Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
zes maanden, en geldt dus tot en met 26 februari 2021.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1943;
.
Rechtbank Amsterdam
Op 26 augustus 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1943, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een machtiging voor de duur van vijf jaar, maar de rechtbank heeft besloten deze te beperken tot zes maanden. Dit besluit is genomen omdat er geen sprake was van een besluit tot opname en verblijf op basis waarvan de betrokkene momenteel in de accommodatie verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich verzet tegen opname en verblijf, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel, dat bestaat uit levensgevaar en ernstige verwaarlozing, te voorkomen.
De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum als de beschikking, waarbij de rechtbank de betrokkene, haar advocaat, een specialist ouderengeneeskunde en de echtgenoot van de betrokkene heeft gehoord. De rechtbank concludeert dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 26 februari 2021, in afwijking van het verzoek van het CIZ. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.E.B. Terwee en schriftelijk uitgewerkt op 9 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.