ECLI:NL:RBAMS:2020:4211
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-afname door veroordeelde ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 juli 2020 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de afname van zijn DNA-profiel. Het bezwaarschrift, ingediend op 5 maart 2020, was gericht tegen het bevel van de officier van justitie om celmateriaal af te nemen voor DNA-analyse, naar aanleiding van een veroordeling voor openlijk geweld. De veroordeelde betoogde dat de afname in strijd was met de goede procesorde en dat het disproportioneel was, gezien de aard van het misdrijf en zijn status als first offender. De rechtbank heeft de argumenten van de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord, maar oordeelde dat de wettelijke vereisten voor DNA-afname zijn nageleefd. De rechtbank stelde vast dat de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden een ruime afname van DNA-materiaal beoogt, en dat de uitzonderingen op deze regel niet van toepassing waren in dit geval. De rechtbank concludeerde dat de inbreuk op de privacy van de veroordeelde gerechtvaardigd was, gezien het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Uiteindelijk werd het bezwaar ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde dat er geen rechtsmiddel openstond voor de veroordeelde tegen deze beslissing.