3.1.[eiser] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij – voor zover mogelijk – uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Primair – schending zorgplicht
Voor recht verklaart dat ABN AMRO in strijd met de op haar rustende zorgplicht heeft gehandeld jegens [eiser] in verband met het adviseren/verplicht stellen van de Renteswaps, en/of het in rekening brengen van de kosten en/of (verborgen) provisies daaronder.
Voor recht verklaart dat [eiser] de Renteswaps rechtsgeldig heeft ontbonden, althans alsnog te bepalen dat de Renteswaps zijn ontbonden.
3. -
-Primair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 53.803,00 inzake provisies onder Renteswap I aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 16 mei 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
-Subsidiair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 53.803,00 inzake provisies onder Renteswap I minus kosten/premie van een rentecap € 5.335,00 = € 48.468,00 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 16 mei 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
- Meer subsidiair: de zaak verwijst naar een schadestaatprocedure.
4. -
-Primair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 53.037,00 inzake provisies onder Renteswap II aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 16 mei 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
-Subsidiair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 53.037,00 inzake provisies onder Renteswap II minus kosten/premie van een rentecap € 47.596,00 = € 5.441,00 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 16 mei 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
- Meer subsidiair: de zaak verwijst naar een schadestaatprocedure.
5. -
-Primair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 50.181,00 inzake provisies onder Renteswap III aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
-Subsidiair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 50.181,00 inzake provisies onder Renteswap III minus kosten/premie van een rentecap € 63.388,00 = € -13.207,00 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
- Meer subsidiair: de zaak verwijst naar een schadestaatprocedure.
6. -
-Primair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 63.391,00 inzake provisies onder Renteswap IV aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
-Subsidiair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 63.391,00 inzake provisies onder Renteswap IV minus kosten/premie van een rentecap € 78.706,00 = € -15.315,00 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
- Meer subsidiair: de zaak verwijst naar een schadestaatprocedure.
7. -
-Primair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 8.317,00 inzake provisies onder Renteswap V aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
-Subsidiair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 8.317,00 inzake provisies onder Renteswap V minus kosten/premie van een rentecap € 6.149,00 = € 2.168,00 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
- Meer subsidiair: de zaak verwijst naar een schadestaatprocedure.
8. -
-Primair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 135.601,00 inzake provisies onder Renteswap VI en Renteswap VII aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 september 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
-Subsidiair: ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 135.601,00 inzake provisies onder Renteswap VI en Renteswap VII minus kosten/premie van rentecaps (€ 42.475,00 + € 88.528,00=) € 131.003,00 = € 4.598,00 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 september 2006 (transactiedatum), dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
- Meer subsidiair: de zaak verwijst naar een schadestaatprocedure.
Rente – (netto) cashflow renteswaps
Primair
9. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 7.397,00 inzake te veel betaalde rente onder Renteswap I aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
10. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 13.253,00 inzake te veel betaalde rente onder Renteswap II aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
11. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 13.652,00 inzake te veel betaalde rente onder Renteswap III aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
12. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 17.723,00 inzake te veel betaalde rente onder Renteswap IV aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
13. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 2.592,00 inzake te veel betaalde rente onder Renteswap V aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
14. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 3.169,00 inzake te veel betaalde rente onder Renteswap VII aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
Subsidiair: de zaak voor wat betreft nrs. 9 t/m 14 verwijst naar een schadestaatprocedure.
15. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 32.775,00 inzake opslagverhogingen onder de Euribor lening met kenmerk 45.22.75.733 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf iedere rentedatum vanaf het tweede kwartaal 2011, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
15. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 113.075,00 inzake opslagverhogingen onder de Euribor lening met kenmerk 49.43.00.868 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf iedere rentedatum vanaf het tweede kwartaal 2011, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
15. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 32.778,00 inzake opslagverhogingen onder de Euribor lening met kenmerk 52.44.60.361 aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf iedere rentedatum vanaf het tweede kwartaal 2011, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
Subsidiair: de zaak voor wat betreft nrs. 15 t/m 17 verwijst naar een schadestaatprocedure.
Overige kosten – schade
Primair
18. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 450.000,00 inzake het gefrustreerde groeiscenario aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf iedere jaar.
18. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 98.796,00 inzake de exitboete aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 april 2008.
18. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 89.000,00 inzake kosten/schade aan [bedrijf] en/of [eiser] aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante factuurdatum.
18. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 47.000,00 inzake kosten/schade van [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante datum.
18. ABN AMRO veroordeelt om een bedrag van € 4.961,00 (€ 7.411,25 factuur van 10 oktober 2017 en € 453,75 factuur van 19 december 2017, de helft daarvan betreft kosten inzake ABN AMRO derhalve in totaal € 3.932,50 en € 1.028,50 factuur van 12 september 2019) inzake kosten Orchard Finance aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante factuurdatum, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
18. ABN AMRO veroordeelt om de daadwerkelijke juridische kosten minimaal € 30.502,00 (kosten ter vaststelling schade) van [eiser] , dan wel (maximum) € 10.000,00 ex btw inzake juridische kosten aan [eiser] terug te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen door de rechtbank, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de relevante betaaldata, dan wel vanaf de eiswijziging (25 september 2019), tot aan de dag van algehele betaling daarvan.
Subsidiair: de zaak voor wat betreft nrs. 18 t/m 23 verwijst naar een schadestaatprocedure.
24. Voor recht verklaart dat [eiser] heeft gedwaald in verband met het aangaan van de Renteswaps en/of het in rekening brengen van de kosten en/of (verborgen) provisies daaronder:
- primair op grond van artikel 6:228, eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW); en
- subsidiair op grond van artikel 6:228, eerste lid onder b BW.
25. Voor recht verklaart dat [eiser] de Renteswaps rechtsgeldig heeft vernietigd, althans alsnog bepaalt dat de Renteswaps zijn vernietigd.
25. Voor wat betreft de ongedaanmakingsverplichtingen en/of kosten: de vorderingen zoals genoemd onder nrs. 3 t/m 23 hierboven.
Meer subsidiair – onrechtmatige daad
27. Voor recht verklaart dat ABN AMRO onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] in verband met het aangaan van de Renteswaps en/of het in rekening brengen van de kosten en/of (verborgen) provisies daaronder.
27. Voor wat betreft de schade en/of kosten: de vorderingen zoals genoemd onder nrs. 3 t/m 23 hierboven.
Meer subsidiair – strijd met redelijkheid en billijkheid
29. Voor recht verklaart dat ABN AMRO in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld jegens [eiser] in verband in verband met het aangaan van de Renteswaps en/of het in rekening brengen van de kosten en/of (verborgen) provisies daaronder.
29. Voor wat betreft de schade en/of kosten: de vorderingen zoals genoemd onder nrs. 3 t/m 23 hierboven.
Ongerechtvaardigde verrijking
31. Voor recht verklaart dat er onder de Renteswaps sprake is van onrechtvaardigde verrijking aan de zijde van ABN AMRO.
31. Voor wat betreft de schade en/of kosten: de vorderingen zoals genoemd onder nrs. 3 t/m 23 hierboven.
Algemeen (primair en (meer) subsidiair)
33. ABN AMRO veroordeelt in alle kosten van deze procedure te betalen binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis tot aan de dag van algehele betaling daarvan.