Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen, waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat, acht de rechtbank bewezen dat verdachte
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
first offenderis, dat hij inzicht toont in de ernst en de gevolgen van zijn gedragingen en ook het feit dat beelden van hem zijn getoond op AT5. Gelet op de LOVS-oriëntatiepunten zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden passend zijn, omdat hetgeen bewezen kan worden gelijkenissen vertoont met een tasjesroof met een enkele ruk aan een tas.
first offenderbeschouwd.
first offenderis en dat hij open staat voor behandeling zal de rechtbank volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten 8 april 2019. Namens de benadeelde is aangevoerd dat de schade nog kan oplopen, en is verzocht de schade als voorschot toe te wijzen. Voor de toewijzing van een voorschot is in deze procedure geen plaats. De immateriële schade wordt door de rechtbank begroot, voor zover tot nu toe geleden Eventuele toekomstige schade kan niet worden toegewezen, maar zal afzonderlijk bij de burgerlijke rechter moeten worden gevorderd. De vordering zal voor hetgeen meer is gevorderd dan wordt toegewezen worden afgewezen.
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten 8 april 2019.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[naam verdachte]daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
- [...]
- [...]
- [...]
- [...]
- [...]