RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Smidtje Beheer B.V., te Amsterdam, eiseres
(gemachtigde: mr. P. Nicolaï),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder
(gemachtigde: mr. D.B. Smaalders).
Conclusie
1. De rechtbank stelt Smidtje Beheer B.V. (eiseres)
niet in het gelijk. De gemeente mocht de aanvragen van eiseres om ligplaatsvergunningen voor zes rondvaartboten op de [locatie] afwijzen. De rechtbank legt hieronder uit hoe zij tot haar oordeel is gekomen.
Wat is de aanleiding voor deze rechtszaak?
2.1.Eiseres is een rederij en eigenaar van meerdere rondvaartboten (passagiersvaartuigen), waarmee zij vaart door Amsterdam. Voor het bedrijfsmatige gebruik van deze passagiersvaartuigen zijn verschillende vergunningen nodig: exploitatievergunningen, ligplaatsvergunningen en in sommige gevallen (zoals voor de locatie waar eiseres ligplaats wil nemen) ook omgevingsvergunningen. Eiseres vroeg bij de gemeente ligplaatsvergunningen aan voor meerdere passagiersvaartuigen op drie locaties. De gemeente wees deze aanvragen af.Eiseres is het hier niet mee eens en startte daarom deze procedure bij de rechtbank. De rechtbank hield een skypezitting in deze zaak op
18 augustus 2020, waar partijen hun standpunten naar voren brachten. Partijen lieten zich op de zitting vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
2.2.Op de zitting gaf eiseres aan dat zij van de rechtbank alleen nog een oordeel wenst over zes aanvragen voor ligplaatsvergunningen voor de locatie [locatie] . Eiseres heeft op deze locatie al een aantal jaar rondvaartboten liggen, waarvoor zij exploitatievergunningen maar geen ligplaatsvergunningen heeft. De gemeente heeft hier niet op gehandhaafd, waardoor eiseres haar bedrijf kon uitoefenen. Eiseres wil echter graag ligplaatsvergunningen, zodat de situatie wordt gelegaliseerd en de gemeente hier ook in de toekomst niet op handhaaft.
Waarom wees de gemeente de aanvragen van eiseres af?
Strijd met het bestemmingsplan
3.1.De gemeente wees de aanvragen af op basis van twee afwijzingsgronden. Allereerst zijn de aanvragen afgewezen omdat ligplaatsen op de [locatie] niet zijn toegestaan volgens het bestemmingsplan.De gemeente kan van het bestemmingsplan afwijken door een (tijdelijke) omgevingsvergunning te verlenen.Op die manier kunnen er wel ligplaatsen worden gecreëerd, ook al staat het bestemmingsplan dit niet toe. De gemeente wijkt alleen af van het bestemmingsplan, als daarvoor een goede reden is. In de zaak van eiseres zag de gemeente geen goede reden om af te wijken van het bestemmingsplan. De gemeente wees de aanvraag van eiseres om een omgevingsvergunning - voor gebruik in afwijking van het bestemmingsplan - al af op 29 maart 2016. Omdat de gemeente aan eiseres geen omgevingsvergunning verleende voor afwijkend gebruik, moest de gemeente de aanvragen om een ligplaatsvergunning op grond van de regels afwijzen.
3.2.De gemeente wees de aanvragen van eiseres daarnaast af op basis van de ordening op het water. De gemeente legde op de zitting uit dat zij bezig is met nieuw beleid over de verdeling van ligplaatsen in de stad. In afwachting daarvan heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid besloten dat er in beginsel geen ligplaatsvergunningen in afwijking van het bestemmingsplan worden verleend. In mei 2020 is de Nota Varen deel II vastgesteld. Hierin staat dat de gemeente het ligplaatsenbeleid gaat herzien om de vraag en het aanbod beter af te stemmen en de plekken eerlijk te verdelen. Dit ligplaatsenbeleid zal voor de hele stad gelden. Er komt een centraal ligplaatsenregister. Verder komt er een nieuwe uitgaveregeling voor vergunningen met een lotingssysteem. Dit zal in de tweede helft van 2021 klaar zijn.
