Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 augustus 2020 in de zaak tussen
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster,
[derde-partij], te [plaats]
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de tijdelijke uitbreiding van een terras van een café in Amsterdam. De gemeente had op 19 juni 2020 toestemming verleend voor de uitbreiding van het terras, dat noodzakelijk was door de coronamaatregelen die de exploitatie van het bestaande terras beperkten. Verzoekster, de eigenaresse van een nabijgelegen woning, maakte bezwaar tegen deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij hinder ondervond van de terrasuitbreiding, zoals geluidsoverlast en vermindering van privacy.
De voorzieningenrechter heeft het procesverloop besproken, waarbij op 30 juli 2020 een zitting heeft plaatsgevonden via een beeldverbinding. De rechter heeft overwogen dat de gemeente bij de beslissing tot terrasuitbreiding de belangen van omwonenden in voldoende mate heeft meegewogen, ondanks dat verzoekster stelde niet te zijn benaderd voor overleg. De rechter concludeerde dat de tijdelijke uitbreiding van het terras, die tot 31 oktober 2020 geldig is, in redelijkheid kon worden toegestaan, gezien de omstandigheden van de coronamaatregelen en de noodzaak voor horecaondernemers om hun bedrijf te kunnen voortzetten.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het bestreden besluit van de gemeente waarschijnlijk in bezwaar stand zal houden. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid voor hoger beroep tegen deze beslissing.