ECLI:NL:RBAMS:2020:4794

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 oktober 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
13/728018-20 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van luxe goederen en wapenbezit met vormverzuim

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 1 oktober 2020, is de verdachte beschuldigd van het witwassen van luxe goederen en het voorhanden hebben van een wapen en munitie. De zaak betreft meerdere feiten, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen (merk Glock, kaliber 9mm) en het witwassen van diverse luxe goederen, waaronder horloges en merkkleding, met een totale waarde van meer dan € 491.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 29 november 2019 is aangehouden met een contant geldbedrag van € 1.510 en een Rolex-horloge ter waarde van € 38.750. Daarnaast zijn er bij doorzoekingen in zijn woning en die van zijn partner en bijvrouw aanzienlijke hoeveelheden luxe goederen in beslag genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen, gezien de discrepantie tussen de aangetroffen luxe goederen en de legale inkomsten van de verdachte. De verdediging voerde aan dat er sprake was van onrechtmatige doorzoekingen, maar de rechtbank oordeelde dat het vormverzuim in voldoende mate kon worden gecompenseerd door een lagere straf. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 35 maanden, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/728018-20 (Promis)
Datum uitspraak: 1 oktober 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het [naam] te [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Op 17 september 2020 heeft het onderzoek ter terechtzitting plaatsgevonden. Verdachte was daarbij aanwezig. Daarnaast was als raadsman van verdachte aanwezig, mr. M.L. van Gessel.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. C.J. Cnossen en E.B. Smit, en van wat verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging op de zitting, kort samengevat tenlastegelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
Dossier April:
1. het voorhanden hebben van een wapen en een hoeveelheid munitie op 29 november 2019;
2. het (mede)plegen van witwassen van diverse (luxe)goederen en geldbedragen in de periode van 1 januari 2018 tot en met 3 februari 2020 in Amsterdam en/of Almere en/of Hilversum;
Dossier Kralinger I en II:
3. het (mede)plegen van witwassen van diverse (luxe)goederen en geldbedragen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 18 januari 2019 in Amsterdam en/of Rotterdam.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis. Op de zitting is de vordering wijziging tenlastelegging ten aanzien van feit 2 en 3 toegewezen zoals werd gevorderd door de officieren van justitie, met uitzondering van de woorden “waaronder onder meer”.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank de chronologie van de gebeurtenissen aanhoudt . [1]
Dossier Kralinger I en II
Op 21 december 2018 kwam de volgende TCI-informatie binnen uit een lopend onderzoek: [verdachte] zou samen met zijn partner [naam partner] bezig zijn met witwassen en zij zouden op 21 december 2018 tussen 15:00 uur en 17:00 uur vertrekken vanuit hun woning aan de [adres] met een groot geldbedrag. In deze woning zouden zich vermoedelijk nog meer vermogensbestanddelen bevinden.
[verdachte] is naar aanleiding van deze informatie op 21 december 2018 omstreeks 15:25 uur aangehouden op de Jaques Dutilhweg in Rotterdam. Bij hem werd een contant geldbedrag aangetroffen van € 17.550,-. [2] Daarnaast werd er een horloge dat verdachte om zijn pols droeg inbeslaggenomen. Het betrof een horloge van het merk Audemars Piguet, type Royal Oak. [3] Uit nader onderzoek bleek dat de cataloguswaarde van dit horloge € 58.000,- bedroeg. [4]
Zijn partner [naam partner] werd twee minuten later in een taxi aangehouden op de Kralingse Zoom te Rotterdam. In de kofferruimte van de taxi lagen vier koffers, onder meer van het merk Louis Vuitton. In de koffers werden meerdere stukken merkkleding, tassen, schoenen en accessoires aangetroffen. In één van de koffers werd in een horlogetas van Louis Vuitton een horloge aangetroffen en inbeslaggenomen, eveneens van het merk Audemars Piguet, type Royal Oak. [5] Onderzoek wees uit dat de cataloguswaarde van dit horloge € 26.200,- bedroeg en dat het inleggen van de diamanten minstens € 20.000,- zou hebben gekost. [6]
Het aantreffen van het contante geldbedrag, de merkgoederen en het horloge was aanleiding voor de politie om tevens een doorzoeking te starten in de woning aan de [adres] . Onderzoek in de politiesystemen leerde dat [naam partner] sinds 26 juli 2016 op dit adres stond ingeschreven. Bij de doorzoeking werden diverse waardevolle goederen aangetroffen, zoals exclusieve (dames en heren) merkkleding, schoenen, en sieraden. [7] Nader onderzoek naar de aanschafwaarde wees uit dat deze inbeslaggenomen goederen (na aftrek van de hiervoor beschreven horloges) een waarde hadden van in totaal € 97.891,61. [8]
Op 18 januari 2019 werd [verdachte] staande gehouden op de Maasstraat te Amsterdam. [verdachte] reed op dat moment in een zwarte Volkswagen Golf die op naam stond van een verhuurbedrijf. Gezien de combinatie van antecedenten op het gebied van de Wet wapens en munitie, het rijden in een huurauto, het tijdstip van aantreffen en de rijrichting (in de richting van de snelweg) besloten de verbalisanten om [verdachte] te onderwerpen aan een fouillering en de auto te doorzoeken. In de jaszak van verdachte werd € 140,- aan contant geld aangetroffen. [9] Verder werd er een geldbedrag van € 24.000,- aangetroffen in tassen onder het dashboardkastje van de auto. [10]
Hierop is onderzoek gedaan naar de vermogenspositie van [verdachte] . Daaruit bleek dat [verdachte] sinds oktober 2018 niet langer een uitkering van het UWV ontvangt. Ook beschikt hij niet of nauwelijks over banktegoeden.
