ECLI:NL:RBAMS:2020:4674

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 september 2020
Publicatiedatum
23 september 2020
Zaaknummer
: C/13/684520 FA RK 20-3128
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging en overschrijding beslistermijn rechtbank

Op 7 september 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie, met betrekking tot een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en alcoholmisbruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van drie weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), met bijna drie maanden is overschreden. Ondanks deze overschrijding heeft de rechtbank geoordeeld dat zij bevoegd blijft om op het verzoek te beslissen, aangezien er geen sanctie is verbonden aan het te laat behandelen van een verzoekschrift zorgmachtiging.

De rechtbank heeft de betrokkene en zijn advocaat gehoord tijdens de mondelinge behandeling. De advocaat heeft aangevoerd dat de rechtbank onbevoegd is, maar de rechtbank heeft dit verweer verworpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel, zoals lichamelijk letsel en psychische schade, af te wenden. Aangezien er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, is verplichte zorg noodzakelijk.

De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft ook bepaald dat de duur van de zorgmachtiging beperkt zal worden tot zes maanden na het verstrijken van de beslistermijn, rekening houdend met de overschrijding van deze termijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.M. Beunk en is op 15 september 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/684520 FA RK 20-3128
kenmerk: 1103414
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 7 september 2020van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum] te Amsterdam,
wonende en verblijvende te Amsterdam, Arkin, locatie [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Visser.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 26 mei 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 september 2020 te Amsterdam, Arkin, locatie [adres] . De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- advocaat betrokkene, mr. M. Visser;
- arts betrokkene, dhr. P. van der Does
- groepsbegeleider, [naam] .
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen
.

2.Beoordeling

2.1.
De advocaat heeft ter zitting geconcludeerd dat de rechtbank onbevoegd is, omdat het verzoek van de officier van justitie dateert van 26 mei 2020 en daarop uiterlijk op 16 juni 2020 beslist had moeten worden door de rechtbank.
2.2.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Op grond van artikel 6:2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wvggz dient de rechtbank binnen drie weken na ontvangst van het verzoek uitspraak te doen. Vast staat dat deze termijn met bijna drie maanden is overschreden en deze overschrijding geheel aan de rechtbank is te wijten. Dit leidt er echter niet toe dat de rechtbank niet meer bevoegd is om op het verzoek te beslissen. In de Wvggz wordt geen sanctie verbonden aan het te laat behandelen van een verzoekschrift zorgmachtiging. De rechtbank zal dan ook het verzoek van de officier van justitie inhoudelijk beoordelen, maar zal bij het bepalen van de duur van de zorgmachtiging rekening houden met de termijnoverschrijding.
2.3
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en alcoholmisbruik, nu in remissie door de opname.
2.4
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in
:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
2.5
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg wijst de rechtbank de volgende vormen van zorg toe, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • opnemen in een accommodatie.
2.7
De vorm van verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ wordt eveneens toegewezen door de rechtbank, nu deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk is op het moment dat betrokkene met ontslag kan en mee zal moeten werken met ambulante hulpverlening. Deze vorm van verplichte zorg verplicht betrokkene om zich aan afspraken met het ambulante behandelteam te conformeren.
2.8
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, nu de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.9
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.1
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.11
Hetgeen namens/door betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af.
2.12
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank zal, gezien de overschrijding van de beslistermijn en het feit dat betrokkene gedurende deze periode opgenomen is gebleven, de duur van de zorgmachtiging beperken tot zes maanden na het verstrijken van de beslistermijn. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend tot en met
16 december 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te Amsterdam, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg gedurende de looptijd van de machtiging de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
16 december 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 7 september 2020 mondeling gegeven door mr. G.M. Beunk, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M.E. Langewisch als griffier en op 15 september 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.