ECLI:NL:RBAMS:2020:4270

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 september 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
8545722
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekening van dagvaarding en herstelexploot in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 20 augustus 2020 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A. (eiseres) en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres heeft op 8 mei 2020 een dagvaarding ingesteld tegen de gedaagde, maar deze is niet verschenen op de zitting. De deurwaarder heeft verklaard dat hij in verband met de coronamaatregelen geen contact heeft kunnen leggen met de gedaagde en de dagvaarding per post heeft verzonden, omdat er geen brievenbus aanwezig was op het adres van de gedaagde.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de betekening van de dagvaarding niet naar behoren heeft plaatsgevonden. De deurwaarder had, ondanks de coronamaatregelen, moeten proberen om de dagvaarding persoonlijk af te geven, bijvoorbeeld door aan te bellen bij de instelling waar de gedaagde bereikbaar zou kunnen zijn. De rechter benadrukt dat de bedoeling van de wettelijke betekeningsvoorschriften is dat de dagvaarding de betrokkene daadwerkelijk bereikt. Aangezien de dagvaarding niet correct is betekend, wordt de eiseres de gelegenheid geboden om het gebrek te herstellen door een herstelexploot uit te brengen.

De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de openbare civiele terechtzitting van 17 september 2020, waar de eiseres de gelegenheid krijgt om de gedaagde opnieuw op te roepen. De rechter houdt iedere verdere beslissing aan totdat het herstelexploot is ingediend. Dit vonnis benadrukt het belang van correcte betekening in civiele procedures en de verantwoordelijkheden van deurwaarders in het proces.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: CV 20-9435
vonnis van: 20 augustus 2020
fno.: 178

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A.,

gevestigd te Schiedam,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
t e g e n

[gedaagde] ,woonplaats hebbende te [woonplaats] ,

gedaagde,
niet verschenen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Eiseres heeft bij dagvaarding van 8 mei 2020 een vordering tegen gedaagde ingesteld. Gedaagde is op deze dagvaarding niet verschenen.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

De deurwaarder heeft ten aanzien van de betekening van de dagvaarding verklaard dat hij in verband met de corona-pandemie geen contact heeft kunnen/mogen zoeken met iemand aan wie hij rechtsgeldig afschrift zou kunnen laten. Daar hij op het adres waarop gedaagde moest worden gedagvaard geen brievenbus aantrof heeft hij de dagvaarding op de voet van artikel 47 lid 1 Rv per post verzonden.
Indien de deurwaarder niet in staat is een brievenbus te vinden aan het adres waar de dagvaarding moet worden uitgebracht, zal een postbode dat ook niet kunnen. Hieronder zal worden geoordeeld of de deurwaarder met de door hem gevolgde handelwijze heeft voldaan aan de wettelijke eisen die aan de betekening van dagvaardingen worden gesteld.
In dat verband wordt het volgende overwogen. Het feit dat een deurwaarder onder de huidige omstandigheden geen direct contact met personen
hoeftte zoeken aan wie hij rechtsgeldig een afschrift van de dagvaarding kan laten, betekent nog niet dat hij dit ook niet
mag.Met voorts het uitgangspunt in het achterhoofd dat de bedoeling van de wettelijke betekeningsvoorschriften is dat de dagvaarding de betrokkene bereikt, had de deurwaarder in het geval van een ontbrekende brievenbus alsnog behoren aan te bellen, tenzij er gegronde redenen waren om dat niettemin na te laten. Dat laatste is hier niet het geval. Het adres in kwestie is een zg. briefadres waarop gedaagde indirect is te bereiken. Op het betreffende adres is, naar de kantonrechter ambtshalve bekend is, een instelling van de gemeente Amsterdam gevestigd (een zg. geïntegreerde voorziening). Ook in de huidige tijd kan niet gezegd worden dat een deurwaarder een onaanvaardbaar risico loopt als hij aan de balie van een dergelijke instelling een dagvaarding afgeeft. Pas als ook dat niet mogelijk zou blijken te zijn, kan hij de dagvaarding alsnog per post verzenden, maar dan niet naar het adres waar geen brievenbus aanwezig is, maar naar het postadres van de betreffende instelling. Dit is via internet eenvoudig te vinden.
Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat de dagvaarding niet naar behoren is betekend en dus aan een gebrek lijdt dat nietigheid meebrengt. Hoewel het twijfelachtig is of de dagvaarding gedaagde heeft bereikt (maar misschien heeft de postbode wél aangebeld), zal de dagvaarding niet onmiddellijk nietig worden verklaard, maar wordt aan eiseres de gelegenheid gegeven om het gebrek te herstellen. Eiseres kan dit doen door, met inachtneming van het onder 3 overwogene, gedaagde bij exploot op te roepen voor de hieronder genoemde rolzitting om te verweer te voeren tegen de in de dagvaarding ingestelde vordering. Eiseres dient voor dit exploot de termijn en aanzeggingen te gebruiken die ook voor een dagvaarding gelden. Eiseres dient een kopie van de dagvaarding als productie bij het exploot te voegen alsmede dit vonnis te betekenen.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
draagt eiseres op om een herstelexploot uit te brengen en in te dienen als boven omschreven.
verwijst daartoe de zaak naar de openbare civiele terechtzitting van 17 september 2020 te 10:00 uur;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 augustus 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.