Dossier April:
Op 29 november 2019 reden verbalisanten op de Flierbosdreef te Amsterdam, waar zij ter hoogte van de kruising van de Flierbosdreef met de Karspeldreef een donkerkleurige Mercedes met hoge snelheid zagen oversteken in de richting van de Gooiseweg. Verbalisanten hebben de auto achtervolgd en een stopteken gegeven. De bestuurder gaf zijn rijbewijs en bleek [verdachte] te zijn. Hij had de auto gehuurd van 27 tot 29 november 2019 van het bedrijf [naam bedrijf] . Toen verbalisanten de auto wilden doorzoeken en [verdachte] wilden fouilleren, is [verdachte] weggerend. [verdachte] rende om de moskee, langs de garage Kempering, in de richting van winkelcentrum Kameleon. Ter hoogte van de Aldi op de Karspeldreef stopte hij met rennen en kon hij worden aangehouden. Bij de insluitingsfouillering van verdachte is een contant geldbedrag van € 1.510,- inbeslaggenomen en een horloge van het merk Rolex Oyster Perpetual Classic Day-Date 40. [11] Na onderzoek door juwelier [naam juwelier] bleek het horloge echt te zijn en werd het getaxeerd op € 38.750,-. [12] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat het aangetroffen geldbedrag en de Rolex van hem zijn. [13]
De volgende ochtend komt er een melding binnen van iemand die een vuurwapen had aangetroffen ter hoogte van de parkeerplaatsen parallel aan de Karspeldreef. [14] Het vuurwapen is door een wapendeskundige veiliggesteld en onderzocht. Uit onderzoek aan het vuurwapen bleek dat het vuurwapen was geladen maar niet doorgeladen. Ook bleek het vuurwapen geschikt te zijn om patronen te verschieten. Het vuurwapen bleek een pistool van het merk Glock, model 43, kaliber 9mm Luger te zijn, een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1e, van de Wet wapens en munitie. De patronen bleken van het kaliber 9mm Luger, van het merk Sellier & Bellot, rondneus volmantel. Deze volmantel patroon is munitie in de zin van artikel 1, onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III, van de Wet wapens en munitie. [15]
Op het wapen werden biologische sporen aangetroffen en veiliggesteld. [16] Nader onderzoek door het NFI wees uit dat op de ruwe delen van het pistool een DNA-mengprofiel werd aangetroffen van minimaal twee personen en dat het hoofdprofiel uit dit DNA-mengprofiel van [verdachte] afkomstig kan zijn, met daarbij een matchkans van kleiner dan 1 op 1 miljard. Behalve de match met het DNA-profiel van [verdachte] , werden er geen andere matches met andere DNA-profielen gevonden in de DNA-databank. [17]
Op 29 november 2019 zijn de beelden van de beveiligingscamera's gevorderd van het tijdstip
waarop [verdachte] is aangehouden. Daarop werd gezien dat de persoon die werd gevolgd door twee politiemensen vlak langs de geparkeerde auto's rende (minder dan een meter) bij winkelcentrum Kameleon. Achter de auto's waar deze persoon rende is ongeveer 8,5 uur later het vuurwapen aangetroffen. [18]
Op 16 januari 2020 is [verdachte] staande gehouden toen hij in een zwartkleurige Volkswagen Golf GTI reed, welke op naam stond van [naam bedrijf] Bij verdachte in de auto zaten zijn vriendin [naam partner] en hun baby [naam baby] . Bij de fouillering van [verdachte] werd een contant geldbedrag aangetroffen van € 460,-. Daarnaast werden bij het doorzoeken van de auto verschillende luxegoederen en geldbedragen in verschillende buitenlandse valuta aangetroffen en in beslaggenomen. [19]
De politie heeft vervolgens onderzoek verricht naar de vermogenspositie van [verdachte] . [verdachte] genoot in de periode januari 2019 tot en met september 2019 een totaal nettoloon van
€ 8.832, - bij de werkgevers [werkgever 1] (salaris) en het UWV (uitkering). Aan [verdachte] werden geen toeslagen toegekend sinds 2016. Verder bleek dat van zijn partner [naam partner] geen loongegevens bekend waren bij de Belastingdienst vanaf 2015. In 2019 werd alleen kindgebondenbudget toegekend ter hoogte van € 2.152, - en zorgtoeslag met een hoogte van
€ 1.189, -. Hierdoor ontstond bij het onderzoeksteam van de politie het vermoeden dat verdachte en zijn vriendin zich zouden bezig houden met het witwassen van crimineel vermogen.
