Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 januari 2020 waarbij een comparitie is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 8 juli 2020.
2.De feiten
License Agreementgesloten, op basis waarvan Marketing Link verkreeg – kort gezegd – “THE NON-EXCLUSIVE RIGHT TO MANUFACTURE, SELL AND DISTRIBUTE” Sanex-producten in Algerije.
Letter of Intentovereengekomen (hierna ook: de LoI). De inhoud van de LoI is als volgt:
Distribution Agreementaan tussenpersoon MJH Trading toegezonden, ten behoeve van FME. Op dit concept is geen overeenstemming bereikt.
ex worksaan FME werden geleverd uit naam van Marketing Link. FME werd ter zake van deze bestellingen gefactureerd door Marketing Link. De desbetreffende facturen instrueerden tot betaling aan Marketing Link zelf. Conform deze instructie betaalde FME de facturen aan Marketing Link. FME heeft de hiervoor bedoelde ingekochte Sanex-producten uiteindelijk afgezet, althans door de aan haar gelieerde vennootschap Nextlee doen afzetten, in Algerije. De hier in dit randnummer geschetste gang van zaken heeft geduurd tot een moment in 2017. Wat betreft de in de praktijk gevolgde communicatielijnen geldt het volgende.
samplesvan bepaalde Sanex-producten aan FME zou opsturen. Op 11 mei 2017 stuurde MJH Trading ten slotte een e-mail aan FME om de in de toekomst door FME voor de inkooporders te gebruiken contactgegevens door te geven, dit omdat de heer [naam 2] van MJH Trading met pensioen ging. MJH Trading schreef in deze e-mail:
[e-mailadres 1]
“[e]st reconnu par notre société comme importateur en Algérie de l’ensemble de nos produits de marque SANEX distribués par le biais de la SOCIETE [FME]”en – kort gezegd – dat de zich thans bij de Algerijnse douane bevindende producten authentiek, volgens de regels geproduceerd en niet schadelijk voor de gezondheid zijn.
samplevan) een bepaald Sanex-product aan FME. Omstreeks 17 november 2015 is telefonisch en per e-mail tussen FME en [betrokkene gedaagde 4] gecommuniceerd over de invulling van een aantal door FME geplande orders. Verder schreef [betrokkene gedaagde 4] in een e-mail van 17 december 2015 aan FME (met kopie aan MJH Trading):
3.Het geschil
Code de commerceen (4) dat [gedaagde] uit dien hoofde aansprakelijk is voor de schade die FME als gevolg daarvan heeft geleden;
4.De beoordeling
Code de Commerce, zoals geldend ten tijde hier van belang, kent een schadevergoedingsactie ter zake van het plotseling verbreken van een
‘relation commerciale établie’(‘bestaande handelsbetrekking’, zoals het naar het Nederlands is vertaald in de Nederlandstalige uitspraak van het Hof van Justitie EU van 14 juli 2016, ECLI:EU:C:2016:559). Onder dit begrip valt de door FME gestelde distributieovereenkomst.
‘relation commerciale établie’moet, om als zodanig te gelden,
“suffisamment prolongé, régulier, significatif et stable”zijn (Engels:
“sufficiently prolonged, regular, significant and stable”.
‘relation commerciale établie’met inachtneming van het beginsel van partijautonomie, zodat, bijvoorbeeld, commerciële gedragingen van een bepaalde vennootschap niet leiden tot aansprakelijkheid van de moedervennootschap. Om te bepalen wie de werkelijke, en verantwoordelijke, partijen bij de (gestelde)
‘relation commerciale établie’zijn, moet volgens de Franse rechtspraak worden gekeken naar (onder meer): het in correspondentie gebruikte briefhoofd, de gebruikte factuuradressen en specifieke instructies.
‘relation commerciale établie’is ontstaan; de LoI heeft immers niet tot zo’n schriftelijke overeenkomst geleid, en ook later is dat niet geschied.
ex worksaan FME leverde en dat Marketing Link degene was die aanspraak kon maken op betaling van de door FME geplaatste orders. Het staat voorts vast dat deze rollen van Marketing Link steeds aldus aan FME zijn gecommuniceerd op facturen en vrachtbrieven – FME heeft in dit kader slechts een in het geding gebrachte vrachtbrief ongemotiveerd in twijfel getrokken, maar niet wezenlijk betwist dat het Marketing Link was die de producten
ex worksleverde. Deze feiten – bestelling, facturering en levering door Marketing Link, die ook als zodanig wordt genoemd op facturen en vrachtbrieven – zijn sterke aanwijzingen dat, als in casu kan worden gesproken van een
‘relation commerciale établie’, deze dan is ontstaan tussen FME en Marketing Link. Verder kan worden aangenomen dat tijdens de bijeenkomst van 30 oktober 2012 of kort daarna is afgesproken dat FME wat betreft de door haar te plaatsen orders dient te handelen met MJH Trading als vertegenwoordiger van de wederpartij van FME. De vraag is vervolgens of uit de communicatie van MJH Trading alsook de communicatie door [betrokkene gedaagde 4] of [gedaagde] zelf kan worden afgeleid dat die wederpartij [gedaagde] was, ondanks de zojuist bedoelde feiten en omstandigheden die juist wijzen op Marketing Link als wederpartij van FME. De stelplicht ter zake rust op FME.
‘relation commerciale établie’met [gedaagde] is dus niet komen vast te staan, reeds omdat [gedaagde] niet kan worden geacht te hebben gegolden als de wederpartij van FME ter zake van de diverse inkooporders. Het gevorderde is derhalve niet toewijsbaar.
‘relation commerciale établie’is ontstaan. De in dit kader door [gedaagde] ingenomen stelling dat er alleen sprake was van losse inkooporders, slaagt dus. Ook hierom kan het gevorderde niet worden toegewezen.
‘relation’ “suffisamment prolongé, régulier, significatif et stable”.Wat betreft het aspect van stabiliteit is verder van belang dat partijen daadwerkelijk hebben onderhandeld over een schriftelijke
‘Distribution Agreement’maar het hen niet is gelukt om daarover overeenstemming te bereiken en dat de redenen waarom dat niet is gelukt - zoals in genoemde correspondentie weergegeven - niet zijn betwist. Dat maakt het onaannemelijk dat partijen op andere wijze toch verplichtingen op zich zouden hebben genomen die vergelijkbaar zijn met die waarover zij het in het kader van onderhandelingen over een distributieovereenkomst niet eens konden worden.