Omdat het stadsdeel - in afwachting van het nieuwe beleid - heeft besloten in beginsel geen ligplaatsvergunningen te verlenen in afwijking van het bestemmingsplan, is er sprake van beleidsmatige schaarste van ligplaatsen op de betreffende locatie (een impliciet plafond). Daarnaast is er sprake van fysieke schaarste, onder andere omdat er nu al twee rederijen ligplaatsvergunningen hebben. De gemeente verleende eerder voor de [locatie] aan twee andere ondernemers dan eiseres tijdelijke ligplaatsvergunningen na een rechterlijke uitspraak. In die zaken was er veel misgegaan en dit was een bijzondere reden om een ligplaatsvergunning te verlenen.
Wat is de uitkomst van het schikkingsvoorstel van eiseres?
4.1.Eiseres deed voor de zitting een schikkingsvoorstel om samen met de gemeente tot een oplossing van het geschil te komen. Het is voor eiseres heel belangrijk dat er een oplossing komt. Het bedrijf heeft het heel moeilijk vanwege de situatie die is ontstaan door het coronavirus. Het stoppen van de rondvaart met de vaartuigen bij de [locatie] zou kunnen leiden tot ernstige financiële problemen en zelfs tot faillissement. Eiseres verzoekt de gemeente om tijdelijke omgevingsvergunningen voor afwijkend gebruik van het bestemmingsplan te verlenen, zodat zij ook tijdelijke ligplaatsvergunningen zou kunnen krijgen. Volgens eiseres is dat goed mogelijk bij de locatie [locatie] . Er liggen weliswaar vaartuigen van twee andere rederijen, maar er is nog zeventig meter aan ruimte over aan het water. Eiseres ziet niet in waarom de gemeente haar niet tijdelijk deze mogelijkheid wil geven in afwachting van het nieuwe beleid. Dit zou haar enorm helpen.
4.2.De gemachtigde van de gemeente legde op de zitting uit dat zij heeft overlegd met de afdeling die de vergunningen verleent. Zij hebben naar het schikkingsvoorstel van eiseres gekeken en geconcludeerd dat zij geen vergunningen aan eiseres verlenen. Het beleid van stadsdeel Zuid is dat er in beginsel - in afwachting van het nieuwe beleid - geen (tijdelijke) omgevingsvergunningen en ligplaatsvergunningen worden verleend in afwijking van het bestemmingsplan. Dit gebeurt alleen als daar hele goede redenen voor zijn. Als er tijdelijk omgevingsvergunningen en ligplaatsvergunningen worden verleend zou dit een meer permanent karakter kunnen krijgen. De gemeente vindt dit niet wenselijk in afwachting van het nieuwe beleid, waarbij er een verdelingssysteem komt. De betreffende afdeling van de gemeente heeft ook specifiek gekeken naar de situatie bij de [locatie] en of er bijzondere redenen zijn om aan eiseres toch tijdelijke omgevings- en ligplaatsvergunningen te verlenen. Zij vindt dit niet wenselijk, omdat er al ruimte is ingenomen door andere rederijen (115 meter). Verder zijn er andere belangen, zoals een school die daar zeilbootjes wil neerleggen, de herstructurering van de Zuidas en de doorvaart. De gemeente heeft het belang van eiseres bij het uitoefenen van haar bedrijf op deze ligplaats meegenomen in haar afweging. Ze begrijpt dat het voor eiseres financieel heel lastig kan worden, maar eiseres is hierin geen uitzondering en er zijn ook andere belangen dan die van eiseres.
4.3.Omdat partijen niet tot een schikking zijn gekomen, geeft de rechtbank hieronder een juridisch oordeel over de aanvragen van eiseres om ligplaatsvergunningen voor de [locatie] .
Wat zijn de regels?
5.1.Om tot een oordeel te komen kijkt de rechtbank naar de wet- en regelgeving. Het is verboden, zonder of in afwijking van vergunning van de gemeente met een bedrijfsvaartuig ligplaats in te nemen. De vergunning is persoons-, ligplaats-, bedrijfs- en vaartuiggebonden.