Op 3 februari 2020 is de woning aan de [adres woning] doorzocht. [naam partner] en haar zoon [naam baby] zijn op dit adres ingeschreven en verdachte is toen in deze woning aangehouden. Bij deze doorzoeking werden onder meer een contant geldbedrag van € 4.485,-, diverse luxe sieraden en veel exclusieve (dames en heren) merkkleding en schoenen in beslaggenomen. [20] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat de aangetroffen kleding, schoenen en het geldbedrag van hem zijn. [21] Na onderzoek bleek dat de inbeslaggenomen kleding en schoenen een aanschafwaarde hadden van in totaal € 29.010,-. [22]
Tijdens de doorzoeking aan de [adres woning] werden tevens een horloge en een ketting aangetroffen. [23] Uit WhatsAppgesprekken in de telefoon van [verdachte] , welke op 29 november 2019 in beslag was genomen, blijkt dat er eenzelfde ketting en horloge en een hanger met daarop een afbeelding van de grootmoeder van verdachte zijn besteld bij Icebox Inc, gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika. [24] De hanger met de afbeelding van de grootmoeder van verdachte is niet aangetroffen bij de doorzoeking, maar uit WhatsAppgesprekken tussen [naam partner] en [verdachte] blijkt dat [verdachte] op 10 januari 2020 met [naam partner] een foto deelde van het graf van zijn oma waarop een vermoedelijk roségouden ketting is te zien met hanger met daarop de beeltenis van een vrouw. [25] Verdachte heeft op de zitting ook verklaard dat hij de hanger heeft besteld bij Icebox en dat deze hanger van hem is. [26] De aanschafwaarde van de sieraden was $ 155.000,- en werd deels betaald door inruil van een ander sieraad, zodat $ 135.000,- betaald moest worden. Omgerekend naar euro’s is dat ongeveer € 142.685,-. [27]
In november 2019 krijgt het TCI informatie binnen waaruit blijkt dat [verdachte] een bijvrouw zou hebben, genaamd [naam bijvrouw] en dat hij haar financieel zou onderhouden. In de telefoon van [verdachte] werd een WhatsAppgesprek aangetroffen met [bijnaam] , vermoedelijk [naam bijvrouw] . Op 21 november 2019 stuurde [verdachte] een PDF-bestand naar [bijnaam] . Het bestand had de naam [naam bestand met adres] en betrof een plattegrond van een appartement. Bij de politie ontstond het vermoeden dat [verdachte] met zijn vriendin [naam bijvrouw] zou verblijven op het adres [naam bestand met adres] in [plaats] en daarom werd ook voor deze woning een aanvraag gedaan tot doorzoeking. [28]
Op 3 februari 2020 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan de [naam bestand met adres] in [plaats] . Bij deze doorzoeking werden onder meer luxe merkkleding, schoenen (in totaal 54 paar), accessoires en tassen in beslag genomen. [29] [naam bijvrouw] was op dat moment in de woning aanwezig en verklaarde dat zij op dat moment geen werk had en een uitkering kreeg. [30] Uit onderzoek naar de waarde van de goederen bleek dat de aangetroffen herenkleding, tassen, accessoires en schoenen een totale aanschafwaarde hadden van
€ 67.915,-. [31] Op de zitting verklaarde [verdachte] dat ook deze aangetroffen (heren)kleding en (heren)schoenen van hem waren. [32]
Uit een chatsessie die werd aangetroffen in de telefoon die onder verdachte in beslag werd genomen, ontstond het vermoeden dat [verdachte] rechtstreeks contact had met [naam medewerkster] , een medewerkster van een winkel van Louis Vuitton in Nederland. [33] Tijdens de doorzoeking in de woningen aan de [adres woning] en de [naam bestand met adres] werden verschillende kledingstukken, schoenen en tassen (van Louis Vuitton) aangetroffen en inbeslaggenomen, die vermoedelijk in de chatsessies tussen [verdachte] en [naam medewerkster] waren besproken. Ten aanzien van deze goederen is apart onderzoek gedaan naar de aanschafwaarde en deze goederen bleken een totale aanschafwaarde te hebben van € 10.950,-. [34]
3.2
Standpunten van het Openbaar Ministerie en de verdediging
Hier worden slechts de conclusies van het Openbaar Ministerie en de verdediging weergegeven. Voor zover de ingenomen standpunten nader inhoudelijk besproken moeten worden, komen ze hierna bij de beoordeling door de rechtbank aan bod.
De officieren van justitie vinden dat de feiten bewezen kunnen worden.
