ECLI:NL:RBAMS:2020:3942

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2020
Publicatiedatum
11 augustus 2020
Zaaknummer
AMS 20/3824
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor terrasuitbreidingen aan horecagelegenheden in Amsterdam

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma, die een ijskiosk exploiteert, en de burgemeester van Amsterdam. De vennootschap heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de burgemeester om terrasuitbreidingen toe te staan voor twee horecagelegenheden, Vis aan de Schelde B.V. en The Corner B.V., op een plein in Amsterdam. De vennootschap stelt dat deze uitbreidingen haar belangen schaden, omdat de zichtbaarheid van haar kiosk vermindert en de bereikbaarheid in gevaar komt. Daarnaast wordt aangevoerd dat de terrasuitbreidingen de verkeersveiligheid en volksgezondheid in gevaar brengen, vooral in het licht van de COVID-19 maatregelen.

De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op een zitting die via videoverbinding plaatsvond vanwege de coronamaatregelen. De rechter oordeelt dat de burgemeester voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de vennootschap en dat de beschikbare ruimte op het plein nog steeds toereikend is voor de klanten van de ijskiosk om anderhalve meter afstand te houden. De rechter concludeert dat de vennootschap niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij financieel benadeeld wordt door de terrasuitbreidingen en dat de verkeersveiligheid en volksgezondheid niet in het geding zijn. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de primaire besluiten naar verwachting in bezwaar stand zullen houden. Er wordt geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/3824

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 augustus 2020 in de zaak tussen

de vennootschap onder firma [naam VoF] , te [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. E. Unger),
en
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
(gemachtigde: mr. R. Kramer).
Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen:
Vis aan de Schelde B.V.en
The Corner B.V.te Amsterdam (hierna: vergunninghouders).

