Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
I-IV. De beslissing van WSS omtrent de schoolwisseling
ondeugdelijk is, en dat
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 augustus 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een pleegvader en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Reclassering (WSS) over de schoolwisseling van zijn pleegdochter. De pleegvader, eiser, heeft de beslissing van WSS om zijn pleegdochter in te schrijven op een nieuwe school in [woonplaats B] aangevochten. Hij vorderde onder andere dat de inschrijving op de nieuwe school zou worden ingetrokken en dat zijn pleegdochter weer op haar oude school in [plaats 1] zou worden ingeschreven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat WSS als voogdes over de kinderen het recht heeft om beslissingen te nemen over hun schoolinschrijving. De rechter oordeelde dat de instemming van de pleegouders met de gezagsbeslissing van WSS niet bepalend is voor de rechtmatigheid van die beslissing. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een evident onrechtmatige beslissing van WSS, aangezien de beslissing goed was onderbouwd en in het belang van het kind was genomen. De vorderingen van de pleegvader zijn afgewezen, en de proceskosten zijn verrekend zoals gebruikelijk in dit soort zaken.