De verdediging vindt dat verdachte geheel moet worden vrijgesproken van feit 1 en gedeeltelijk van feit 2 (ten aanzien van de sieraden van Icebox). Ten aanzien van feit 3 is de verdediging van mening dat sprake is van onrechtmatige doorzoekingen en derhalve van een onherstelbaar vormverzuim, waardoor het bewijs, verkregen door de onrechtmatige doorzoeking, van de bewijsvoering dient te worden uitgesloten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Voorhanden hebben van een wapen en een hoeveelheid munitie (feit 1):
De rechtbank vindt op grond van de hiervoor besproken bewijsmiddelen bewezen dat verdachte het aangetroffen wapen en de munitie op 29 november 2019 voorhanden heeft gehad. Het wapen wordt een dag na zijn aanhouding aangetroffen op de vluchtroute die verdachte heeft afgelegd en het aangetroffen DNA-mengprofiel op het pistool matcht met het DNA-profiel van verdachte. De rechtbank gaat er vanuit dat de op het wapen aangetroffen biologische sporen van verdachte afkomstig zijn.
De verdediging heeft betwist dat verdachte voor zijn aanhouding op 29 november 2019 een wapen zou hebben weggegooid. Eén van de mogelijkheden voor het aangetroffen DNA-mengprofiel dat matcht met het DNA-profiel van verdachte zou volgens de raadsman kunnen zijn dat iemand anders zich heeft ontdaan van een wapen dat verdachte mogelijk in het verleden eens zou hebben aangeraakt.
De rechtbank overweegt evenwel als volgt. Verdachte heeft op geen enkel moment verklaard hoe zijn DNA-profiel op het aangetroffen wapen terecht zou zijn gekomen en heeft daarmee geen enkel aanknopingspunt gegeven ter verificatie van dit door de raadsman opgeworpen alternatieve scenario. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de verdediging.
3.4.2
Witwassen (feit 2 en 3)
Beoordelingskader van het bestanddeel afkomstig van misdrijf
In het dossier zitten geen aanknopingspunten voor een specifiek misdrijf waaruit het aangetroffen geld of het geld waarmee de goederen zijn aangeschaft, afkomstig zou zijn. Uit vaste rechtspraak volgt, dat ook als niet duidelijk is uit welk specifiek misdrijf de voorwerpen afkomstig zijn, in sommige gevallen toch witwassen bewezen kan worden. Het gaat dan om gevallen waarbij het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan dan dat de voorwerpen van misdrijf afkomstig zijn. Als de feiten en omstandigheden in het dossier zodanig zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Zo’n verklaring moet concreet zijn, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Vervolgens ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de alternatieve herkomst van de voorwerpen uit de verklaring van verdachte. Alleen als vervolgens uit dit onderzoek blijkt dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen een legale herkomst hebben en dat dus een criminele herkomst de enige aanvaardbare verklaring is, kan het witwassen van die voorwerpen bewezen worden.
Dossier April (feit 2):
Voorhanden hebben van sieraden en horloge van Icebox
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat uit de groepschat die staat beschreven in het proces-verbaal blijkt dat verdachte de betreffende goederen mogelijk heeft aangeschaft samen met een persoon met de naam [naam persoon] , maar dat geen nader onderzoek is gedaan naar deze [naam persoon] . Bij gebreke van dit onderzoek kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat verdachte de betreffende voorwerpen heeft aangeschaft en betaald, zodat partiële vrijspraak dient te volgen. Subsidiair heeft de raadsman naar voren gebracht dat aan verdachte bij gebrek aan andersluidende informatie slechts 50 procent van de aanschafwaarde kan worden toegerekend.
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe als volgt. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij alleen de hanger had besteld bij Icebox en dat hij de bestelling samen met een vriend had gedaan zodat zij korting zouden krijgen. De rechtbank vindt deze verklaring van verdachte onaannemelijk omdat ook de ketting en het horloge van Icebox bij hem zijn aangetroffen. Het alternatieve scenario dat wordt geschetst door de verdediging, dat verdachte de goederen samen met [naam persoon] zou hebben besteld en gefinancierd, is bovendien niet onderbouwd en wordt op geen enkele wijze ondersteund door de inhoud van het dossier. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte ook de ketting en het horloge van Icebox heeft aangeschaft. Hij had wetenschap en beschikkingsmacht over deze voorwerpen en dus voorhanden gehad.
Voorhanden hebben van overige goederen en geldbedragen
Ten aanzien van de overige tenlastegelegde goederen en geldbedragen die zijn aangetroffen bij zijn aanhouding op 29 november 2019, tijdens de doorzoeking aan de [adres woning] en tijdens de doorzoeking aan de [naam bestand met adres] , heeft verdachte verklaard dat deze van hem zijn. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte wetenschap had van de geldbedragen en goederen en dat hij daarover de beschikkingsmacht had; hij had die voorwerpen voorhanden.
Toepassing van het beoordelingskader van het bestanddeel afkomstig van misdrijf
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier voldoende feiten en omstandigheden naar voren komen om een vermoeden van witwassen te rechtvaardigen.
