ECLI:NL:RBAMS:2020:3764

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
30 juli 2020
Zaaknummer
13/229272-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Interlocutoir vonnis inzake diefstal met geweld van een postpakket

Op 16 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een interlocutoir vonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd wordt van diefstal met (bedreiging met) geweld van een postpakket van PostNL en/of Otto op 11 mei 2019 te Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend na een verzoek van de raadsvrouw van de verdachte om de aangever als getuige te horen. Dit verzoek werd gedaan omdat de verdachte de geweldshandelingen ontkent en de aangever mogelijk niet naar waarheid zou verklaren. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om de aangever te horen, aangezien zijn verklaring beslissend zou kunnen zijn voor de mogelijke veroordeling van de verdachte.

Tijdens de zitting op 2 juli 2020 heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. G.M. Kolman, en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig was en dat de verdediging de mogelijkheid moet hebben om een getuige te bevragen als diens verklaring belastend is voor de verdachte. De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te schorsen en de zaak te verwijzen naar een politierechter voor verdere behandeling.

De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris en bevolen dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen tijdstip. De voorzitter heeft bepaald dat er voor de volgende zitting ten minste 25 minuten gereserveerd moet worden. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 juli 2020, door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/229272-19 (C) (Promis)
Datum uitspraak: 16 juli 2020
INTERLOCUTOIR
VONNIS
Interlocutoir vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 juli 2020 .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr . G . M . Kolman, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr . E . K . A . van den Bos, naar voren hebben gebracht .

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
diefstal met (bedreiging met) geweld van een postpakket van PostNL en/of Otto op 11 mei 2019 te Amsterdam, welk (bedreiging met) geweld heeft bestaan uit het met gebalde vuist voor de pakketbezorger ( [aangever] ) gaan staan, het zeggen van de woorden:“Geef mij het pakket anders geef ik je een paar klappen” en het rukken van dit postpakket uit de handen van die pakketbezorger .
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd .

3.Heropening onderzoek en verwijzing

Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek in deze zaak niet volledig is geweest .
De raadsvrouw heeft, in het geval de rechtbank niet komt tot vrijspraak, het verzoek gedaan tot het doen horen van aangever [aangever] . Het is in het belang van de verdediging hem te horen, omdat verdachte de geweldshandelingen ontkent en [aangever] reden heeft om niet naar waarheid te verklaren .
De rechtbank is van oordeel dat er een noodzaak bestaat om [aangever] als getuige te horen . Op grond van jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens moet de verdediging de mogelijkheid worden geboden om een getuige rechtstreeks te bevragen, indien de verklaring van deze getuige belastend is voor de verdachte en de verdachte de inhoud van die verklaring betwist . De rechtbank stelt vast dat aan deze voorwaarde is voldaan, nu de inhoud van de verklaring van aangever beslissend zou kunnen zijn voor de mogelijke veroordeling van verdachte en de verdediging deze getuige niet eerder heeft kunnen horen .
Het onderzoek op de zitting zal in verband daarmee worden heropend, om [aangever] als getuige te horen .
De rechtbank is verder van oordeel dat deze zaak zich leent voor behandeling door een politierechter . De zaak zal daarom daarheen worden verwezen .

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing .
Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting .
Stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde een onderzoek als hiervoor bedoeld te doen verrichten en voorts al datgene te verrichten wat hij in het belang van het onderzoek acht .
Verwijst de zaak naar een politierechter .
Noot griffier: deze zaak graag plannen op een politierechterzitting van mr . J . Knol, mr . E . G . C . Groenendaal of mr . E . G . M . M . van Gessel .
Beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nog nader te bepalen tijdstip .
Beveelt de oproeping van verdachte tegen het nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte .
De voorzitter bepaalt dat voor de behandeling van de zaak op de volgende terechtzitting ten minste
25 minutendienen te worden gereserveerd .
Dit vonnis is gewezen door
mr . J . Knol, voorzitter,
mrs . E . G . C . Groenendaal en E . G . M . M . van Gessel rechters,
in tegenwoordigheid van S . D . van der Heiden, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 juli 2020 .
[...]