Op 11 augustus 2020 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiseres had op 13 december 2019 een Wob-verzoek ingediend, dat op 16 december 2019 door verweerder, het ministerie van Justitie en Veiligheid, is ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van vier weken is overschreden en dat eiseres verweerder in gebreke heeft gesteld voordat zij in beroep ging. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. De rechtbank draagt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het betaalde griffierecht van € 354,- aan eiseres moet vergoeden. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.