De rechtbank overweegt dat de waarde van de aangetroffen geldbedragen, merkkleding, schoenen, accessoires, sieraden en het horloge niet in verhouding staat tot de inkomsten en het vermogen van verdachte. Hij had immers geen inkomsten uit werk en beschikte nauwelijks over banktegoeden. Uit de gegevens die zijn verzameld met betrekking tot de inkomsten van verdachte en zijn partner blijkt dat er niet eens sprake was van voldoende legale inkomsten om te voorzien in hun primaire levensbehoeften, laat staan voor alle luxe goederen die zijn aangetroffen. Daarmee is sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. Verdachte heeft geen verklaring gegeven voor de herkomst van de geldbedragen of voor de herkomst van het geld waarmee de aangetroffen goederen zijn aangeschaft. De rechtbank stelt daarom vast dat de aangetroffen geldbedragen en goederen een criminele herkomst hebben en dat verdachte hiervan wetenschap heeft gehad. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte deze geldbedragen en goederen heeft witgewassen.
Medeplegen
Ten aanzien van het geldbedrag van € 1.510,- en de Rolex ter waarde van € 38.750,- is rechtbank van oordeel dat geen sprake is van medeplegen, nu dit niet uit het dossier volgt.
Ten aanzien van al het overige is de rechtbank van oordeel dat het medeplegen wel bewezen kan worden. [naam partner] verbleef in de woning aan de [adres woning] en [naam bijvrouw] verbleef in de woning aan de [naam bestand met adres] . In beide woningen zijn veel dure merkgoederen aangetroffen, waaronder ook veel vrouwenkleding en -tassen. De rechtbank concludeert dan ook dat zowel verdachte als de twee vrouwen bij wie hij verbleef wetenschap hadden van de in hun woning aanwezige goederen ( [naam partner] ten aanzien van de [adres woning] en [naam bijvrouw] ten aanzien van de [naam bestand met adres] ), dat die zich ook in hun machtssfeer bevonden en dat zij die dus tezamen en in vereniging hebben witgewassen.
Dossier Kralinger I en II (feit 3)
21 december 2018
Rechtmatigheid van de aanhouding
De raadsman heeft aangevoerd dat de politie uitsluitend op basis van de TCI-informatie niet had mogen overgaan tot aanhouding van verdachte en dat deze aanhouding daarom als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd. De vruchten van deze aanhouding, het aantreffen van € 17.550,- en het horloge, dienen van het bewijs te worden uitgesloten. Tegen deze achtergrond moet volgens de raadsman ook de aanhouding van [naam partner] als onrechtmatig worden bestempeld en ook de daaruit voortgevloeide doorzoeking van de woning aan de [adres 1] december 2018. De resultaten van deze onrechtmachtige aanhouding en daarop volgende doorzoeking dienen daarom ook te worden uitgesloten voor het bewijs.
De rechtbank dient te beoordelen of het bewijs door de politie inderdaad onrechtmatig is verkregen en, zo ja, of sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank overweegt als volgt.
De TCI-informatie bevatte zeer concrete informatie uit een lopend onderzoek. De juistheid van deze informatie werd vervolgens bevestigd doordat verdachte en [naam partner] beiden op het aangegeven tijdstip inderdaad in de buurt van de woning in een auto en een taxi werden gezien. Dat maakt dat de rechtbank vindt dat er sprake was van een voldoende verdenking en de aanhoudingen dus rechtmatig waren. Vervolgens zijn bij het fouilleren van verdachte een groot contant geldbedrag en een in verhouding tot zijn legale inkomen duur horloge aangetroffen, wat voldoende aanleiding gaf om de woning te doorzoeken. De rechtbank vindt daarom dat ook de daarop volgende doorzoeking van de woning aan de [adres 1] rechtmatig is geweest. Het verweer van de raadsman wordt daarom verworpen.
Wetenschap en beschikkingsmacht
De rechtbank vindt dat uit het dossier ook voldoende is gebleken dat verdachte een relatie had met mevrouw [naam partner] en dat zij, mede gelet op de herenkleding en -accessoires die zijn aangetroffen, samen verbleven in de woning aan de [adres 1] . De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte wetenschap had van de goederen die zijn aangetroffen in de woning, van de goederen die zijn aangetroffen in de taxi bij mevrouw [naam partner] en van het bij zijn aanhouding aangetroffen horloge en geldbedrag en dat hij daarover de beschikkingsmacht had.
Toepassing van het beoordelingskader van het bestanddeel afkomstig uit misdrijf
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier voldoende feiten en omstandigheden naar voren komen om een vermoeden van witwassen te rechtvaardigen.
