Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
KONINKLIJK THEATER CARRÉ,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiser, een theatertechnicus, een kort geding aangespannen tegen Theater Carré en de ondernemingsraad (OR) van het theater. Eiser vordert onder andere de afgifte van documenten met betrekking tot de reorganisatie die Carré heeft aangekondigd, en vraagt de rechter om de reorganisatie te schorsen voor de duur van twee maanden. Eiser stelt dat de reorganisatie niet op de juiste wijze wordt doorgevoerd en dat hij hierdoor onterecht op straat kan komen te staan na bijna 24 jaar trouwe dienst. Carré voert verweer en stelt dat er geen rechtsgrond is voor schorsing van de reorganisatie door een individuele werknemer, en dat de gevraagde documenten al grotendeels zijn verstrekt.
Tijdens de zitting op 28 augustus 2020 heeft eiser zijn vorderingen toegelicht, en Carré heeft verweer gevoerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de meeste gevraagde documenten inmiddels zijn verstrekt, met uitzondering van de adviesaanvraag aan de OR, die bedrijfsgevoelige informatie bevat. Partijen hebben overeenstemming bereikt over een geheimhoudingsverklaring voor de afgifte van deze adviesaanvraag.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk de vorderingen van eiser afgewezen, omdat er geen grond is om de reorganisatie stil te leggen. Eiser kan zijn rechtspositie verder beoordelen via het UWV en de kantonrechter. De proceskosten worden verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.