ECLI:NL:RBAMS:2020:5186
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoedingen voor kosten van rechtsbijstand op verzoek ex artikel 530 Sv
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 29 september 2020, is het verzoek van de verzoeker om een vergoeding voor de kosten van zijn raadsvrouw toegewezen. Het verzoekschrift was op 25 mei 2020 ingediend en het Openbaar Ministerie heeft op 11 juni 2020 zijn standpunt kenbaar gemaakt. De verzoeker, die niet in raadkamer verscheen, had om een vergoeding van € 975,26 voor de kosten van zijn raadsvrouw en € 280,- voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift gevraagd. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor toewijzing in aanmerking kwamen, omdat de verzoeker geen btw had afgetrokken en de kosten niet zakelijk waren gemaakt. De officier van justitie verzet zich niet tegen de vergoeding. De rechtbank concludeerde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om de gevraagde vergoedingen toe te kennen, aangezien de strafzaak tegen de verzoeker op 9 mei 2020 onvoorwaardelijk was geseponeerd. De rechtbank kende de totale vergoeding van € 1.255,26 toe, bestaande uit de kosten van de raadsvrouw en de kosten voor het verzoekschrift. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor zowel de officier van justitie als de verzoeker.