ECLI:NL:RBAMS:2020:5184

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
27 oktober 2020
Zaaknummer
RK 20/466
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift ex artikel 6:4:5 lid 3 Wetboek van Strafvordering

Op 2 oktober 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bezwaarschrift ex artikel 6:4:5 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. De veroordeelde, geboren in 1992 en woonachtig op een onbekend adres, had bezwaar aangetekend tegen een eerder genomen beslissing. In het dossier bevond zich een brief van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) van 16 september 2020, waarin werd aangegeven dat het Arrondissementsparket Amsterdam een nieuwe strafbeschikking had uitgevaardigd en dat het CJIB het eerder uitgevaardigde dwangbevel had ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat, gezien deze nieuwe ontwikkelingen, er geen belang meer was voor de veroordeelde om het bezwaarschrift voort te zetten. Hierdoor werd de veroordeelde niet ontvankelijk verklaard in haar bezwaarschrift.

De beslissing werd genomen door mr. L. Dolfing, rechter, in aanwezigheid van mr. C.T. St Rose, griffier. De rechtbank benadrukte dat tegen deze beslissing beroep in cassatie openstaat voor de veroordeelde, met een termijn van veertien dagen na betekening van de beschikking. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid van bezwaarschriften in het strafrecht verduidelijkt, vooral in situaties waarin nieuwe strafbeschikkingen worden uitgevaardigd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/075877-19
Rekestnummer: 20/466

BESCHIKKING

Beschikking op het bezwaarschrift ex artikel 6:4:5 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[veroordeelde],

geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats],
wonend op het adres [adres],
verder te noemen: veroordeelde.
De rechtbank verklaart veroordeelde
niet ontvankelijk in haar bezwaarschrift, nu in het dossier een brief zit van het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau) van 16 september 2020 waaruit blijkt dat het Arrondissementsparket Amsterdam veroordeelde opnieuw een strafbeschikking heeft uitgevaardigd en het CJIB het dwangbevel heeft ingetrokken.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er geen belang meer is en derhalve veroordeelde niet ontvankelijk.

BESLISSING

De rechtbank verklaart veroordeelde niet ontvankelijk in haar bezwaarschrift.

Deze beslissing is gegeven op 2 oktober 2020 door
mr. L. Dolfing, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier.
Tegen de beslissing van de rechtbank staat voor veroordeelde beroep in cassatie open, in te stellen binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.