Op 17 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1991. De officier van justitie had op 13 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die eerder was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2020, waar de betrokkene, haar advocaat mr. J.M.J.H. Coumans, de behandelend arts O. Wohlgemuth en psychiater E. Suk aanwezig waren, heeft de betrokkene verklaard dat zij terug wil naar Turkije en zich gezond voelt. De advocaat verzocht om afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, maar de rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het gedrag van de betrokkene, dat voortkwam uit een psychische stoornis. De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het nadeel af te wenden, ondanks het verzet van de betrokkene. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend voor een periode van drie weken, tot en met 7 februari 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.M. Patijn en schriftelijk uitgewerkt op 22 januari 2020.