ECLI:NL:RBAMS:2020:4831
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoedingen voor kosten van de raadsman en verzoekschrift op basis van artikel 530 Sv
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 13 augustus 2020, is het verzoek van een jonge vrouw, aangeduid als verzoekster, toegewezen. Het verzoek betreft een vergoeding voor de kosten van de raadsman en de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het verzoekschrift, op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoekster was betrokken bij een grote drugszaak, maar de strafzaak tegen haar is op 28 november 2019 onvoorwaardelijk geseponeerd. Het verzoekschrift is op 23 december 2019 ingediend, en de rechtbank heeft op 13 augustus 2020 de gemachtigde raadsman en de officier van justitie gehoord. De raadsman heeft aangevoerd dat verzoekster geen kennis heeft van het strafrecht en dat er veel tijd is besteed aan het verhoor en de nabespreking. De officier van justitie heeft geen bezwaar gemaakt tegen de toekenning van de kosten, aangezien deze niet onredelijk hoog zouden zijn. De rechtbank heeft, na beoordeling van de omstandigheden, besloten om de gevraagde vergoeding van € 980,10 voor de kosten van de raadsman en € 550,00 voor de kosten van het verzoekschrift toe te kennen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor zowel de officier van justitie als verzoekster.