Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- dagvaarding van 17 mei 2019, met producties
- conclusie van antwoord van 10 juli 2019, met producties
- tussenvonnis van 5 februari 2020
- proces-verbaal van niet gehouden zitting van 10 april 2020
- conclusie van repliek van 20 mei 2020, met een productie
- conclusie van dupliek van 15 juli 2020
2.De feiten
Reglement voor huurders van een stallingplaats in de hangar op het adres [adres] .
De huurder heeft recht op 1 stalling plek voor 1 vliegtuig in de hangar
De huurder heeft recht op 1 sleutel met volgnr. 3 (…)
4.Overige bepalingen
[website]gepubliceerd.
total lossis verklaard.
3.De vordering
subsidiairvoor recht te verklaren dat Flevo Aviation aansprakelijk is voor de schade op grond van onrechtmatige daad en Flevo Aviation te veroordelen tot betaling van € 27.823,46, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, met wettelijke rente, en
in alle gevallenFlevo Aviation te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 1.153,24 en de proceskosten, waaronder de nakosten, met wettelijke rente.
4.De beoordeling
bevoegdheid en toepasselijk recht
Haviltex), waarnaar ook beide partijen hebben verwezen).
huurders van een stallingsplaats) en verdere gebruik van de termen
huurderen
verhuurderin de overeenkomst is een aanwijzing dat het om een huurovereenkomst gaat (vgl. artikel 7:201 BW). Voorts is de kern van de overeenkomst, omschreven in artikel 1 (
huurder heeft recht op 1 stalling plek voor 1 vliegtuig), dat Flevo Aviation een plek aan [naam] ter beschikking stelt waar [naam] zijn vliegtuig kan stallen. Dat is iets anders dan dat [naam] zijn vliegtuig aan Flevo Aviation afgeeft om het later weer van Flevo Aviation terug te ontvangen. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat het in de praktijk anders is gegaan dan [naam] en Euro-Aviation op grond van artikel 1 van de overeenkomst voor ogen stond. Dit alles betekent dat geen sprake is van een bewaarnemingsovereenkomst ten aanzien van de Cessna.
welaansprakelijkheid als schade
nietdoor andere gebruikers wordt veroorzaakt) vindt onvoldoende steun in de omstandigheden van dit geval. Zo is artikel 4.4 in combinatie met 4.3 een op zich zelf consistente regeling waarbij is vastgelegd dat gebruikers onderling aansprakelijk zijn voor door hen veroorzaakte schade en dat dit niet via de verhuurder (Flevo Aviation) loopt. Deze regeling past bij deze specifieke verhuur, waarbij het gebruikers is toegestaan vliegtuigen van anderen te verplaatsen indien noodzakelijk (vgl ook artikel 6 van het reglement). De verplichting van de verhuurder is in deze regeling beperkt tot het afsluiten van een opstalverzekering. De uitleg van Euro-Aviation zou als onderdeel van deze regeling betekenen dat Flevo Aviation wél aansprakelijkheid aanvaardt voor schade aan het vliegtuig door andere oorzaak dan in de regeling genoemd en daarmee een bijzondere en vergaande uitbreiding van aansprakelijkheid zijn die de huurder ( [naam] ) niet in redelijkheid mocht verwachten. Daarbij geldt dat ook de verschuldigde huurprijs van
€ 200 per maand (sinds de start in 2011) niet zodanig hoog is dat de huurder in redelijkheid mocht verwachten dat dit inclusief een schadeverzekering voor de gestalde vliegtuigen was.