Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Heropening onderzoek en verwijzing
4.Beslissing
25 minutendienen te worden gereserveerd .
Rechtbank Amsterdam
Op 16 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een interlocutoir vonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd wordt van diefstal met (bedreiging met) geweld van een postpakket van PostNL en/of Otto op 11 mei 2019 te Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend na een verzoek van de raadsvrouw van de verdachte om de aangever als getuige te horen. Dit verzoek werd gedaan omdat de verdachte de geweldshandelingen ontkent en de aangever mogelijk niet naar waarheid zou verklaren. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om de aangever te horen, aangezien zijn verklaring beslissend zou kunnen zijn voor de mogelijke veroordeling van de verdachte.
Tijdens de zitting op 2 juli 2020 heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. G.M. Kolman, en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig was en dat de verdediging de mogelijkheid moet hebben om een getuige te bevragen als diens verklaring belastend is voor de verdachte. De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te schorsen en de zaak te verwijzen naar een politierechter voor verdere behandeling.
De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris en bevolen dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen tijdstip. De voorzitter heeft bepaald dat er voor de volgende zitting ten minste 25 minuten gereserveerd moet worden. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 juli 2020, door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.