Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
bullet points.Op het subgunningscriterium ‘aanbodscope’ heeft ICS bijvoorbeeld in vijf pagina’s beschreven op welke wijze zij de opdracht zou willen uitvoeren. De motivering van Orion in de brief van 12 juni 2020 bestaat uit slechts vijf
bullet points, waarvan de eerste – zoals Orion heeft erkend – onjuist is. De overige punten zijn vrij vaag geformuleerd;
‘Betrokkenheid naar schoonmakers lijkt minimaal’en
‘Inschrijver maakt geen pro-actieve indruk’. ICS vindt dat haar inschrijving juist wel betrokkenheid laat zien en doorspekt is van pro-actieve elementen en heeft daarvan een aantal voorbeelden genoemd, bijvoorbeeld de regelmatige aanwezigheid van een rayonmanager voor begeleiding op de werkvloer, eventuele herinstructie, het aanbieden van taalonderwijs en persoonlijke gesprekken met de medewerkers, die ieder kwartaal plaatsvinden. Ook de motivering van de andere subgunningscriteria is minimaal. Zo bestaat de motivering bij het onderdeel ‘kansendossier’ uit één
bullet point: een positief element. De overige door ICS aangedragen ‘kansen’ worden niet benoemd. Er worden geen negatieve elementen genoemd maar Orion heeft niet verduidelijkt waarom ICS dan toch slechts een score van 50 van de 100 heeft gekregen en niet hoger. Bij het onderdeel ‘risicodossier’ heeft ICS 25 punten behaald en bestaat de motivering daarvoor uit twee negatieve elementen:
‘Inschrijver ziet de samenwerking met de Opdrachtgever en de resultaatgerichte aanpak als risico’s’en
‘Inschrijver is niet pro-actief en lijkt alle verantwoordelijkheid bij Opdrachtgever te leggen’. Ook in dit geval is ICS ervan overtuigd dat zij heeft laten zien juist wel verantwoordelijkheid te nemen en pro-actief te handelen en zij heeft daarvan een aantal voorbeelden genoemd. Voorshands terecht heeft ICS voorts opgemerkt dat Orion ten onrechte als negatief element in de beoordeling heeft meegenomen dat ICS de resultaatgerichte aanpak als risico ziet. ICS heeft in haar inschrijving immers niet de resultaatgerichte aanpak als zodanig als risico geïdentificeerd, maar het risico dat de (nieuwe) resultaatgerichte aanpak tot oneigenlijke klachten kan leiden, omdat de verwachtingen van de eindgebruiker nog gericht zijn op de ‘oude’ manier van schoonmaken. ICS heeft ook een beheersmaatregel voorgesteld om dit risico te ondervangen. De beoordeling van Orion gaat hieraan voorbij (zie hiervoor onder 2.13). Voor het onderdeel ‘casus’ ontbreekt de motivering in de brief van 12 juni 2020 geheel.
bullet points, zonder nadere motivering, redelijkerwijs niet mogelijk is om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen.
980,00