De rechtbank overweegt dat de waarde van de aangetroffen geldbedragen, merkkleding, schoenen, accessoires en horloges niet in verhouding staat tot de inkomsten en het vermogen van verdachte. Uit de gegevens die zijn verzameld met betrekking tot de inkomsten van verdachte bleek dat verdachte sinds oktober 2018 niet langer een uitkering van het UWV ontving en nauwelijks beschikt over banktegoeden. Bovendien passen deze uitgaven aan dergelijke luxe goederen met een totale waarde van € 202.091,06 niet bij het beeld van iemand die een uitkering ontvangt en daarmee net in zijn primaire levensbehoeften zou kunnen voorzien. Daarmee is sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. Verdachte heeft geen verklaring gegeven voor de herkomst van de geldbedragen of voor de herkomst van het geld waarmee de aangetroffen goederen zijn aangeschaft. De rechtbank stelt daarom vast dat de aangetroffen geldbedragen en goederen een criminele herkomst hebben en dat verdachte hiervan wetenschap heeft gehad. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte deze geldbedragen en goederen heeft witgewassen.
Medeplegen
De luxe goederen zijn aangetroffen in de woning waar ook [naam partner] , de vriendin van verdachte, verbleef en in de koffers die zij vervoerde in de taxi. De rechtbank concludeert dan ook dat zowel verdachte als zijn vriendin wetenschap hadden van de in de woning en auto’s aanwezige goederen, dat die zich ook in hun beider machtssfeer bevond en dat zij die dus tezamen en in vereniging hebben witgewassen.
18 februari 2019
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende objectieve maatstaven bestonden om verdachte te fouilleren en zijn auto te doorzoeken. De door de politie beschreven mutaties van de documentatie van verdachte op het gebied van de Wet wapens en munitie (WWM) en het feit dat hij in een (volgens de verbalisanten snelle) huurauto reed, zijn daarvoor onvoldoende. Hierdoor is sprake van een onrechtmatige doorzoeking in zijn auto en dat is een onherstelbaar vormverzuim. De raadsman vindt dat als gevolg hieraan moet worden verbonden dat het bewijs dat is verkregen door deze onrechtmatige doorzoeking, dient te worden uitgesloten van het bewijs.
De rechtbank dient te beoordelen of het bewijs door de politie inderdaad onrechtmatig is verkregen en, zo ja, of sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten op grond van de Wegenverkeerwet bevoegd waren om verdachte een stopteken te gegeven en om hem staande te houden. Vervolgens hebben de verbalisanten de auto doorzocht en verdachte onderworpen aan een fouillering, omdat verdachte in een gehuurde zwarte Volkswagen Golf richting de snelweg reed en omdat zij in het politiesysteem zagen dat verdachte twee antecedenten had op het gebied van de WWM. Het ging daarbij om een antecedent uit 2014 en om een sepot uit 2018.
De rechtbank vindt dat daarmee onvoldoende sprake was van een redelijk vermoeden van schuld en dat dit onvoldoende aanleiding was om de auto te doorzoeken en om verdachte te fouilleren. Het onrechtmatig fouilleren van verdachte en doorzoeken van de auto is een schending van een fundamenteel recht, namelijk het recht op persoonlijke integriteit. Dit is ook het geschonden belang en de rechtbank erkent dat verdachte van deze schending nadeel heeft ondervonden.
De rechtbank komt, op grond van het hiervoor overwogene, tot de conclusie dat de doorzoeking van de auto onrechtmatig was en stelt vast dat sprake was van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, zoals bedoeld in artikel 359a Sv. De vraag is vervolgens welke rechtsgevolgen aan dit vormverzuim moeten worden verbonden. Bij de beoordeling daarvan moet rekening worden gehouden met het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het vormverzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het belang van het geschonden voorschrift, niet kan worden volstaan met de enkele constatering van het verzuim. De rechtbank vindt wel dat het vormverzuim in voldoende mate kan worden gecompenseerd door een lagere straf op te leggen aan verdachte dan het geval zou zijn geweest indien het vormverzuim zich niet had voorgedaan. Het geschonden belang van de norm en het nadeel dat verdachte daarbij heeft ondervonden, vindt de rechtbank niet dusdanig zwaarwegend dat bewijsuitsluiting ter compensatie moet volgen. Het verweer, strekkende tot bewijsuitsluiting, wordt daarom verworpen.
Wetenschap en beschikkingsmacht
Verdachte had € 140,- in zijn jaszak en € 24.000,- in tassen op de grond onder het dasboardkastje van de auto. Gezien de manier van aantreffen moet verdachte hebben geweten van het geld en daar ook over hebben kunnen beschikken. Aanknopingspunten voor een andere lezing ontbreken.
Toepassing van het beoordelingskader van het bestanddeel afkomstig van misdrijf
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier voldoende feiten en omstandigheden naar voren komen om een vermoeden van witwassen te rechtvaardigen. Uit de inhoud van het dossier blijkt dat diverse zogenoemde witwastypologieën (algemene ervaringsregels die een aanwijzing vormen dat mogelijk sprake is van witwassen) zich in deze zaak voordoen. Het gaat immers om een groot contant geldbedrag. Bovendien is dit geldbedrag vervoerd in meerdere tassen in een huurauto, terwijl dit niet gangbaar is in het normale economische verkeer en aanzienlijke veiligheidsrisico’s met zich brengt. Een dergelijk bedrag past ook niet bij het dan legale inkomen van verdachte. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van het geld. De rechtbank stelt dus vast dat de € 24.140,- een criminele herkomst heeft en dat verdachte moet hebben geweten dat het om uit misdrijf verkregen geld ging en hij aldus dat geld heeft witgewassen.
