ECLI:NL:RBAMS:2020:3997

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2020
Publicatiedatum
14 augustus 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 3625
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor tijdelijke terrasuitbreiding aan een café in Amsterdam

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de tijdelijke uitbreiding van een terras van een café in Amsterdam. De gemeente had op 19 juni 2020 toestemming verleend voor de uitbreiding van het terras, dat noodzakelijk was door de coronamaatregelen die de exploitatie van het bestaande terras beperkten. Verzoekster, de eigenaresse van een nabijgelegen woning, maakte bezwaar tegen deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij hinder ondervond van de terrasuitbreiding, zoals geluidsoverlast en vermindering van privacy.

De voorzieningenrechter heeft het procesverloop besproken, waarbij op 30 juli 2020 een zitting heeft plaatsgevonden via een beeldverbinding. De rechter heeft overwogen dat de gemeente bij de beslissing tot terrasuitbreiding de belangen van omwonenden in voldoende mate heeft meegewogen, ondanks dat verzoekster stelde niet te zijn benaderd voor overleg. De rechter concludeerde dat de tijdelijke uitbreiding van het terras, die tot 31 oktober 2020 geldig is, in redelijkheid kon worden toegestaan, gezien de omstandigheden van de coronamaatregelen en de noodzaak voor horecaondernemers om hun bedrijf te kunnen voortzetten.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het bestreden besluit van de gemeente waarschijnlijk in bezwaar stand zal houden. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid voor hoger beroep tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/3625

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 augustus 2020 in de zaak tussen

[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: mr. R. Kramer).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[derde-partij], te [plaats]
(gemachtigde: mr. M. Spek).

Procesverloop

Bij besluit van 19 juni 2020 (het bestreden besluit heeft verweerder toestemming verleend voor een tijdelijke uitbreiding van het terras van café [derde-partij] .
Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2020. De zitting heeft,
overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid,
plaatsgevonden via een beeldverbinding (skype). Verzoekster heeft via een telefoonverbinding het woord gevoerd. Verweerder heeft zich door zijn gemachtigde via een telefoonverbinding laten vertegenwoordigen. De derde-partij heeft zich door zijn gemachtigde laten vertegenwoordigen.

