ECLI:NL:RBAMS:2020:4302

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
AMS 20/1264
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in klacht tegen notaris

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep van eiseres tegen het Bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Eiseres had een klacht ingediend over de dienstverlening van notarissen, maar de rechtbank oordeelde dat er geen beroep mogelijk is tegen een besluit dat inhoudt een ambtshandeling van een notaris. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep niet gericht is tegen een voor beroep vatbaar besluit, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres kan haar klacht voorleggen aan de Geschillencommissie Notariaat, aangezien de procedure bij deze commissie geen bestuursrechtelijke procedure is. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten zonder zitting, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiseres is geen griffierecht verschuldigd en eventueel betaald griffierecht zal worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen op 28 april 2020, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/1264

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

het Bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, verweerder.

Overwegingen

1. Eiseres heeft bij brief van 17 februari 2020 een beroepschrift bij de Rechtbank Den Haag, ingediend. Eiseres heeft in haar brief van 1 maart 2020 deze rechtbank bericht dat zij van mening is dat haar beroepschrift ten onrechte door de rechtbank Den Haag ter behandeling is doorgestuurd. Eiseres woont in [woonplaats] . In de wet staat dat de Rechtbank Den Haag het beroepschrift in dat geval ter behandeling moet doorsturen. [1] De Rechtbank Den Haag heeft dat vervolgens gedaan.
2. Eiseres heeft [naam 1] en [naam 2] , notarissen verbonden aan het kantoor [naam kantoor] te [vestigingsplaats] , gevraagd om akten uit 2007 betreffende het object [adres 1] te [woonplaats] aan te passen. Op 15 november 2019 en 18 november 2019 heeft eiseres een klacht bij verweerder ingediend. Verweerder heeft eiseres op 21 november 2019 bericht dat, voor zover hier van belang, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) kan worden gevraagd om – informeel – te bemiddelen en dat de klacht van eiseres niet geschikt is voor bemiddeling door de KNB. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de fictieve weigering van verweerder om op de klacht te beslissen.
3. De rechtbank sluit het onderzoek in de zaak omdat voortzetting van het onderzoek niet nodig is. De rechtbank doet uitspraak zonder dat een zitting wordt gehouden, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. [2]
4. In de wet staat dat beroep kan worden ingesteld tegen een besluit. Dat besluit moet zijn genomen door een bestuursorgaan. [3]
5. In de wet staat verder dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een ambtshandeling van een gerechtsdeurwaarder of notaris. [4]
6. De bestuursrechter van de rechtbank moet onderzoeken of zij bevoegd is om van een beroep kennis te nemen. Daarvoor moet te worden beoordeeld of het beroep is gericht tegen een voor beroep vatbaar besluit. [5] De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiseres niet is gericht tegen een besluit waartegen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld. De reden hiervan is dat in artikel 8:4, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb staat dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een ambtshandeling van een notaris. Er kan dus ook geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld worden ingesteld tegen de schriftelijke weigering om een besluit te nemen (fictieve weigering) noch tegen het uitblijven van een besluit. [6]
7. De bestuursrechter van de rechtbank is kennelijk onbevoegd om van het beroepschrift van eiseres kennis te nemen.
8. Eiseres heeft de mogelijkheid om haar klacht voor te leggen aan de Geschillencommissie Notariaat. De Geschillencommissie Notariaat behandelt klachten over de dienstverlening of de rekening (declaratie) van de notaris. [7] De beroepschrift van eiseres kan niet ter behandeling worden doorgestuurd. De reden hiervan is dat de procedure bij een geschillencommissie geen bestuursrechtelijke procedure is. Artikel 6:15 van de Awb gaat alleen over bestuursrechtelijke procedures. [8]
9. Eiseres is geen griffierecht verschuldigd. Eventueel betaald griffierecht zal worden terugbetaald.
10. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen, rechter, in aanwezigheid van
M.P. Osinga Sanders, de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
28 april 2020
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Bent u het niet eens met deze uitspraak, dan kunt u een verzetschrift opsturen naar deze rechtbank. U kunt een verzetschrift opsturen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. In het verzetschrift kunt u vragen om te worden gehoord. In dat geval vindt alsnog een zitting plaats.
Coll: M.P.O.
D: B

Voetnoten

1.artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
2.artikel 8:54, eerste lid, van de Awb
3.artikel 1:1 van de Awb
4.artikel 8:4, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb
5.als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb
6.als bedoeld in artikel 6:2, tweede lid, aanhef en onder a en onder b, van de Awb
7.zie www.notaris.nl/de-notaris/klachten-over-de-notaris
8.zie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 6 november 2002, JB 2003/8