Medeplegen
Het dossier geeft geen aanknopingspunten voor het samen met een ander witwassen van dit geldbedrag. Verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1:
op 29 november 2019 te Amsterdam
- een vuurwapen (pistool) (merk Glock 43, kaliber 9mm x 19), en
- volmantel rondneus patronen (merk Sellier & Bellot, kaliber 9mm x 19), zijnde munitie geschikt om te worden verschoten met voornoemd vuurwapen,
zijnde een vuurwapen en munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 2:
in de periode van 14 oktober 2019 tot en met 3 februari 2020 te Almere en Hilversum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen
(de voorwerpen als beschreven in rubriek 5 en 6 zaaksdossier witwassen pag. 1 057 e.v.), te weten,
- een contante geldbedrag met een waarde van 4.485,- euro en
- diverse sieraden en een horloge van Icebox met een totale waarde van ongeveer 142.685,- euro en
- exclusieve merkkleding met een totale waarde van ongeveer 10.950 euro,- en ongeveer 29.010 euro,- en ongeveer 67.915,- euro
voorhanden heeft gehad en heeft omgezet terwijl verdachte en zijn mededaders, wisten, dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
en
op 29 november 2019 te Amsterdam, voorwerpen, te weten,
- een contant geldbedrag met een waarde van 1.510,- euro en
- een horloge van het merk Rolex (goednummer 5844578) met een waarde van ongeveer 38.750,-
voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
ten aanzien van feit 3:
in de periode van 21 december 2018 tot en met 18 januari 2019 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander, voorwerpen (de voorwerpen als beschreven in het proces-verbaal van witwassen pag. G1 012 e.v.), te weten,
- een contant geldbedrag met een waarde van 17.550,- euro en
- meerdere horloges van het merk Audemars Piquet (goednummers 5682405 en 5682425) met een totale waarde van ongeveer 104.200,- euro en
- meerdere tassen en koffers en exclusieve merkkleding met een totale waarde van 97.891,61 euro
voorhanden heeft gehad en heeft omgezet terwijl hij, verdachte en zijn mededader, wisten dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
en
op 18 januari 2019 te Amsterdam, een voorwerp te weten,
- een contant geldbedrag met een waarde van 24.140,- euro
voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Motivering van de straffen en maatregelen

5.1.
De eis van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte voor de door hen onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden waarvan tien maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van twee jaren.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Verdachte is een
first offenderen er komt waarschijnlijk ook een forse ontnemingsvordering aan.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Verdachte heeft een contant geldbedrag van in totaal € 47.685,- en luxe goederen met een totale aanschafwaarde van € 491.401,- witgewassen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich ogenschijnlijk niets heeft aangetrokken van eerdere doorzoekingen waarbij zijn luxegoederen in beslag zijn genomen. Er had immers op 21 december 2018 al een aanhouding van en doorzoeking bij verdachte plaatsgevonden waarbij veel geld en luxe merkgoederen in beslag zijn genomen. Vervolgens is verdachte op drie andere momenten opnieuw aangehouden door de politie met grote contante geldbedragen en luxe goederen. Verdachte heeft dus steeds opnieuw een riante hoeveelheid dure merkkleding en horloges aangeschaft met geld dat afkomstig was uit misdrijf.
Daarnaast heeft verdachte een geladen vuurwapen voorhanden gehad. Een vuurwapen vormt in handen van een daartoe niet bevoegde een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. Verdachte heeft daarmee de veiligheid van mensen in gevaar gebracht. Tegen onbevoegd wapenbezit moet daarom streng worden opgetreden.
De rechtbank heeft gekeken naar oriëntatiepunten voor straffen die de rechtbanken en hoven in Nederland onderling hebben afgesproken. Het uitgangspunt voor fraudedelicten bij een bedrag tussen de € 500.00,- en € 1.000.000,- is een gevangenisstraf van achttien tot vierentwintig maanden.
De rechtbank Amsterdam hanteert eigen oriëntatiepunten voor vuurwapenbezit. Daartoe bestaat aanleiding, omdat in het bijzonder in Amsterdam het vuurwapenbezit en gebruik een groot en toenemend maatschappelijk probleem is. Het Amsterdamse oriëntatiepunt voor vuurwapens en explosieven vermeldt een gevangenisstraf van achttien maanden voor het voorhanden hebben van een geladen pistool in de openbare ruimte.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen reden om af te wijken van de LOVS-oriëntatiepunten. Ook ziet de rechtbank in de persoon van verdachte geen aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen
In verband met het vormverzuim zal de rechtbank een strafvermindering van één maand toepassen.