Overwegingen

1.1
Het café [derde-partij] is gevestigd aan de [adres] . Dit café beschikt over een terras dat op grond van de verleende exploitatievergunning is toegestaan. Dit terras bevindt zich aan de gracht ter hoogte van het café. Het terras en het café worden van elkaar gescheiden door de openbare weg. Door de coronamaatregelen kan dit terras niet op de gebruikelijke wijze worden geëxploiteerd. De afstand tussen de tafels moet worden vergroot. Daarom heeft het café op 27 mei 2020 verzocht om toestemming voor tijdelijke uitbreiding van dit terras.
1.2
Verweerder heeft met het bestreden besluit toestemming voor uitbreiding verleend. De uitbreiding van het terras bedraagt 48 m² en bevindt zich op parkeerplaatsen ter hoogte van [adres 1] en een deel van [adres 2] . De uitbreiding sluit aan op het bestaande terras, bevindt zich eveneens aan de gracht en wordt ook door de openbare weg van de panden aan de [gracht] gescheiden.
1.3
De toestemming tot terrasuitbreiding is een ‘tijdelijke annex bij de exploitatievergunning’. De toestemming is verleend tot 31 oktober 2020. Verweerder heeft daaraan uiteenlopende voorschriften gesteld. Het verzoek tot uitbreiding is getoetst aan de op 26 mei 2020 vastgestelde Beleidsregels Tijdelijke Terrasuitbreiding (Beleidsregels) en de ‘Menukaart, we geven elkaar de ruimte’ (Menukaart).
1.4
Verzoekster is eigenaresse van [adres 1] . Zij bewoont de woning op de begane grond. De bovengelegen woningen verhuurt zij. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de terrasuitbreiding omdat zij daarvan hinder ondervindt. Die hinder bestaat uit geluidsoverlast, vermindering van de privacy door gasten die zich bij haar woning ophouden en vermindering van parkeerruimte. Door die hinder kan zij de beslissing op bezwaar niet afwachten. Zij heeft daarom de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
Beoordeling
2.1
In de Beleidsregels is het volgende vermeld. Op 15 maart 2020 heeft de regering als onderdeel van coronamaatregelen de sluiting van de horeca afgekondigd. Per 1 juni 2020 mogen horecabedrijven weer een terras voeren. Met de Beleidsregels beoogt verweerder horecaondernemers te ondersteunen in de exploitatie van hun ondernemingen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat dit veilig in overeenstemming gebeurt met de algemene wet- en regelgeving. De Beleidsregels Tijdelijke Terrasuitbreiding zijn in een uitzonderlijke tijd en in een zeer korte periode tot stand gekomen waarbij de belangen van verschillende partijen niet uit het oog verloren zijn. Ook bij de toepassing van de tijdelijke beleidsregels in de praktijk zullen de verschillende belangen worden meegewogen. Hoewel het belang van horecaondernemers in deze tijden zwaar wordt gewogen, worden de belangen van omwonenden gewaarborgd door te kijken naar onder andere de openingstijden, het vereiste van toestemming voor terrassen voor andermans gevel, en een snelle mediationprocedure voor geschillen op te zetten.
2.2
Verzoekster zegt te zijn overvallen door de terrasuitbreiding. Om toestemming te kunnen verlenen is volgens de Beleidsregels vereist dat de ondernemer vooraf overleg voert met omwonenden en ondernemers in de buurt. [derde-partij] heeft haar en andere bewoners niet benaderd om over de uitbreiding te overleggen.
2.3
Op de zitting heeft verweerder uiteengezet dat bij de beoordeling of de exploitant met omwonenden overleg heeft gevoerd wordt afgegaan op de informatie die de exploitant bij de aanvraag daarover verstrekt. Omdat het hier om een uitzonderlijk en snelle procedure gaat en 700 verzoeken voor terrasuitbreiding zijn gedaan, is het niet mogelijk om alle omwonenden te informeren en in de gelegenheid te stellen om bedenkingen in te brengen. Wel is het zo, aldus verweerder, dat alle aanvragen aan een zogenoemde integrale tafel zijn voorgelegd. Bij die integrale tafel zijn spanningen in de buurt bekend. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder in voldoende mate zich ervan vergewist dat de belangen van omwonenden bij de beoordeling zijn betrokken.
2.4
Vraag is of de verweerder het belang van de terrasuitbreiding in redelijkheid zwaarder heeft kunnen laten wegen dan het belang van verzoekster. Verzoekster ondervindt door de terrasuitbreiding ongetwijfeld een toename van hinder. Verweerder heeft echter in redelijkheid aanleiding gezien om het belang van de uitbreiding zwaarder laten wegen dan het door verzoekster gestelde belang. Daarbij is het volgende van belang.
2.5
Vooropgesteld moet worden dat de uitbreiding tijdelijk is. De toestemming geldt tot 31 oktober 2020. Van belang is dat het aantal tafels door de uitbreiding niet is toegenomen. Daarbij sluit de uitbreiding aan op het al bestaande terras dat voor het café ligt. Vóór de uitbreiding bevond zich schuin voor de woning van verzoekster dus ook al een terras van [derde-partij] . Evenals het oorspronkelijke terras bevindt de uitbreiding zich niet pal voor de woning van verzoekster omdat de openbare weg voorlangs loopt alsook een trottoir. Ten tijde van de besluitvorming was nog niet voorzien in de mogelijkheid van kuchschermen in plaats van terrasuitbreiding om aan de coronamaatregelen te voldoen.
2.6
In de aan de toestemming verbonden voorschriften is onder 4 vermeld dat de exploitant ervoor zorgt dat het komen en gaan van bezoekers ordentelijk verloopt. Voorschrift 17 houdt in dat de exploitant verantwoordelijk is voor het voorkomen van hinder veroorzakende rijen. Die rijen moeten gefaciliteerd worden overeenkomstig de ‘Menukaart, we geven elkaar de ruimte’. Daarin staat onder meer dat ‘rijvorming alleen [mag] direct langs de gevel van het eigen pand, of langs andere gevels met toestemming van gebruiker van het pand’. De exploitant moet aanwijzingen van politie en toezichthouders onmiddellijk opvolgen.
2.7
Het beleid voorziet in mediation door de Ombudsman. Deze mediationprocedure moet snelheid brengen in het oplossen van een geschil over de naleving van de voorschriften die gelden bij de terrasuitbreidingen. Het mediationteam bestaat uit (een medewerker van) de Ombudsman, een bewoner en een ondernemer uit een ander gebied die niet betrokken zijn bij het betreffende onderwerp.
2.8
Tot slot heeft verweerder op de zitting toegelicht dat terrasuitbreiding op de vijf parkeerplaatsen de enige mogelijkheid was voor een verantwoorde terrasuitbreiding. De twintig parkeerplaatsen die door de slechte staat van de kade al niet meer als parkeerruimte konden dienen, kunnen nog steeds ten dele worden gebruikt als openbare ruimte voor bewoners. Bewoners wordt verder de mogelijkheid geboden om elders te parkeren.
Conclusie
3. De voorzieningenrechter komt tot de slotsom dat verweerder in redelijkheid de toestemming voor deze terrasuitbreiding heeft kunnen geven. Het bestreden besluit zal daarom waarschijnlijk in bezwaar standhouden. Er is daarom geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om voorlopige voorziening zal daarom worden afgewezen. Voor een veroordeling in proceskosten is geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van J.P. Braam, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2020.
De griffier is verhinderd voorzieningenrechter
De uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.