Procesverloop

Bij besluit van 2 juli 2020 (het primaire besluit I) heeft verweerder Vis aan de Schelde B.V. toestemming verleend haar terras aan het [plein] tijdelijk uit te breiden tot en met 31 oktober 2020. Bij besluit van 2 juli 2020 (het primaire besluit II) heeft verweerder eenzelfde toestemming verleend aan The Corner B.V.
Verzoekster heeft tegen de primaire besluiten bezwaar gemaakt. Daarnaast heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 4 augustus 2020. Vanwege de maatregelen die zijn getroffen rondom de uitbraak van COVID-19 (het coronavirus) heeft de zitting met een videoverbinding plaatsgevonden. Verzoekster en verweerder zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigde. Daarnaast was aanwezig [vennoot] , vennoot van verzoekster. Verder zijn [naam 1] en [naam 2] verschenen namens Vis aan de Schelde B.V. en [naam 3] namens The Corner B.V.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. Verzoekster exploiteert een ijskiosk op het [plein] . Door de primaire besluiten wordt een deel van het plein gebruikt voor de terrasuitbreidingen van vergunninghouders. Vanuit de ijskiosk gezien staan de terrassen op de linkerkant van het plein.
Standpunt verzoekster
3.1
Verzoekster is het niet eens met de terrasuitbreidingen. Zij voert aan dat verweerder bij het nemen van de primaire besluiten onvoldoende rekening heeft gehouden met haar belangen. Door de terrasuitbreidingen is de ijskiosk niet meer goed zichtbaar vanaf de openbare weg. Ook verhinderen de terrassen de bereikbaarheid van de kiosk en ontstaat er ruimtegebrek op het plein. Daardoor komen er minder klanten naar de kiosk en wordt verzoekster financieel benadeeld. Dit terwijl verzoekster slechts een kleine ijssalon heeft, Vis aan de Schelde van een grote horecaondernemer is en klanten van vergunninghouders de terrasruimte op het plein amper gebruiken. Vergunninghouders hebben bij het doen van de aanvraag ook geen overleg met haar gehad. Dit is in strijd met de Beleidsregels Tijdelijke Terrasuitbreiding.
3.2
Bovendien leveren de terrasuitbreidingen gevaar op voor de verkeersveiligheid, doordat klanten van de kiosk wegens ruimtegebrek dichtbij of op het fietspad gaan staan. Ook voert verzoekster aan dat de uitbreidingen een gevaar opleveren voor de volksgezondheid, omdat door de terrasuitbreidingen te weinig ruimte op het plein bestaat om anderhalve meter afstand van anderen te houden. Daar komt bij dat een aantal fietsenrekken en een vuilcontainer door de terrasuitbreidingen zijn weggehaald, terwijl deze nodig zijn op het plein.
3.3
Ten slotte heeft verweerder ten onrechte geen rekening gehouden met het door verzoekster aangedragen alternatief om de terrassen van Vis aan de Schelde uit te breiden voor de naastgelegen onderneming [naam onderneming] . Ter onderbouwing van haar standpunt en ter illustratie van de situatie op het [plein] heeft verzoekster meerdere foto’s overgelegd.
Standpunt verweerder
4.1
Op de zitting heeft verweerder toegelicht op welke manier de primaire besluiten tot stand zijn gekomen. De plannen van vergunninghouders zijn voorgelegd aan de zogenaamde integrale tafel (een interdisciplinair team) en daarna aan het bestuur. Daarnaast zijn serieuze pogingen gedaan om de terrasuitbreidingen met verzoekster af te stemmen; mevrouw [naam 1] heeft op 11 juni 2020 een mail gestuurd naar [vennoot] en de gebiedscoördinator heeft tijdens de besluitvormingsfase meermaals telefonisch contact gehad met de gemachtigde van verzoekster. De gemachtigde van verzoekster heeft echter direct een zienswijze ingediend en is niet in overleg getreden met vergunninghouders.
4.2
Ondanks dat geen overleg heeft plaatsgevonden, zijn de belangen van verzoekster door het indienen van de zienswijze en de betrokkenheid van de gebiedscoördinator bij verweerder bekend. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij deze belangen heeft meegewogen maar dat deze niet zodanig zwaar wegen dat deze moesten leiden tot een weigering van de toestemming voor de terrasuitbreidingen. Verweerder vindt dat het belang van horecaexploitanten bij tijdelijke terrasuitbreidingen zwaar weegt, omdat als gevolg van de uitbraak van het coronavirus verschillende maatregelen gelden die de horecaexploitatie beperken. Dit geldt voor alle horecaondernemers, ook voor grote exploitanten. Daar staat tegenover dat de belangen van verzoekster door de terrasuitbreidingen niet of nauwelijks worden geschaad. Vanuit de kiosk gezien zijn de voor- en rechterzijde van het [plein] namelijk nog vrij.
4.3
Door deze vrije ruimte is het voor klanten van verzoekster nog steeds goed mogelijk om anderhalve meter afstand van elkaar te houden als zij zich zonodig aan de rechterzijde in een rij opstellen. Ook komt de verkeersveiligheid in dat geval niet in het geding. Verder is de ijskiosk nog steeds van alle kanten zichtbaar en is er voldoende ruimte tussen de publieke bankjes en de terrassen. De fietsenrekken en prullenbak zijn verplaatst naar een andere plek op het plein, zodat de capaciteit op het plein gelijk is gebleven.
4.4
Het voorgestelde alternatief bij [naam onderneming] kan niet worden vergund, omdat dan onvoldoende doorloopruimte bestaat op de stoep en de vergunninghouders onvoldoende zicht hebben op het terras. Bovendien toetst verweerder slechts de aangevraagde situatie.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5.1
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder bij het nemen van de primaire besluiten voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van verzoekster en de ruimte die op het [plein] beschikbaar is. Daarbij is van belang dat uit de overgelegde foto’s blijkt dat, vanuit de ijskiosk bezien, de voor- en rechterzijde van het plein nog vrij toegankelijk zijn. Op het plein is dus nog voldoende ruimte vrij beschikbaar, ook als er een rij moet worden gevormd met anderhalve meter afstand. Verzoekster heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat er voortdurend massa’s mensen in de rij staan voor haar kiosk. Uit één van de foto’s blijkt weliswaar dat de rij voor de ijskiosk bijna op het fietspad staat, maar gelet op de beschikbare ruimte aan de zijkant van de kiosk zou verzoekster de rij eenvoudig naar die kant kunnen laten afbuigen. Verzoekster zou daartoe eventueel aanwijzingen kunnen geven of stickers kunnen plakken zoals nu ook het geval is voor de kiosk.
5.2
Daarnaast is de voorzieningenrechter niet gebleken dat de ijskiosk door de terrasuitbreidingen aan het zicht van passanten zou worden onttrokken. De terrassen staan alleen aan de linkerkant van de kiosk en zijn qua inrichting transparant. Daar komt bij dat de kiosk alleen vanaf de voorkant herkenbaar is als ijskiosk en aan die kant is de ruimte geheel vrij en goed zichtbaar vanaf de weg en het fietspad. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanknopingspunten om te concluderen dat verzoekster financieel wordt benadeeld omdat hij door de nieuwe situatie op het plein klandizie en dus omzet zou missen. Deze stelling heeft verzoekster ook niet verder onderbouwd.
5.3
Ook is niet aannemelijk gemaakt dat de terrasuitbreidingen een gevaar opleveren voor de volksgezondheid en de verkeersveiligheid. De beschikbare ruimte is voldoende om de klanten van verzoekster de gelegenheid te geven anderhalve meter afstand te houden. Zoals hiervoor al overwogen is er ook voldoende ruimte om te voorkomen dat klanten bij of op het fietspad gaan staan.
5.4
Verder stelt de voorzieningenrechter vast dat verzoekster niet betwist dat door vergunninghouders pogingen zijn gedaan in overleg te treden. Omdat verzoekster daar niet op in is gegaan, het ontbreken van onderling overleg op grond van het beleid geen weigeringsgrond is en verweerder voldoende bekend was met de belangen van verzoekster, is verweerders besluitvorming op dit punt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet onzorgvuldig.
5.5
Ten slotte heeft verweerder er naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht op gewezen dat hij slechts de aangevraagde situatie hoefde te toetsen en heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom het voorgestelde alternatief geen optie is. Bovendien is gebleken dat het reeds in de zienswijze aangedragen alternatief wel degelijk is meegenomen in de besluitvorming.
6. Op de zitting heeft verzoekster nog aangevoerd dat vergunninghouders zich niet aan de voorschriften uit de primaire besluiten houden. Deze stelling, die overigens wordt betwist door vergunninghouders, brengt de voorzieningenrechter niet tot een ander oordeel, omdat naleving van deze voorschriften een kwestie van handhaving is.
7. Gelet op het voorgaande verwacht de voorzieningenrechter dat de primaire besluiten in bezwaar stand zullen houden. Daarom bestaat geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen en wijst de voorzieningenrechter het verzoek af.
8. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.C.H. Hersbach, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
13 augustus 2020.
De griffier is verhinderd voorzieningenrechter
de uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.