Alles afwegende komt de rechtbank tot oplegging van een gevangenisstraf van 35 maanden.

6.Beslag

In dit onderzoek zijn veel goederen in beslag genomen. Deze goederen hebben allemaal een itemnummer gekregen. Een kopie van de lijst met in beslag genomen goederen is als bijlage III aan dit vonnis gehecht. De goederen waar de bewezenverklaring op ziet, zijn opgenomen als bijlage II bij dit vonnis.
Verbeurdverklaring
De voorwerpen, genoemd in bijlage II, behoren aan verdachte toe. Hij kan deze voorwerpen geheel of ten dele ten eigen bate aanwenden. Deze voorwerpen worden verbeurd verklaard omdat daarmee het bewezen verklaarde is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
Het voorwerp 553 (boksbeugel) wordt onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Bewaren ten behoeve van de rechthebbende
De overige in beslag genomen voorwerpen moeten worden bewaard voor de rechthebbende.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht en 26 en 55 van de Wet wapens en munitie

8.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
ten aanzien van het 2:
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
en
witwassen;
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van witwassen;
en
witwassen;
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
35 (vijfendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
De voorwerpen genoemd in bijlage II bij dit vonnis.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
Voorwerp 553 op de lijst van inbeslaggenomen goederen.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
De overige in beslag genomen voorwerpen moeten worden bewaard voor de rechthebbende.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.E. Geradts, voorzitter,
mrs. B.M. Visser en R.K. Pijpers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Leenstra, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 oktober 2020.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal aanhouding, p. 29 en proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming, p. 42
3.KVI goednummer 5682425, p. 432 (beslagdossier) en proces-verbaal, p. 57
4.Proces-verbaal onderzoek sieraden, p. 116
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 54 en KVI goednummer 5682405, p. 337 (beslagdossier)
6.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek sieraden, p. 116 en een geschrift, te weten een taxatierapport van [naam taxateurs] taxateurs, p. 120
7.Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming, p. 42 tot en met 45
8.Proces-verbaal kasopstelling contante uitgaven verdachte [verdachte] en proces-verbaal in beslag genomen voorwerpen en aanschafwaarde, p. 278 tot en met 285
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 327 tot en met 329 en KVI goednummer 5695735, p. 369
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 327 tot en met 329 en KVI goednummer 5695750, p. 370 en KVI goednummer 565758, p. 371
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1 tot en met 4 en proces-verbaal van bevindingen p. 285 tot en met 287
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26 en geschrift [naam juwelier] , p. 27
13.Proces-verbaal ter terechtzitting van 17 september 2020
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9 tot en met 13
15.Proces-verbaal van technisch onderzoek vuurwapen en munitie, p. 14 tot en met 18
16.Proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 19 tot en met 20
17.NFI-rapport, p. 24 tot en met 25
18.Proces-verbaal beelden 298 november 2019 aanhouding [verdachte] , p. 288 tot en met 289
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 41 tot en met 43
20.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking [adres woning] , p. 293 tot en met 296
21.Proces-verbaal ter terechtzitting van 17 september 2020
22.Proces-verbaal van relaas p. 60 en 61 (tabel) en proces-verbaal waardebepaling schoenen p. 721 e.v. en proces-verbaal onderzoek waarde kleding [adres woning] , p. 709 e.v.
23.KVI goednummers 5878106 en 5878109, p. 516 tot en met 517
24.KVI goednummer 5844581, Beslagdossier p. 2 005
25.Proces-verbaal onderzoek WhatsApp chat [naam partner] en [verdachte] in relatie tot de sieraden van Icebox van [verdachte] , p. 494 tot en met 515
26.Proces-verbaal ter terechtzitting van 17 september 2020
27.Voorwerp van witwassen, sieraden van Icebox, p. 421 en 427
28.Proces-verbaal aanvraag machtiging tot doorzoeking ter inbeslagneming in pand: [naam bestand met adres] te [plaats] , p. 344 tot en met 346
29.Proces-verbaal van binnentreden woning [naam bestand met adres] , p. 310 tot en met 312 en proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [naam bestand met adres] [plaats] , p. 314 tot en met 317
30.Proces-verbaal gesprek met aanwezige bewoonster [naam bijvrouw] , p. 313
31.Proces-verbaal van relaas (dossier voorwerp van witwassen [naam bestand met adres] ) p. 1046 tot en met 1048 en proces-verbaal van bevindingen waarde bepaling merkkleding, schoenen en accessoires, p. 1073 tot en met 1158
32.Proces-verbaal ter terechtzitting 17 september 2020
33.KVI goednummer 5844581, Beslagdossier p. 2 005 en proces-verbaal onderzoek WhatsApp chat tussen [verdachte] en [naam medewerkster] – aankopen kleding, schoenen en tassen van Louis Vuitton, p. 588
34.proces-verbaal onderzoek WhatsApp chat tussen [verdachte] en [naam medewerkster] – aankopen kleding, schoenen en tassen van Louis Vuitton, p. 588 tot en met 678