35, 36, 41 en 45.
Tax and Technology. Sinds 2017 is [gedaagde] vrijwilliger bij de belastingwinkel te Rotterdam. De belastingwinkel helpt mensen die minder vermogend zijn of de Nederlandse taal niet goed beheersen met hun aangifte inkomstenbelasting.
www.jandebelastingman.nl .Onder deze naam biedt hij een website aan met een digitale
chatbot. De
chatbotkan worden gebruikt door particulieren en geeft informatie over aftrekposten bij de aangifte inkomstenbelasting.
2.10. Op de website
www.jandebelastingman.nlen op Facebook maakt [gedaagde] gebruik van het onderstaande logo:
www.jandebelastingman.nlaan JAN over te dragen. Ook is [gedaagde] gesommeerd de kosten voor juridische bijstand (€ 1.127,50) binnen één week te voldoen. [gedaagde] heeft niet aan deze sommaties voldaan.
3.Het geschil
I. [gedaagde] te bevelen elke inbreuk op de woord- en beeldmerken van JAN en op de handelsnamen van JAN te staken en gestaakt te houden;
II. [gedaagde] te bevelen de domeinnaam
www.jandebelastingman.nlaan JAN over te dragen;
III. [gedaagde] te bevelen een dwangsom te voldoen indien hij de onder I. en II. genoemde bevelen niet opvolgt;
IV. [gedaagde] op grond van artikel 1019h Rv te veroordelen in de daadwerkelijk gemaakte proceskosten (die volgens productie 17 bij de dagvaarding € 3.165,97 bedragen, doch volgens een op 14 juli 2020 nagezonden productie € 8.995,39);
V. de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv vast te stellen op zes maanden.
JAN heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen. Ondanks meerdere sommaties stopt de inbreuk door [gedaagde] op de rechten van JAN niet.
In de bij de dagvaarding als productie 17 overgelegde kostenspecificatie (van
€ 3.165,97) is een fout geslopen. Het bedrag dat JAN vordert (€ 8.995,39) op grond van artikel 1019i Rv volgt uit de op 14 juli 2020 nagezonden productie.
chatbotte maken die eenvoudige vragen van particulieren snel en gebruiksvriendelijk kan beantwoorden. Uiteindelijk is het de gebruiker zelf die de aangifte doet bij de belastingdienst. De
chatbotstelt alleen vragen over persoonsgebonden aftrek (onder meer over specifieke zorgkosten, giften en scholingsuitgaven). Het doel van de
chatbotis om te voorkomen dat mindervermogende mensen geld laten liggen bij hun aangifte inkomstenbelasting. Jan de Belastingman is een fictief personage. De gebruiker van de
chatbotkomt niet in contact met een natuurlijk persoon. De dienst die [gedaagde] aanbiedt is gratis en hij verdient er niets aan. Er staan geen advertenties op de website. [gedaagde] verwacht niet dat hij in de toekomst iets aan Jan de Belastingman gaat verdienen.
bestrijdt dat overeenstemming bestaat tussen de woord- en beeldmerken van JAN enerzijds en zijn merk en logo anderzijds. [gedaagde] gebruikt het merk Jan de Belastingman steeds in zijn geheel; nergens gebruikt hij het onderdeel ‘ Jan ’ los. De totaalindrukken zijn hierdoor anders. Verder is geen sprake van gelijke waren of diensten en hebben partijen niet dezelfde klantenkring. Er is dus geen verwarringsgevaar. Om dezelfde redenen is geen sprake van inbreuk op de handelsnaamrechten van JAN .
Tot slot voert [gedaagde] aan dat hij student is (en dus een laag inkomen heeft) en dat hij door JAN iedere keer wordt gesommeerd een hoog bedrag aan kosten te voldoen. Hierdoor wordt hij ten onrechte onder druk gezet om maar toe te geven.
4.De beoordeling
(1) Het woordmerk JAN en het teken Jan de Belastingman stemmen slechts in beperkte mate overeen. Weliswaar stemt het meer onderscheidende element ‘ Jan ’ in het teken overeen met het woordmerk JAN , maar het (beschrijvende) element ‘de Belastingman’ beperkt de visuele en auditieve overeenstemming tussen merk en teken aanmerkelijk.
(2) De beeldmerken van JAN en het logo van [gedaagde] stemmen nauwelijks overeen. JAN heeft zich in dit verband beroepen op de kenmerkende kleur oranje van haar beeldmerken, maar die kleur is in het logo van [gedaagde] ondergeschikt.
(3) Ook de mate waarin partijen dezelfde diensten aanbieden is slechts zeer beperkt. JAN biedt ondernemers tal van betaalde diensten aan, waaronder fiscale diensten; [gedaagde] biedt particulieren slechts één gratis dienst aan, welke dienst is beperkt tot het geven van informatie over bepaalde aftrekposten in het kader van de inkomstenbelasting.
(4) Gevaar voor verwarring is niet door JAN (aan de hand van concrete voorbeelden) aannemelijk gemaakt. Dit gevaar zal hoe dan ook zeer beperkt zijn, gezien de verschillende werkwijze van partijen en gezien de verschillende doelgroepen. JAN is een onderneming die haar cliënten (ondernemers) op traditionele wijze bedient, waarbij de nadruk ligt op persoonlijk advies en contact in de ‘fysieke wereld’. Jan de Belastingman is een
chatbot(dus niet persoonlijk en alleen actief op het internet) die zich richt op mindervermogende particulieren.
(5) Niet aannemelijk is geworden dat [gedaagde] met zijn handelsnaam of domeinnaam voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk JAN . Niet aannemelijk is dat het in aanmerking komende publiek veronderstelt dat sprake is van een commerciële band of andere relatie tussen JAN en [gedaagde] . Evenmin is in dit kort geding aangetoond of aannemelijk geworden dat [gedaagde] zou profiteren van de inspanningen van JAN en/of dat het merk JAN zou verwateren door gebruik van het teken Jan de Belastingman .
verwarring te duchten is, gezien de beperkte overeenkomsten in de handelsnamen en gezien de verschillen in de aard en werkwijze van de ondernemingen.