ECLI:NL:RBAMS:2020:5026
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter wegens kennelijke ongegrondheid
Op 28 juli 2020 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, ingediend op 22 juni 2020. Het verzoek was gericht tegen mr. Y.A.M. Jacobs, een kantonrechter te Amsterdam. De verzoeker was gedaagde in een lopende zaak waarbij de verhuurder als eisende partij optrad. De verzoeker stelde dat er fouten waren gemaakt in eerdere vonnissen, waaronder een verkeerde datum en een onjuiste vermelding van de wederpartij. Hij vreesde dat deze fouten duidden op een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond kan vormen voor wraking. De rechter wordt geacht onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel bewezen kan worden. De Wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker niet voldoende heeft onderbouwd waaruit de schijn van vooringenomenheid zou blijken. De aangevoerde argumenten, zoals de fouten in de vonnissen en het mogelijke tijdgebrek van de rechter, waren onvoldoende om aan te nemen dat er sprake was van partijdigheid.
Daarom heeft de Wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de overweging dat bezwaar tegen een rechterlijke beslissing geen grond voor wraking kan opleveren. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.