5.2.Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van de welstand, de ordening, de veiligheid, het milieu, het bestemmingsplan en de vlotte en veilige doorvaart.De vergunning kan alleen worden verleend, als de overige vergunningen of ontheffingen zijn of worden verleend.
Wat zijn de beroepsgronden van eiseres?
6.1.Eiseres voert aan dat de gemeente de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen in het belang van de ordening. Er is geen sprake van fysieke schaarste aan ligplaatsen. Er is ook geen onderzoek gedaan waaruit dat zou blijken. Ook is er geen plafond vastgesteld voor het aantal ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen. Ten tijde van de aanvragen van de ligplaatsvergunningen bestond er geen toedelingsmethodiek. Daarom had verweerder het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ moeten toepassen. De gemeente mocht verder niet het beleid voeren om tijdelijk geen nieuwe ligplaatsvergunningen te verlenen. Het is in strijd met de rechtszekerheid, omdat de periode waarin de gemeente geen vergunningen verleent onredelijk lang is en er geen einddatum is vastgesteld. Daarnaast heeft verweerder de verkeerde beleidsregels toegepast. De gemeente had de Uitvoeringsvisie ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen moeten toepassen en niet de Watervisie 2040 of de Nota Varen.
Waarom stelt de rechtbank de gemeente in het gelijk?
7.1.De rechtbank stelt vast dat het in strijd is met het bestemmingsplan om ligplaats te nemen in de [locatie] . Daarover verschillen partijen niet van mening. Verder staat vast dat eiseres geen omgevingsvergunning heeft gekregen van de gemeente voor afwijkend gebruik van het bestemmingsplan. De aanvragen hiervoor zijn al in 2016 afgewezen en staan in rechte vast. De gemeente is niet ingegaan op het schikkingsvoorstel van eiseres om alsnog tijdelijke omgevingsvergunningen voor afwijkend gebruik te verlenen. Er is dus ook nu geen concreet uitzicht op het verkrijgen van deze vergunningen.
7.2.Omdat door de gemeente aan eiseres geen omgevingsvergunningen voor afwijkend gebruik zijn of worden verleend, moest de gemeente de aanvragen van eiseres om ligplaatsvergunningen voor de [locatie] afwijzen. De ligplaatsvergunningen kunnen (volgens artikel 2.3.1., derde lid, van de VOB in samenhang bezien met 2.4.1, vierde lid) namelijk alleen worden verleend, als de overige vergunningen zijn of worden verleend. Anders dan eiseres aanvoert, heeft de gemeente niet de keuze om toch ligplaatsvergunningen te verlenen als de omgevingsvergunningen voor afwijkend gebruik van het bestemmingsplan niet zijn verleend. De bepaling in artikel 2.3.1., derde lid van de VOB is namelijk imperatief van aard en er is in de regels geen ruimte om daarvan af te wijken.
7.3.De gemeente wees de aanvragen van eiseres om ligplaatsvergunningen dus terecht af, omdat er strijd is met het bestemmingsplan en zij eiseres geen omgevingsvergunningen voor afwijkend gebruik verleende. De beroepsgronden van eiseres die zien op de andere weigeringsgrond (de ordening van het water en schaarste) hoeven daarom niet besproken te worden. Het beroep is ongegrond.
Krijgt eiseres de kosten van deze procedure vergoed?
8. Omdat de rechtbank eiseres niet in het gelijk stelt, heeft zij geen recht op een vergoeding door de gemeente van de kosten die zij maakte voor deze procedure.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Dit is de uitspraak van mr. Z.L. Achouak el Idrissi, voorzitter, mr. P. Sloot en
mr. M.F. Ferdinandusse, leden, tot stand gekomen in samenwerking met mr. A. Teggelaar, gerechtsjurist.
Gerechtsjurist (griffier bij zittingen)
Rechter
Bent u het niet eens met deze beslissing?
Partijen kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019 2500 EA Den Haag. Burgers kunnen ook digitaal hoger beroep instellen (www.raadvanstate.nl).
Als hoger beroep is ingesteld, kunnen partijen bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening.Aan het instellen van hoger beroep en het indienen van een voorlopige voorziening zijn kosten verbonden.